LW 6 Flashcards
(47 cards)
Welk model volgen veel protocollen uit de applicatielaag?
“client- server”- model
Veel protocollen uit de applicatielaag gebruiken meestal … als transportlaag.
TCP
Waarom wordt TCP vaak gebruikt?
TCP is betrouwbaar en volgt ook de “client- server”-rolverdeling
Wat gaat heen en weer tussen client en server?
leesbare ASCII-tekst
Veel protocollen uit de applicatielaag zijn …
tekst-georiënteerd
TELNET (RFC854)
▪ Maakt het werken op een computer vanaf een “remote terminal” mogelijk: de “CLI” =(Command Line Interface)
▪ Tekst-georiënteerd
▪ De server “luistert” op poort 23
Waarom wordt TELNET vrijwel nooit meer gebruikt?
Vanwege veiligheidsrisico’s
▪ Er gaan leesbare data door het netwerk.
▪ Je bent niet zeker met wie je verbonden bent.
Waar is TELNET nog wel in gebruik?
Bij router-management op beschermde netwerksegmenten
SSH (Secure Shell, RFC 4251..4254)
▪ Opvolger van TELNET
▪ SSH luistert op poort 22
▪ Dezelfde functie als TELNET (remote terminal, CLI)
Waar wordt SSH vaak toegepast?
Bij remote beheer van computers, routers en switches
SSH is beveiligd:
▪ Encryptie van de data
▪ Authenticatie van de verbinding
▪ Server moet bij het verbinden aantonen over een geheime sleutel te beschikken
▪ Wijzingen in de content worden gedetecteerd
- SSH wordt vaker gebruikt dan TELNET
Wat is een request?
HTTP-clients kunnen webpagina’s bij HTTP-servers opvragen.
Waar bestaan webpagina’s uit?
Webpagina’s bestaan uit één of meerdere webobjecten (html, jpg, javascript, etc)
naar welke poort luistert een HTTP-server?
poort 80
naar welke poort luistert een HTTPS-server?
poort 443
HTTP-servers geven antwoord op requests in de vorm van ..
replies
wat betekent
‘ga naar een nieuwe regel’
als er alleen een lege regel met genoteerd staat betekent het …
het einde
GET
downloaden object van de server
POST
uploaden (bijv. form data) naar de server
+ downloaden antwoord
HEAD
wel HTTP-header als antwoord, maar geen data/payload (voor testdoeleinden)
PUT
objecten uploaden naar webserver
DELETE
verwijderen objecten van de webserver
HTTP 1.0 non-persistent connection (ouderwets)
▪ Elke keer een nieuwe TCP-verbinding per object
▪ Langzaam door de overhead van het openen van veel TCP-verbindingen per website.