M&M Begrippen — D5 Flashcards

(24 cards)

1
Q

Afzetgebied

A

Een afzetgebied is een gebied waar een bedrijf zijn producten verkoopt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Het antisemitisme

A

Haat tegen Joodse mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De etnische groepen

A

Groepen mensen met een eigen taal en cultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Het ras

A

Verwijst naar uiterlijk bijv haartype, huidskleur etc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Het racisme

A

Joden, mensen met kritiek en andere mensen werden als minderwaardig gezien en in kampen gestopt en mishandelt/vermoord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Nationalisme

A

Mensen zijn trots op hun eigen land

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Extreem-nationalisme

A

Denken dat je eigen land het machtigst moet zijn en beter is dan andere landen, wat kan lijden tot racisme (antisemitisme), geweld, oorlog en conflicten etc (hitler was extreem nationalist)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Natuurlijke selectie

A

Uit Darwins theorie dat alleen de beste, sterkste en goed opgeleide overleefde. Hitler maakte hier een soort misbruik van want hij vond dat alleen de machtigste en sterkste mochten overleven (geen joden etc)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Taiga

A

Russische naam voor naaldbos, er staan hier veel naaldbomen en het gebied kan tegen korte zomers en koude temperaturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Toendra

A

In het noorden is het zelfs te koud voor naaldbomen, dit boomloze gebied heet de toendra

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Planecenomie

A

Dat betekend dat de staat bepaalde hoeveel goederen en diensten er werden geproduceerd en op welke plek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Vijf jaren plan

A

Plan dat de staat bepaalde welke goederen en diensten er werden geproduceerd en op welke plek (planecenomie maar dan voor 5 jaar lang)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bondgenootschappen

A

Dat je beloofd dat je zal helpen als het ene land word aangevallen ofzz

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bondgenootschap geallieerden

A

Verenigd koningkrijk, Rusland, Frankrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bondgenootschap Centralen

A

Duitsland, Oost-Hongarije en het ottomaanse rijk (turkijke)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Von schlieffen plan

A

Een plan van DU om via België Frankrijk aan te vallen en dan door te gaan naar het noorden (Rusland). Maar het mislukte doordat FR zich sterker verdedigde dan verwacht en Britse hulp kreeg

17
Q

Nationaal socialisme

A

De nazis geloofde dat een sterke lijder (hitler) Duitsland weer groot en machten zou maken. Ze wilde joden uitroeien, het leidde tot de 2de wereld oorlog en de holocaust

18
Q

Inflatie

A

Geld word minder waard

19
Q

Dictator

A

Iemand die alle macht had. Bijvoorbeeld hitler (DU) en Stalin (sovjet-unie)

20
Q

Propaganda

A

nieuws/info dat verspreid word op posters, films of radioberichten. Vaak ook nepnieuws in landen met oorlog om bijv overtuigen (hitler)

21
Q

Concentratie kamp

A

Belanden joden en mensen met kritiek en werden daar vermoord/mishandelt

22
Q

Holocaust

A

MassaMoord op 6 miljoen Joodse mensen door de nazi’s in de Tweede Wereldoorlog

23
Q

Verenigde naties (VN)

A

Wilden oorlogen voorkomen en de mensen recht beschermen

24
Q

Staatsschuld

A

Alle schulden van een land door bijv oorlog die een land moest terugbetalen door bijv oorlog schade (DU)