Nederlands (Woordsoorten Oefenen) — D5 Flashcards

(15 cards)

1
Q

Lidwoord

A

Woord voor een zelfstandig naamwoord, zoals de, het en een

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Zelfstandig naamwoord

A

Mens, dier of ding (er staat altijd lidwoord de, het of een voor)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Werkwoord

A

Geeft een actie, handeling of gebeurtenis aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Voegwoord

A

Woord dat van 2 zinnen samen verbind (denk aan samengestelde zin) zoals maar, omdat, hoewel, terwijl,zoals, en, of,als

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Persoonlijk voornaamwoord

A

ik, jij, je, hij, zij, ze, het, u, wij, jullie (verwijst naar persoon, dier of ding zonder naam te noemen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bijwoordelijke bepaling (bwb)

A

Wanneer, waar,waarom,hoe,waarmee,met wie, hoe vaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Werkwoordelijk gezegde

A

Alle werkwoorden in een zin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Voorzetsel

A

Zegt iets over positie ten opzichte van iets anders (in op naast achter onder etc)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Verwijswoord

A

Woord dat naar een ander woord verwijst (ze, die, hij, dat)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bezittelijk voornaamwoord

A

Mijn, jouw, zijn, haar, ons of hun

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Aanwijzend voornaamwoord

A

Deze, die, dit, dat, zulke, dergelijke

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Vragend voornaamwoord

A

Wie, wat, welke en wat voor een

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Samengestelde zin

A

2 zinnen aan elkaar in een zin (vaak met comma of en er in

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Koppelteken

A

Als het woord moelijk leesbaar is zonder, als eerste en 2de deel allebei met klinker beginnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Trema

A

Als bijv 2 klinkers op elkaar botsen (zet je op een klinker om te laten zien dat je die apart moet uitspreken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly