M&O Alles Flashcards
(28 cards)
Homogeen product
Doorzichtige en overzichtelijke markt. Als het voor de consument niet uitmaakt wie het product aanbied. Alle exemplaren van het product zijn identiek.
Heterogeen product
Een product dat voor de ogen van de consument verschillend is.
Volkomen concurrentie/volledige mededinging
Veel aanbieders, homogeen producten, makkelijk toe te treden, hoge transparantie, producent is prijsnemer (geen invloed op de prijs).
Transparante markt/doorzichtige markt
Vragers en aanbieders zijn op de hoogte van de markthoeveelheid, alleen de laagste prijs mogelijk.
Vrije toe- en uittreding
Geen barrière, het is makkelijk toe te treden en eruit te stappen.
Marktmechanisme
Vraag en aanbod.
Prijs mechanisme
Wanneer de prijs stijgt bij een vraagoverschot en daalt bij een aanbodoverschot, zal het prijsmechanisme er uiteindelijk toe leiden dat op de markt een evenwichtsprijs tot stand komt waarbij de gevraagde hoeveelheid gelijk is aan de aangeboden hoeveelheid.
Break-even afzet
Het is een bepaald punt binnen een bedrijf of organisatie waarbij er geen winst wordt behaald, maar ook geen verlies.
Constante kosten
Het zijn kosten die niet variëren met de omvang van de productie of met gebruik.
Totale variabele kosten (TvK)
Het zijn kosten die veranderen door een toename of afname in de productieomvang.
Gemiddelde variabele kosten (GvK)
De variabele kosten per product worden de gemiddelde variabele kosten GVK genoemd.
Gemiddelde constante kosten (GcK)
worden berekend door de totale constante kosten (TCK) te verdelen over het totale aantal producten: TCK/q.
Totale kosten (TK)
Bestaande uit de som van de totale constante en de totale variabele kosten.
Gemiddelde totale koten (GTK)
De totale kosten per eenheid product. In formule vorm: GTK = TK/q.
Marginale kosten
De kosten die één extra product met zich brengt.
Marginale opbrengst
De toename van de opbrengst door de afzet van één extra product.
Totale winst
Totale Winst = Totale Opbrengst - Totale Kosten.
TW = TO - TK
Monopolie
Een situatie waarin een product of dienst slechts door één partij wordt aangeboden. De prijs ervan wordt dan niet door marktwerking bepaald, maar vastgesteld door de enige aanbieder, die dan veel winst kan maken, of door de overheid.
Collectieve vraaglijn
Geeft het verband weer tussen de prijs en de gevraagde hoeveelheid van een product door alle consumenten samen. Bij een monopolist is deze lijn tevens de prijsafzetlijn.
Prijsafzetlijn
laat het verband zien tussen prijzen en afgezette hoeveelheden.
Gemiddelde opbrengst
Te berekenen door de totale opbrengst te delen door de afzet (GO = TO/q).
Totale opbrengst
TO = p x q
Betalingsbereidheid
Maximum bedrag dat een persoon bereid is te betalen om te kunnen beschikken over een product of een dienst.
Prijsdiscriminatie
Het vragen van verschillende prijzen voor gelijke producten aan verschillende afnemersgroepen.