Maatschappijleer begrippen hfst. 1 Flashcards
(30 cards)
compromis
een oplossing waarbij alle partijen een beetje moeten toegeven
dilemma
een lastige keuze uit twee dingen die niet samen kunnen gaan
waarde
uitgangspunt of principe dat mensen belangrijk vinden in hun leven
normen
regels over hoe je je in een bepaalde situatie hoort te gedragen
sociale controle
de manier waarop mensen anderen stimuleren of dwingen zich aan normen te houden
geschreven regels
normen die in regels of wetten staan
ongeschreven regels
regels die niet zijn vastgelegd, maar die wel iedereen kent
belang
het voordeel dat iemand ergens bij heeft
belangentegenstellingen
het belang van de een botst met het belang van de ander
macht
het vermogen om het gedrag of denken van anderen te beïnvloeden
formele macht
macht dat is vastgesteld in wetten of regels
informele macht
macht dat niet is vastgesteld in wetten of regels
machtsmiddelen
middelen om het gedrag van anderen te beïnvloeden
gezag
gelegitimeerde macht
sociale ongelijkheid
ongelijke verdeling in de maatschappij van kennis, inkomen, status en macht
sociale cohesie
hoe sterk mensen zich verbonden voelen met elkaar
nepnieuws
nieuws dat niet op waarheid berust is
manupulatie
het opzettelijk verdraaien of weglaten van feiten, vaak zonder dat de lezer of kijker zich ervan bewust is
propoganda
bewust eenzijdige informatie geven met als de doel de mening van mensen te beïnvloeden
indoctrinatie
mensen krijgen langdurig, systematisch en dwingend eenzijdige opvattingen opgedrongen met de bedoeling dat zij deze opvattingen kritiekloos overnemen
polarisatie
het proces waarbij de tegenstellingen tussen groepen groter worden en ze steeds meer tegenover elkaar komen te staan
complottheoriën
gaat ervan uit dat bepaalde gebeurtenissen het resultaat zijn van een samenzwering tussen mensen of groepen met kwaadaardige bedoelingen
objectief
geeft aan hoe iets werkelijk is
subjectief
geeft aan wat iemand ergens van vindt