Magnetisme Flashcards

(34 cards)

1
Q

Magnetisme is de eigenschap die:

  • *1** de magnetische materialen kenmerkt.
  • *2** sommige materialen hebben, waardoor ze bv. kobalt en ijzer kunnen aantrekken.

Welke stelling is juist?

A

Stelling 2 is juist!

Magnetisme is de eigenschap die sommige materialen hebben, waardoor ze bv. kobalt en ijzer kunnen aantrekken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Een kunstmatige magneet is:
a een magnetisch materiaal dat in de onmiddellijke nabijheid van een natuurlijke
magneet staat.
b zacht ijzer dat een groot remanent magnetisme heeft.
c een hard magnetisch materiaal met groot remanent magnetisme.
d de stof met scheikundige formule Fe3O4.

Welke stelling is juist?

A

Stelling C is juist!

Een kunstmatige magneet is een hard magnetisch materiaal met groot remanent magnetisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ogenschijnlijk zijn beide polen identiek, nochtans onderscheiden we een noord- en een zuidpool. Je gaat dat na door:
a te controleren welke pool het ijzer aantrekt of afstoot.
b de magneet draaibaar op te stellen en te kijken welke pool naar het geografische noorden wijst; dat is de noordpool.
c de magneet draaibaar op te stellen en te kijken welke pool naar het geografische
zuiden wijst; dat is de noordpool.

Welke stelling is juist?

A

Stelling b is juist!

Ogenschijnlijk zijn beide polen identiek, nochtans onderscheiden we een noord- en een zuidpool. Je gaat dat na door de magneet draaibaar op te stellen en te kijken welke pool naar het geografische noorden wijst; dat is de noordpool.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Is deze stelling juist of niet?

In het geografische noorden is een magnetische zuidpool.

A

Juist!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Twee magneten in elkaars nabijheid werken als volgt op elkaar in:

  • *a** N en Z stoten elkaar af.
  • *b** Z en Z trekken elkaar aan.
  • *c** N en N trekken elkaar aan.
  • *d** N en Z trekken elkaar aan.

Welke stelling is juist?

A

Stelling d is juist!

Twee magneten in elkaars nabijheid werken als volgt op elkaar in: N en Z trekken elkaar aan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Is deze stelling juist of niet?

Gelijknamige polen trekken elkaar aan.

A

Niet juist!

Deze trekken elkaar aan!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Om de polariteit van een vaste magneet te kennen, kan men:

  • *1** met een kompasnaald de polen onderscheiden.
  • *2** met een staafmagneet met niet-bekende polariteit de aantrekking en afstoting nagaan.

Welke stelling is juist?

A

Stelling 1 is juist!

Om de polariteit van een vaste magneet te kennen, kan men: met een kompasnaald de polen onderscheiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Is deze stelling juist of niet?

De relatieve permeabiliteit µr van een stof drukt uit hoeveel maal kleiner de kracht tussen de twee polen in het luchtledige is dan in de beschouwde middenstof.

A

Niet juist!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De eenheid van magnetische massa of poolsterkte is de?

A

Weber of voltseconde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Een eenheidsnoordpool is:

  • *a** de helft van een staafmagneet met een poolsterkte van 1 weber.
  • *b** 1/4 van een staafmagneet vanuit de uiteinden gezien.
  • *c** praktisch onbestaande.
  • *d** een molecule met een poolsterkte van 1 weber.

Welke stelling is juist?

A

Stelling c is juist!

Een eenheidsnoordpool is praktisch onbestaande.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Is deze stelling juist of fout?

De eenheidsnoordpool heeft een sterkte van 1 weber of 1 volt - seconde.

A

Juist!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Het magnetisch veld is:

  • *1** theoretisch onbegrensd.
  • *2** in de praktijk beperkt tot de onmiddellijke nabijheid van de magneet.

Welke stelling is juist?

A

Beide stellingen zijn juist!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Is deze stelling juist of fout?

Een magneetnaald opgesteld in een punt waar meer magnetische velden werkzaam zijn, zal zich plaatsen volgens de richting van de grootste veldsterkte.

A

Niet juist!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Een veldlijn is:

  • *1** een ingebeelde lijn waarvan in elk punt de richting van de raaklijn overeenstemt met de richting van de veldsterkte.
  • *2** een werkelijk bestaande lijn, die we met behulp van ijzervijlsel zichtbaar kunnen maken.

Welke stelling is juist?

A

Stelling 1 is juist!

Een veldlijn is een ingebeelde lijn waarvan in elk punt de richting van de raaklijn overeenstemt met de richting van de veldsterkte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Is deze stelling juist of niet?

De veldlijnen treden buiten aan de noordpool.

A

Juist!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Is deze stelling juist of niet?

Waar er veel veldlijnen zijn, is de veldsterkte klein.

17
Q

Is deze stelling juist of niet?

Een magnetische veldlijn is altijd gesloten.

18
Q

Is deze stelling juist of niet?

Gelijkgerichte veldlijnen stoten elkaar af.

19
Q

Is deze stelling juist of niet?

Veldlijnen kiezen de weg van de minste magnetische weerstand.

20
Q

Is deze stelling juist of niet?

De dichtheid van de veldlijnen neemt af naarmate de afstand tot de magneet groter wordt.

21
Q

Is deze stelling juist of niet?

Het veld van een staafmagneet is homogeen.

22
Q

Is deze stelling juist of niet?

In een uniform magnetisch veld is de poolsterkte overal gelijk.

23
Q

Is deze stelling juist of niet?

Een magneet is altijd vergezeld van zijn magnetische flux .

24
Q

Is deze stelling juist of niet?

De fluxdichtheid of inductie is het totaal aantal veldlijnen door een vierkante meter dwarsoppervlakte.

25
Een stukje ijzer in een magnetisch veld gebracht, wordt magnetisch door ... ? **Door wat?**
Inductie!
26
**Is deze stelling juist of niet?** De absolute permeabiliteit is een vectoriële grootheid.
Niet juist!
27
**Is deze stelling juist of niet?** De absolute permeabiliteit van het luchtledige is altijd een constant getal.
Juist!
28
Het magnetisme wordt opgewekt door de: * *1** bewegende elektrische ladingen. * *2** moleculen. **Welke stelling is juist?**
Stelling **1** is juist! *Het magnetisme wordt opgewekt door de bewegende elektrische ladingen.*
29
**Is deze stelling juist of niet?** Een materiaal magnetiseren betekent de zogenaamde magneculen richten, zodat ze hun velden samenvoegen.
Juist!
30
Hoe noem je het overblijvende magnetisme na magnetisatie?
Remanente inductie!
31
**Is deze stelling juist of niet?** De remanente inductie neemt toe met de magnetische hardheid.
Juist!
32
**Wat hoort er niet bij?** ## Footnote Men kan de remanente inductie vernietigen door: * *a** verwarming. * *b** trilling. * *c** het materiaal in een tegengesteld veld te brengen. * *d** druk op het materiaal uit te oefenen.
Stelling **d** hoort er niet bij! *Men kan de remanente inductie vernietigen door druk op het materiaal uit te oefenen.*
33
Hoe lopen de veldlijnen in een magneet?
Van **Z**uid naar **N**oord! ![]()
34
Hoe lopen de veldlijnen buiten de magneet?
Van **N**oord naar **Z**uid! ![]()