medicatie Flashcards

(73 cards)

1
Q

Dabigatran
(NOAC, Praxada)
-> dosage?

A

150 mg, BID

110 mg, BID

  • > = of > 80j (!)
  • > verapamil (!)
  • > verhoogd bloedingsrisico
  • > CrCl < 50
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Dabigatran
(NOAC, Praxada)
-> CI?

A

CrCl < 30 ml/min

want vnl renale klaring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Apixaban
(NOAC, Eliquis)
-> dosage?

A

5 mg, BID
-> CrCl > 29 ml/min

2,5 mg, BID

  • > CrCl 15-29
  • > of 2 vd volgende elementen: >80j, <60kg, SCr>1,5mg/dL
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Apixaban
(NOAC, Eliquis)
-> CI?

A

CrCl < 15 ml/min

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Rivaroxaban
(NOAC, Xarelto)
-> dosage?

A

20 mg, OD
-> CrCl > 50 ml/min

15 mg, OD
-> CrCl 15-50 ml/min

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Rivaroxaban
(NOAC, Xarelto)
-> CI?

A

CrCl < 15 ml/min

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Edoxaban
(NOAC, Lixiana)
-> dosage?

A

60 mg, OD
-> CrCl > 50 ml/min

30 mg, OD

  • > CrCl 15-50 ml/min
  • > of < 60kg
  • > of P-gp inhibitoren (verapamil, quinidine)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Edoxaban
(NOAC, Lixiana)
-> CI?

A

CrCl < 15 ml/min

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

behandeling sinusknoop gerelateerde bradycardie

A
  • enkel spoedeisend zo symptomen v hypotensie, draaierigheid of (pre)syncope
  • medicatie:
  • atropine IV
  • isoprenaline
  • dopamine
  • sluit onderliggende ischemie uit
  • denk aan intoxicatie en elektrolietenstoornissen
  • pacemaker (zo symptomatisch)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wnr behandeling AV blok aangewezen?

A
  • geen behandeling:
    1e gr
  • meestal behandeling:
    >2e gr & symptomatisch
    asymptomatische infranodale geleidingsstoornissen (risico op plotse dood)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Tijdelijke pacemaker plaatsen op spoed via diep veneuze toegang: aangewezen bij AV geleidingsstoornissen igv?

A
  • syncope
  • hypotensie/cardiogene shock
  • hartfalen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

behandeling van AV geleidingsstoornissen?

A
  • tijdelijke pacemaker plaatsen op spoed indien geïndiceerd
  • uitsluiten v onderliggende ischemie, intoxicatie, elektrolietenstoornissen
  • medicatie
  • atropine IV
  • isoprenaline
  • na acute opvang meestal plaatsing v permanente subcutaan ingeplante pacemaker
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

CI plaatsen v permanente subcutaan ingeplante pacemaker ikv AV geleidingsstoornissen

A
  • acuut infarct
  • intoxicatie digitalis, betablokkers, …
  • myocarditis
  • lyme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bij welke pt’en een cardiale resynchronizatietherapie? (CRT)?

A

bij pt’en met blijvend symptomatisch hartfalen
ONDANKS goede medicamenteuze beh
+ slechte ventrikelfunctie (EF < 35%)
+ belangrijke geleidingsstoornissen met QRS > 130 ms

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

4-lettercode vd pacemaker

A

stimulatie: V / A / D
sensing: V / A / D
actie: I / T / D
rate response: R

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

werking klasse 1 antiartimica

A

Na kanaal blokker (vertraging fase 0)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

werking klasse 2 antiartimica

A

betablokkers -> 2nd messenger -> effect op Ca++ stroom en I(f)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

werking klasse 3 antiartimica

A

K kanaal blokkers (vertraging fase 3: verlengen repol)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

werking klasse 4 antiartimica

A

vertragende Ca kanaal blokkers (verkorten fase 2 en 4)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

werking klasse 1A antiartimica

A

vertragen geleiding

verlengen repolarisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

werking klasse 1B antiartimica

A

vertragen geleiding

verkorten repolarisatie (vooral in abnl ischemisch weefsel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

werking klasse 1C antiartimica

A

vertragen geleiding

zonder effect op repolarisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

voorbeelden klasse 1A

A

quinidine

procainamide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

voorbeelden klasse 1B

A

lidocaine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
voorbeelden klasse 1C
flecainide | propafenone
26
voorbeelden klasse 2
``` bisoprolol metoprolol esmolol celiprolol atenolol ```
27
voorbeelden klasse 3
sotalol amiodarone dronedarone
28
voorbeelden klasse 4
verapamil | diltiazem
29
wat overweeg je bij ritmestoornis met hemodynamische weerslag (hypotensie, dyspnee, angor, hartfalen, (pre)syncope)
onmiddellijk cardioversie of defibrillatie overwegen
30
wat behandelen pacemakers?
enkel trage hartritmestoornissen
31
wat behandelen defibrillatoren?
trage hartritmestoornissen snelle hemodynamische bel ritmestoornissen (VT, VF)
32
indicatie lidocaïne
ventrikeltachycardie bij acute ischemie
33
nevenwerkingen lidocaïne
draaierigheid desoriëntatie convulsies hypotensie
34
indicatie flecainide (of propafenone)
- conversie VKF + behoud sinusritme bij paroxysmale VKF - supraventriculaire ritmestoornissen - zz ventriculaire ritmestoornissen bij structureel nl hart
35
CI flecainide (of propafenone)
onderliggend structureel hartlijden | ischemisch hartlijden
36
nevenwerkingen flecainide (of propafenone)
- hartfalen - ventriculaire ritmestoornissen - wazig zicht, tremor, duizeligheid, paresthesieën - GI ongemakken, nausea, metaalsmaak - proaritmie
37
hoe vermijden van risico op klasse 1c geïnduceerde vkfl met 1 op 1 geleiding nr ventrikel?
steeds gebruiken in combinatie met betablokker of vertragende Ca antagonis
38
Vernakalant werking
blokkeert diverse atriaal specifieke K en Na stromen (klasse 1 en 3)
39
indicatie vernakalant
medicamenteuze conversie van VKF <7d bij niet chirurgische pt <3d bij pt post(cardio)chirurgie
40
CI vernakalant
``` allergie ernstig AS ACS NYHA 3 en 4 of EF <35% hypotensie met SBD >100mmHg QT>440ms of bradycardie ``` gebruik v andere IV antiaritmica in tijdswindow 4u voor en na vernakalant toediening
41
nevenwerkingen
``` neurologisch ... cardiaal (bradycardie, vkfl, hypotensie pneumologisch ... GI ... dermatologisch ... ```
42
indicatie sotalol
- Onderhoud van sinusritme (voorkomen recidieven VKF) • Mag bij onderliggend ischemisch hartlijden - zz: VT • ARVC • Voorkomen van VT bij patienten met ICD
43
Nevenwerking sotalol
– Brady – TdP dr QT-interval verlenging – Hartfalen
44
sotalol: wat monitoren?
CT- interval (>450ms) | --> TdP
45
indicatie amiodarone
– Conversie van VKF + onderhoud van sinusritme (voorkomen recidieven VKF) • toegelaten bij onderliggend hartlijden – Ventriculaire ritmestoornissen – Reanimatie
46
nevewerkingen amiodarone
``` – fototoxiciteit – huidverkleuring – schildklierproblemen – longfibrose – neerslag in corneo – neurologische en gastrointestinale weerslag – Tdp – AV block – interactie met digoxine en orale anticoagulatie – verminderde clearance ```
47
indicatie dronedarone
enkel bij paroxysmale VKF: onderhoud sinusritme
48
CI dronedarone
belangrijk hartfalen
49
risico ikv dronedarone
risico op lever- en longlijden
50
werking digitalis
inhibitie Na+/K+ pomp
51
indicatie digitalis
vertraging vh ventriculair antwoord bij VKF (rate control) - zeker bij onderliggen hartfalen - mag in combinatie met betablokker of verapamil adjuvante therapie bij hartfalen
52
nevenwerkingen digitalis
- VT bij intoxicatie - bradycardie - anorexia, nausea, diarree - xanthopsie: gele verkleuring v zicht - gynaecomastie - verwardheid, agitatie
53
wnr groter risico op nevenwerkingen bij digitalis?
bij hypokalemie en hypomagnesemie
54
indicatie verapamil
– Vertraging ventriculair antwoord VKF (rate control) – Conversie/voorkomen SVT – zz: fasciculaire VT (specifieke vorm, bij structureel nl hart)
55
nevenwerkingen verapamil
``` – brady • CAVE gebruik samen met betablokker – Hartfalen – Constipatie – Enkeloedeem – Nausea ```
56
verapamil alternatief
diltiazem
57
indicatie betablokkers
- vertraging ch ventriculaire antwoord bij VKF (rate control) - therapie bij hartfalen - voorkomen v recidieven SVT - voorkomen v recidieven VT
58
adenosine werking
inhibitie Ai receptor, inhibitie v adenylyl cyclase, hyperpolarisatie via inward rectifier I(K)
59
adenosine indicatie
Conversie van SVT DD stellen met hemodynamisch goed verdragen SVT of VT (vertragen AV geleiding in DD)
60
nevenwerkingen adenosine
``` – Flushing, dyspnee, thoracale pijn – VKF • gevaarlijk bij WPW (-> ventrikelfibrillatie) – Algemene malaise – Asthma ```
61
adenosine w versterkt door?
– CAVE versterking door dipyridamole en antagonisme dr theofylline
62
behandeling bradycardie
- enkel spoedeisend zo: hypotensie / draaierigheid / (pre)syncope - medicatie: atropine, isoprenaline, dopamine - sluit onderligg ischemie uit - intoxicatie? elektrolietenstoornissen? - zo symptomatisch: pacemaker
63
behandeling 1e gr AV blok
geen beh nodig
64
behandeling nodig bij sympt AV blok > 2e gr?
meestal wel
65
behandeling nodig bij asympt infranodale geleidingsstoornis?
meestal wel (risico op plotse dood)
66
indicaties (3) plaatsen v tijdelijke pacemaker bij AV geleidingsstoornissen
syncope hypotensie, cardiogene shock hartfalen
67
acute behandeling ikv AV geleidingsstoornissen
- evt tijdelijke pacemaker - steeds uitsluiten v onderliggende ischemie / intoxicatie / elektrolietenstoornissen - medicatie: atropine, isoprenaline - soms transcutaan pacen (defibrillator, pijnlijk, polscurve volgen)
68
beh v AV geleidingsstoornissen na acute opvang
meestal plaatsing v permanente subcutaan ingeplante pacemaker aangewezen
69
CI van permanente subcutaan ingeplante pacemaker ikv AV geleidingsstoornissen
acuut infarct intoxicatie (digitalis, beta-blokkers) myocarditis lyme
70
voorkomen AES
bij 60% vd nle volw, meestal asympt
71
behandeling AES
geruststelling, uitlokkende factoren vermijden (caffeine, alchohol) bij sympt: proeftherapie met beta-blokker
72
voorkomen VES
bij 60% vd volw, kan asympt of sympt z
73
behandeling sympt VES
onderliggend hartlijden uitsluiten (fam anamnese, echocardiografie, nt-invas test: coronaire ischemie beoordelen) onderligg hartlijden: dit behandelen niet-onderligg hartlijden: geruststelling -> persist klachten dan evt B-blokker