Medicatie voorbeelden Flashcards

(55 cards)

1
Q

acenocoumarol

A

Vitamine K antagonist (Vit. K is nodig voor stolling) antistolling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Apixaban

A

DOAC (antistolling)
Interacties NSAID en andere anticoagulantia (dubbel op/ te veel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Augmentin

A

Antibiotica
amoxicilline/​clavulaanzuur
Breedspectrum
Bijwerkingen: diaree en misselijk, overgevoelig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Buscopan

A

Indicatie: spasmen van het maagdarmkanaal, koliekpijn (door nierstenen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ciproxin

A

Antibiotica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Clopidogrel

A

Antistolling (ADP antagonist)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Diclofenac

A

NSAID (pijn, ontsteking en koorts) (pas op met nieren, lever, bloedvaten, stolling, digestivus)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Dipidolor

A

Opioïden (pijnstillend)
Bijwerkingen obstipatie, misselijk, duizelig, sedatie, droge mond)
Interacties: Betablokkers (teveel ondrukken van zenuwstelsel, benzodiazepines te veel sedatie, alcohol (versterkt), anti depressiva, Vit K antagonisten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Dormicum

A

Benzodiazepine agonisten. spierrelaxend, onderdr. zenuwstelsel, minder angst, meer slaap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Droperidol

A

Dopamine-antagonisten (anti- emetica)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Enalapril

A

ACE-remmer (ACE nodig voor angiotensine 1 naar 2) (Antihypertensiva)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Etoricoxib

A

NSAID (Pijnstillend, koortsverlagend en ontstekingsremmend )

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Fragmin

A

Heparine/ Dalteparine (Activeert anti-trombine: lichaamseigen rem op stolling)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Furosemide

A

Lisdiuretica (meer vochtuitscheiding door nieren) (door minder reabsoprtie zouten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Haldol

A

Klassieke antipsychotica (Psychose, Manie, Ernstige opwinding en onrust, Braken en misselijkheid)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hydrochloorthiazide

A

Thiazide diuretica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Ibuprofen

A

NSAID (Pijnstillend, koortsverlagend en ontstekingsremmend ) (nieren, lever, bloedvaten, stolling, digestivus)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Insuline

A

Voor mensen die geen/minder insuline aanmaken: diabetes
verlaagt bloedglucoseconcentratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Novorapid

A

Kortwerkende insuline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Insulatard

A

middellangwerkende insuline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Novomix

A

Mix van lang- en kortwerkende insuline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Lantus

A

Langwerkende insuline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Ipramol

A

SAMA = kortwerkend anticholinergicum .
- Onderdrukken het parasympatische zenuwstelsel
- Verwijdt de luchtwegen. Het vermindert de verkramping in de luchtwegen, waardoor de ademhaling makkelijker gaat.
- Remt Acetylcholine -> minder bronchoconstrictie

24
Q

kefzol

25
Konakion
Vitamine K Vitamine K: zorgt voor stolling. Indicaties: (bloedingen door) tekort aan vitamine K, Balans met gebruik van vitamine K antagonisten
26
Lactulose
Laxantia Obstipatie (door opioiden) Ontlasting moet zacht zijn (aambeien of na operatie)
27
Lanoxin
AF: verlagen van HF Hartfalen: hart krijgt meer kracht, HF verlaagd waardoor hart meer tijd heeft om samen te trekken, hart kan meer bloed rondpompen
28
Lisinopril
ACE-remmer (ACE nodig voor angiotensine 1 naar 2) (Antihypertensiva)
29
Lorazepam
Benzodiazepine agonisten Het onderdrukken van het centraal zenuwstelsel Spierrelaxend Angstreductie Slaapbevorderend
30
Marcoumar
Vitamine K antagonist. (Vit. K is nodig voor stolling) antistolling.
31
Metformine
Diabetes Metformine zorgt ervoor dat de lever minder bloedsuiker aanmaakt en dat de lichaamscellen gevoeliger worden voor insuline
32
Metoprolol
Betablokker (bloeddruk verlagen door symptatische zenuwstelsel te onderdrukken) Calciumantagonisten versterken het effect op het hart Alcohol vertraagd de afbraak van bètablokkers (versterking van de werking) Digoxine samen met bètablokkers geeft ernstige hartritmestoornissen NSAID’ers werken bloeddrukverhogend: verkleinen het effect van bètablokkers
33
Metoclopramide
Dopamine-antagonisten Onderdrukking van misselijkheid en/of braken. Remt de prikkels die misselijkheid en braken veroorzaken in de hersenen. Metoclopramide/ Primperan: stimuleert ook de beweging van de maag en het bovenste deel van de darm. Hierdoor gaat voedsel sneller van de maag naar de darmen. in eerste instantie niet langer dan 5 dagen
34
Morfine
Opioïden (pijnstillend) Bijwerkingen obstipatie, misselijk, duizelig, sedatie, droge mond) Interacties: Betablokkers (teveel ondrukken van zenuwstelsel, benzodiazepines te veel sedatie, alcohol (versterkt), anti depressiva, Vit K antagonisten.
35
Movicolon
Laxantia Obstipatie (door opioiden) Ontlasting moet zacht zijn (aambeien of na operatie)
36
Naproxen
NSAID (Pijnstillend, koortsverlagend en ontstekingsremmend ) (nieren, lever, bloedvaten, stolling, digestivus)
37
Naropin
Ropivacaïne anesthetica, lokaal of parenteraal (perifere zenuwblokkade, epiduraal,
38
Omeprazol/esomeprazol (nexium)
Maagbeschermer. Protonpompremmers. Tot 24 uur lange werking
39
Oxazepam
Benzodiazepine agonisten Het onderdrukken van het centraal zenuwstelsel Spierrelaxend Angstreductie Slaapbevorderend
40
Oxybutynine
Ontspant de blaas -> past meer in bij urine-incontinentie
41
Oxycontin
Langwerkend Opioïden (pijnstillend) Bijwerkingen obstipatie, misselijk, duizelig, sedatie, droge mond) Interacties: Betablokkers (teveel ondrukken van zenuwstelsel, benzodiazepines te veel sedatie, alcohol (versterkt), anti depressiva, Vit K antagonisten.
42
Oxynorm
Oxycodon Opioïden (pijnstillend) Bijwerkingen obstipatie, misselijk, duizelig, sedatie, droge mond) Interacties: Betablokkers (teveel ondrukken van zenuwstelsel, benzodiazepines te veel sedatie, alcohol (versterkt), anti depressiva, Vit K antagonisten.
43
paracetamol
Pijnstillend en koortsverlagend Pijnprikkel wordt verminderd
44
Pravastatine
Statine Verlaagt cholesterol en andere vetten in het bloed -> voorkomt vernauwing bloedvaten Bijwerkingen: spierpijn In de avond innemen -> ‘s nachts maakt lever meer cholesterol aan Heeft veel wisselwerkingen met andere medicatie
45
Prednisolon
Corticosteroïd Prednisolon, prednison, dexamethason, cortison, bètamethason Bijnierschorshormonen Ontstekingremmend en anti-allergisch Corticosteroïden worden vooral gebruikt bij ontstekingen in het lichaam. De meest voorkomende aandoeningen zijn astma, COPD, reumatoïde artritis, darmziekten en allergische reacties. Andere ziekten kunnen zijn; ziekten van de bijnieren, multipele sclerose (MS), bepaalde bloedziekten en een aantal vormen van kanker.
46
Primperan
Metoclopramide dopamine-antagonisten Misselijkheid
47
Selokeen
Metoprolol Beta-blokker (bloeddruk verlagen door symptatische zenuwstelsel te onderdrukken)
48
Simvastatine
Statine Verlaagt cholesterol en andere vetten in het bloed -> voorkomt vernauwing bloedvaten Bijwerkingen: spierpijn In de avond innemen -> ‘s nachts maakt lever meer cholesterol aan Heeft veel wisselwerkingen met andere medicatie
49
Sotalol
Beta-blokker (bloeddruk verlagen door symptatische zenuwstelsel te onderdrukken)
50
Tamsulosine
Alfablokker Daling bloeddruk: minder spanning van arteriolen -> minder perifere weerstand Beter plassen bij vergrote prostaat -> ontspanning spieren bij de prostaat Betere niersteenlozing en minder pijn
51
Temazepam
Benzodiazepine agonisten Het onderdrukken van het centraal zenuwstelsel Spierrelaxend Angstreductie Slaapbevorderend
52
Tolbutamine
Sulfonylureumderivaat Tolbutamide, gliclazide, glimepiride Deze middelen zorgen ervoor dat de alvleesklier insuline afgeeft Let op bij nier en lever
53
Tramadol
Opioïden (pijnstillend) Bijwerkingen obstipatie, misselijk, duizelig, sedatie, droge mond) Interacties: Betablokkers (teveel ondrukken van zenuwstelsel, benzodiazepines te veel sedatie, alcohol (versterkt), anti depressiva, Vit K antagonisten.
54
Xarelto
DOAC Interacties NSAID en andere anticoagulantia (dubbel op/ te veel)
55
Zofran
(Ondansetron). Anti-emetica