Mens en dier Flashcards

(22 cards)

1
Q

Hoe verklaart Aristoteles waar hij het verschil tussen mens en dier ziet?

A

De mens onderscheidt zich door logos (het vermogen tot rede en taal).
De ziel heeft 3 delen: vegetatief, sensitief en intellectueel. Het intellectuele deel maakt de mens tot mens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat betekent logos? (Aristoteles)

A

het vermogen tot rede en taal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe verklaart Descartes waar hij het verschil tussen mens en dier ziet?

A

het denkvermogen is uniek voor de mens. Ik denk dus ik besta. Alleen de mens heeft een res cogitans.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat stelt Plessner? (kopje mens en dier)

A

Plessner stelt dat de mens een refexief bewijszijn heeft
centrisch: (dieren beleven vanuit hun centrum van ervaring
excentrisch: mensen kunnen buiten hun centrum treden, naar zichzelf kijken als object.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat houdt centrisch in? (Plessner)

A

dieren beleven vanuit hun centrum van ervaring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt excentrisch in? (Plessner)

A

mensen kunnen buiten hun centrum treden, naar zichzelf kijken als object.

Dit maakt reflexief bewustzijn mogelijk: we kunnen onszelf bevragen, beoordelen, veranderen. Onze lichaamsbouw bepaalt dat wij ons op een bepaalde manier door de wereld kunnen bewegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houdt reflexief bewustzijn in? (Plessner)

A

We kunnen onszelf bevragen, beoordelen, veranderen. Onze lichaamsbouw bepaalt dat wij ons op een bepaalde manier door de wereld kunnen bewegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe ziet Darwin de mens?

A

Darwin ziet de mens als dier vanuit zijn evolutietheorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke drie factoren zijn van belang bij de evolutietheorie van Darwin?

A
  • variatie: individuen verschillen onderling
    -selectie: eigenschappen die overleving bevorderen worden doorgegeven
    -erfelijkheid: deze eigenschappen worden genetisch overgedragen

volgens Darwin is er geen absolute scheiding tussen mens en dier, alleen graduele verschillen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe ziet Nietzche de mens?

A

Nietzche ziet de mens als een niet-vastgesteld dier en een dier met een gebrek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat betekent Mangelwesen? (Nietzsche)

A

Een wezen met tekorten, zonder vaste instincten.

Denkvermogen maakt de mens beter.
De mens is niet-vastgesteld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Kan je deze zin uitleggen? De mens staat als niet-vastgesteld dier in verhouding met de slaven- en herenmoraal

A

slavenmoraal: opgelegde (christelijke) moraal
herenmoraal: meedogenloze zelf geschapen moraal
de mens is volgens Nietzche een wezen zonder vaste instincten. Doordat de mens zichzelf kan vormen, is hij in staat om verschillende morele systemen te ontwikkelen. De mens moet volgens Nietzsche leren zijn eigen waarden te scheppen in plaats van een slavenmoraal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zegt Despret over de spiegeltest?

A

Despret ziet de spiegeltest niet als voldoende om bewustzijn te meten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de spiegeltest?

A

?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

zelfbewustzijn (en wat zegt Despret hierover?)

A

vermogen perspectief aannemen van anderen, de capaciteit om jezelf te zien zoals anderen jou zien.
Despret stelt dat dit soort testen te beperkt en te mensgericht zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

perspectivisme (Despret)

A

er bestaat geen objectief standpunt van waaruit de werkelijkheid volledig gekend kan worden; alle kennis en ervaring is afhankelijk van het perspectief van degene die waarneemt of handelt.

17
Q

welke twee termen horen er bij Despret?

A

zelfbewustzijn en perspectivisme

18
Q

Waar staat Morton voor? (voor welk soort denken?)

A

Morton staat voor het ecologisch denken.

19
Q

Niet egologisch maar ecologisch denken: wie zegt dat?

20
Q

ecologisch denken, waar gaat dat over? (Morton)

A

over onszelf denken in verbondenheid met allerlei levende wezens

21
Q

wat houdt Mesh in? (Morton)

A

alles is verbonden iin een ecologisch netwerk, zonder duidelijke grenzen.

22
Q

wat is de kritiek op de egologie? (Morton)

A

Kritiek op egologie want wij zijn niet het centrum van iets