Module 5 Flashcards
(41 cards)
Depotisme
Regering waarbij 1 persoon de absolute macht heeft
Annexeren
Toevoegen van een grondgebied
Expansionistisch
Uitbreidend (qua grondgebied)
Parasiteren
Op schadelijke wijze leven
Bourgeoisie
Welgestelde burgerij
Saillant
Uitspringend punt van een vestigingswerk
Spervuur
Onophoudelijke reeks schoten na elkaar
Veldartillerie
Zwaar geschut
Infanterie
Voetvolk van een leger
Activisten
Lid van actiegroep
Prominent
Vooraanstaande
Onomatopee
Klanknabootsing
Genereren
Voortbrengen
Maskeren
Bedekken, verbloemen
Bloemlezing
Beste uit verzameling gedichten of proza
Autoriteiten
Machthebbers
Restricties
Beperkingen
Luguber
Huiveringwekkend, akelig
Denotatie
Objectieve, neutrale betekenis van een woord
Connotatie
De bijgedachte verbonden aan het woord
Initmidatie
Bangmakerij
Loyaal
Trouw, eerlijk
Paradox
Uitspraak die niet overeenstemt met gangbare mening
Ontmanteling
Uit elkaar halen of verwijderen van belangrijke onderdelen