moeilijke woorden Flashcards

(160 cards)

1
Q

decennia

A

tientallen jaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

ten laste gelegd

A

beschuldigd van

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

liquidatie

A

moord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

amper

A

nauwelijks

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

recente

A

onlangs gebeurde, korte tijd geleden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

kanttekeningen

A

opmerkingen, commentaar, kritiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

neveneffect

A

bijwerking, onbedoeld gevolg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

analyse

A

nauwgezet onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

faciliteert

A

stelt in de gelegenheid om, vergemakkelijkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

ondermijnt

A

tast het fundament aan, beschadigd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

fascinatie

A

het geboeid zijn, grote interesse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

kornuiten

A

vrienden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

grondlegger

A

oprichter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

concern

A

groot bedrijf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

en consorten

A

en de zijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

opzienbarende

A

sensationele, heel bijzondere en uitzonderlijke

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

onroerend goed

A

panden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

lucratief

A

veel winst opleverend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

commercie

A

handel met duidelijk winstoogmerk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

krijgt waar voor zijn geld

A

krijgt datgene of zelfs meer waarvoor betaald is, wordt beslist niet teleurgesteld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

ongegeneerd

A

schaamteloos

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

structurele

A

wat regelmatig voorkomt en of terugkeert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

onderbelicht

A

wat te weinig aandacht krijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

onthutsend

A

verbijsterend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
gerenommeerde
zeer bekende, goed bekend staande
26
cliche
afgezaagde uitspraak
27
witteboordencriminaliteit
misdaden gepleegd door hogere functionarissen (mensen met een hogere sociale status) vanachter hun bureau
28
perspectief
gezichtspunt
29
duiding
betekenis
30
beteugelen
in toom houden, onder controle brengen
31
dossier
verzameling papieren met gegevens over 1 zaak of 1 persoon
32
billijken
goedkeuren, gepast vinden
33
nuancering
fijn onderscheid, iets meer afgewogen voorstelling van zaken
34
conjunctuur
niveau van maatschappelijke welvaart
35
infiltratie
binnendringing
36
vetes
ruzie
37
absurd
onzinnig, dwaas, niet logisch en heel onverstandig
38
witwassen
illegaal verkregen geld (zwart geld) in omloop brengen
39
geëngageerd
maatschappelijk betrokken
40
signaleren
opmerken, aan de orde stellen
41
concrete
niet abstracte, werkelijk bestaande, tastbare
42
doorgaans
meestal
43
karakteriseren
kenschetsen, typeren
44
charisma
uitstraling
45
evident
(over)duidelijk
46
contemporaine
hedendaagse
47
populist
iemand die met slimme retoriek (een gewiekste manier van praten en redeneren die de mensen aanspreekt) sluimerende ontevredenheid onder het volk aanwakkert
48
demagogie
wat volksmenners doen, volksmennerij, poging om met retoriek het gedrag en de denkwijze van het volk te beïnvloeden
49
dissidenten
mensen die zich tegen de leiding keren en geen meelopers zijn
50
gelokaliseerd
gesitueerd, op een bepaalde plaats aanwezig
51
futuristisch
toekomstig, op de toekomst gericht
52
diens
van hem afkomstig, zijn
53
lijvige
forse
54
ambitieuze
ijverig, sterk strevend naar een te bereiken doel
55
initiatief
voorstel of handeling waarmee je iets in gang zet
56
efficient
doelmatig
57
dystopische
onheilspellende, als van een zeer negatieve (toekomstige) samenleving
58
dient te
moet
59
genuanceerd
niet-eenzijdig, van twee of meer kanten bekeken
60
visie
ruime blik, zienswijze
61
kennelijk
blijkbaar, klaarblijkelijk
62
laatdunkend
denigrerend, negatief
63
stigma
stempel, ongunstig label
64
ironisch
niet serieus, grappig en spottend
65
zich veroorloven
zichzelf toestaan of gunnen
66
missie
drang om een boodschap over te brengen
67
invalshoek
manier van kijken
68
impact
effect, invloed
69
parabel
symbolisch verhaal waaruit je kunt leren hoe je moet leven, gelijkenis
70
impliciet
zonder het uitdrukkelijk te zeggen of te noemen
71
afkalvende
steeds minder wordende, steeds verder verdwijnende
72
relevante
van belang, wat ter zake doet, toepasselijke
73
acute
plotseling opkomende, in scherpe vorm optredende
74
signatuur
manier van denken en optreden, kenmerkende aard
75
moralist
iemand die andere er voortdurend op wijst ''hoe het hoor''
76
meedogenloos
zonder medelijden, hartvochtig
77
illusies
hoopvolle gedachten die vaak niet uitkomen
78
cumulatieve
zich opstapelende
79
bestempelen
typeren, een stempel opdrukken
80
superioriteit
uitmuntendheid, verhevenheid
81
achterhaald
niet meer kloppend
82
veronderstelden
dachten, geloofden
83
abstracties
niet concrete zaken
84
fundamenteel
aan de basis, in de kern
85
diepgeworteld
sterk verankerd, wat heel diep zit
86
capaciteiten
vaardigheden
87
onvermijdelijke
onontkoombare
88
exceptioneel
uitzonderlijk, heel speciaal
89
evenwel
maar
90
pakweg
zo'n, ongeveer
91
redeneren
via het verstand tot ideeën of oplossingen komen
92
domesticeren
als huisdier gaan houden
93
monotheistische
uitgaan van het bestaan van 1 enkele god
94
empathie
invoelingsvermogen
95
ontdoen van
vrijmaken van
96
voorbehouden aan
alleen geldig voor
97
uiten
laten blijken
98
blootleggen
laten zien
99
verschaft
geeft
100
exclusieve
heel speciale, uitzonderlijke, met uitsluiting van alle dingen of mensen
101
kardinale
belangrijkste, cruciale
102
karakteristieke
kenmerkende
103
in essentie
wezenlijk
104
coöperatie
samenwerking
105
steevast
altijd, constant
106
arbitrair
willekeurig
107
genocide
volkenmoord, stelselmatige uitroering van een volk
108
selectief
welbewust uitkiezend, kieskeurig
109
koesteren
met liefde behandelen en beschermen
110
eroderen
wegslijten
111
cognitief
wat te maken heeft met mentale processen als leren, waarnemen, denken en zich herinneren
112
hierarchische
volgens rangorde, in rangorde voorkomende
113
causale
oorzakelijke
114
moreel
ethisch, wat te maken heeft met goed en kwaad
115
louter
puur, enkel en alleen
116
categorie
afdeling, soort
117
evolueren
zich trapsgewijs ontwikkelen
118
ontketenen
aanrichten, veroorzaken, laten beginnen
119
ecologische
te maken hebbend met de leefomgeving en de betrekkingen tussen levende wezens onderling
120
idealistisch
gericht op het bereiken van een ideaal, wereldverbeterend
121
sinds mensenheugenis
al bijzonder lange tijd
122
potentiele
mogelijke
123
mobiliseren
in beweging brengen, activeren
124
suggestieve
wat (vaak onjuiste) beelden, ideeën of gedachten oproept
125
uniform
eenvormig
126
diversiteit
verscheidenheid
127
disproportioneel
in verhoudingen onjuist, onevenredig
128
dogmatische
starre, volgens dogma's (strenge regels) denken/levend
129
veronderstelde
voor waar aangenomen maar nog niet bewezen
130
remedies
middelen om een oplossing te krijgen
131
paradox
innerlijke tegenspraak
132
ontvankelijk
gevoelig, geneigd om aan te nemen
133
sekse
geslacht
134
homogeniteit
gelijkvormigheid
135
overwegend
voornamelijk
136
optiek
gezichtspunt, mening
137
marktwerking
mechanisme waarbij vraag en aanbod de prijs bepalen
138
aanbeveling
advies
139
keurmerk
stempel/logo op product dat een bepaalde kwaliteit garandeert
140
aspect
kant, facet, opzicht
141
onbevangen
zonder vooroordelen, vrij denkend, ongedwongen
142
indoctrinatie
dwang om bepaalde, vastgelegde opvattingen te hebben, zeer sterke beïnvloeding van je denken
143
zich bekommeren om
aandacht geven aan, zorg besteden aan
144
geheid
beslist, zeker
145
zich profileren
de aandacht vestiging op jezelf, een duidelijk beeld geven van jezelf
146
competitieve
strijdlustige, vechtend om beter te worden dan een ander
147
gereguleerd
voorgeschreven hoe een activiteit moet verlopen, gestuurd
148
expertise
deskundigheid
149
in de waan
in de veronderstelling, ten onrechte denkend dat
150
uitgekiende
slim bedachte
151
liberaal
ruimdenkend, vrijzinnig, van een mening dat de overheid niet veel invloed moet hebben op de samenleving en de economie
152
quota
vastgestelde (meestal evenredige) delen of hoeveelheden (mv is quotum)
153
beoogd
als doel gesteld
154
ambtelijke
erg formele, de regels volgend
155
inherent aan
onverbrekelijk verbonden met
156
ideologie
leer, gedachtegoed dat de basis voor een stelsel vormt
157
doctrines
leerstellingen
158
niet gediend zijn van
afwijzend staan tegenover, niet willen
159
bedreven in
ervaren en handig
160
in de armen nemen
de hulp inroepen (van), erbij betrekken