Moeilijke woorden SEC Taak 11 Flashcards by Timo van Maastricht

Q

chicaneren

A

zeuren

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

farce

A

zinloze vertoning

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

machiavellisme

A

zonder geweten handelen of leiding geven

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

pyrrusoverwinning

A

overwinning die niets voorsteld

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

quarantaine

A

afgezonderd in verband met besmettingsgevaar

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

quasi

A

schijnbaar

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

trauma

A

geestelijke wond

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

narcistisch

A

ziekelijke liefde voor zichzelf hebben

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

repressieve

A

onderdrukkende

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

referenties

A

personen die inlichten over je kunnen geven

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

iets over iemand uitschakelen

A

liquideren

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

verschillende onderdelen samenvoegen

A

assembleren

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

het opnemen van vocht

A

absorberen

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

proberen vast te stellen waar iets is

A

traceren

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

in teksten schrappen of teksten verbieden

A

censureren

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

herstellen na een blessure

Study These Flashcards

A

revalideren

Q

ergens een verblijfplaats hebben

Study These Flashcards

A

resideren

Q

een duplicaat maken

Study These Flashcards

A

dupliceren

Q

iets aankondigen

Study These Flashcards

A

annonceren

Q

het verhevigen van een conflict

Study These Flashcards

A

escaleren

Q

een kink in de kabel

Study These Flashcards

A

een onverwachte tegenvaller, een probleem

Q

ergens patent op hebben

Study These Flashcards

A

ergens heel goed in zijn

Q

iets uit de eerste hand vernemen

Study These Flashcards

A

iemand die er heel nauw bij betrokken is, vertelt je er wat over

Q

een houten kop hebben

Study These Flashcards

A

een kater hebben

die wet is een papieren tijger

lijkt af te schrikken, maar stelt niets voor

zich in de vingers snijden

zichzelf benadelen

op een vulkaan dansen

plezier hebben terwijl er gevaar dreigt

op los zand bouwen

iets slecht voorbereid doen

dat snijdt me door de ziel

dat doet me verdriet

dat bedrijf is in de versukkeling geraakt

het gaat minder goed, het gaat achteruit