Natuurbeheer sws Flashcards
(3 cards)
Uitmijnen
Uitmijnen is een beheersmaatregel die wordt toegepast op graslanden met een teveel aan fosfor (P) in de bodem. Het doel is om de bodem te verschralen en zo soortenrijke, voedselarme graslanden te creëren.
Hoe werkt het?
Stikstof (N) toevoegen: Er wordt gecontroleerd stikstof toegediend om de plantengroei te stimuleren. Fosfor wordt namelijk minder makkelijk opgenomen dan stikstof.
Vegetatie groeit: Door de stikstof groeit de vegetatie, die zowel N als P opneemt.
Maaien en afvoeren: De biomassa wordt gemaaid en afgevoerd. Zo worden N en vooral P uit het systeem verwijderd.
Herhaling: Dit proces wordt herhaald totdat het fosforgehalte in de bodem voldoende is gedaald.
Waarom is dit nodig?
Fosfor bindt sterk aan de bodem en is daardoor moeilijker af te voeren dan stikstof.
Bij gewone verschraling (zonder N-bemesting) wordt stikstof snel de beperkende factor, terwijl er nog veel fosfor in de bodem zit.
Door gecontroleerd N toe te voegen, blijft de vegetatie groeien en kan ook fosfor worden afgevoerd via het maaisel.
Belangrijk: Het maaisel moet zorgvuldig worden afgevoerd om lekverliezen van nutriënten te voorkomen.
Communaal beheer
Communaal beheer verwijst naar een traditionele vorm van landschapsbeheer waarbij meerdere gebruikers (zoals landbouwers) gezamenlijk gebruikmaken van een gemeenschappelijk gebied, bijvoorbeeld voor begrazing.
Kenmerken van communale begrazing:
🐑 Begrazing binnen een groot raster
💰 Lage beheerskost:
🌿 Ontwikkeling van structuurgradiënten: Door variatie in graasdruk ontstaan er zones met verschillende vegetatiestructuren.
🚫 Geen perceelsgrenzen:
👣 Beperkte menselijke sturing: De begrazing verloopt grotendeels spontaan, met minimale tussenkomst.
Historische achtergrond: Deze beheervorm is gebaseerd op het vroegere gebruik van gemeenschappelijke weides (meenten), waar boeren hun vee gezamenlijk lieten grazen. Dit zorgde voor een dynamisch en natuurlijk beheer van het landschap.
Rotatiebeheer
Rotatiebeheer betekent dat je een terrein in blokken beheert, afwisselend.
➡️ Je bewerkt telkens een ander deel met varierende intensiteiten (maaien, begrazen, enz.)
➡️ Andere delen laat je met rust, zodat dieren en planten kunnen overleven.
➡️ Zo krijg je afwisseling in de natuur en meer biodiversiteit -> structuurvariatie en gradienten in stand