Nederlands 91011121314 Flashcards
(38 cards)
1
Q
Hans christian andersen
A
Deense schrijver die prachtige cultuursprookjes geschreven heeft bv het meisje met de zwavelstokjes
2
Q
Ontzetting
A
Heel grote angst,afgrijzen
3
Q
Rondwaren
A
Rondwalen,rondzwerven
4
Q
Ontwijden
A
Het heilige van iets wegnemen
5
Q
Snuiter
A
Raar kereltje
6
Q
Krenking
A
Erge beledeging
7
Q
Bedwelmend
A
Verdovend
8
Q
Opwellen
A
Opkomen,ontspringen
9
Q
Begerig
A
Hebzuchtig
10
Q
Wijsofer
A
Filosoof
11
Q
Vorsen
A
Aderzoeker
12
Q
Dompig
A
Muf
13
Q
Groezelig
A
Vuil
14
Q
Hersenschim
A
Waanbeeld
15
Q
Haveloos
A
Armoedig
16
Q
Keuvelen
A
Babbelen
17
Q
A
18
Q
Drentelen
A
Een beetje droelloos heen en weer stappen
19
Q
Week
A
Sentimenteel
20
Q
Ijdelheid
A
Vatbaarheid voor vleierij
21
Q
Heir
A
Leger
22
Q
Bros
A
Broos
23
Q
Vaal
A
Kleurloos
24
Q
Verminkt zijn
A
Zichtbaar gekwetst
25
Naargeestig
Afgrijselijk lelijk
26
Lichtschuw
Geen licht kunnen verdragen
27
Vergetelheid
Het afbreken van
28
Kampfer
Een kruid herinneringen
29
Een iep
Een olm
30
Weemoedig
Een beetje verdrietig
31
Luwte
Lauwe licht
32
Kluitje
Klompjes aarde
33
Scherts
Grap
34
Dommeling
Half slapend
35
Weedom
Verdriet,ziekte,armoede
36
Geblakerd
Door de Zon verbrand
37
Zwoel
Warm,vochtig,sensueel,zinnelijk
38
Draf
De rest van gerst bij het brouwen van bier