nederlands betekenissen Flashcards

(9 cards)

1
Q

synoniemen

A

woorden met een zelfde betekenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

antoniemen

A

woorden die een tegengestelde betekenis hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hyperoniem

A

een woord dat de betekenis van een ander woord volledig omvat openbaar vervoer is een hyperoniem voor bus, tram, trein

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hyponiem

A

onderverdeling van een bepaalde categorie
cola en limonade zijn een hyponiem van frisdrank

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

inheems woord

A

een woord dat vernederlandst is waardoor je niet ziet dat het een vreemde afkomst heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

een leenwoord

A

een woord dat uit een andere taal word overgenomen bv: smiley

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

bastaardwoord

A

heeft een nederlands tintje gekregen bv: chocolade , es: choclate

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

neologisme

A

een nieuwgevormd woord van een bestand woord combinatie bv: ochtendgrijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly