Nederlands TW 4 Flashcards
(117 cards)
1
Q
Mentaal
A
geestelijk
2
Q
Verhullen
A
niet openlijk zeggen, verbergen
3
Q
repressie
A
onderdrukking
4
Q
adequaat
A
passend, zoals nodig is
5
Q
loyaal
A
trouw
6
Q
reduceren
A
terugdringen
7
Q
attitude
A
houding
8
Q
ongenoegen
A
ontevredenheid
9
Q
saboteren
A
met opzet laten mislukken
10
Q
parallel
A
overeenkomst
11
Q
consensus
A
overeenstemming
12
Q
drastisch
A
ingrijpend, rigoureus
13
Q
onmiskenbaar
A
zeer duidelijk, niet te missen
14
Q
bont
A
gekleurd
15
Q
vergaren
A
verzamelen
16
Q
uniformiteit
A
eenvormigheid
17
Q
uniek
A
enig in zijn soort
18
Q
potentieel
A
mogelijk, in aanmerking komend
19
Q
rivaal
A
concurrent
20
Q
zinnen
A
bevallen
21
Q
negeren
A
contact uit de weg gaan
22
Q
ornitholoog
A
vogeldeskundige
23
Q
analyse
A
zorgvuldige ontleding
24
Q
aan het licht brengen
A
duidelijk maken
25
patroon
regelmatigheid
26
frequentie
bepaald aantal per tijdseeenheid
27
individueel
op zichzelf staand
28
vitaal
fit en krachtig
29
leek
ondeskundige
30
relatief
betrekkelijke
31
dientengevolge
daardoor
32
ietwat
een beetje
33
veerkrachtig
elastisch
34
al naargelang
afhankelijk van
35
intensiteit
heftigheid
36
proviand
voedsel
37
gepaard gaan met
samengaan met
38
democratisering
het volk krijgt inspraak en beslist mee
39
telescoop
verrekijker waarmee je heelal in kunt kijken
40
pseudoniem
schuilnaam
41
megalomaan
wat getuigt van grootheidswaanzin
42
microkrediet
financiering op kleine schaal
43
alternatief
vervanging, andere mogelijkheid
44
anoniem
zonder je naam te noemen
45
potentie
mogelijkheid
46
exclusief
met uitsluiting van dingen of mensen
47
innovatie
vernieuwing
48
autodidact
iemand die zichzelf van alles heeft aangeleerd zonder school
49
anarchistisch
geen staatsgezag aanvaardend
50
prototype
eerste exemplaar van nieuw product
51
destructief
kapotmakend
52
collectief
gemeenschappelijk
53
expliciet
nadrukkelijk
54
monogamie
het samenleven met 1 vaste partner
55
symbiose
samenleven van twee ongelijksoortige organismen die daar beide
56
diagnose
het vaststellen van een ziekte
57
extramurale zorg
zorg aan patiënten die niet in ziekenhuizen of verpleeghuizen verblijven
58
antidepressiva
middelen die neerslachtigheid verminderen of voorkomen
59
crescendo
toenemend,stijgend
60
data
gegevens
61
essentie
hoofdzaak
62
exemplatisch
als voorbeeld
63
expressief
veelzeggend
64
focus
datgene waar je je op concentreert
65
imago
beeld dat mensen van iets of iemand hebben
66
legitiem
wettig
67
medium
middel
68
oratie
redevoering
69
therapie
geneeswijze
70
humaan
menselijk
71
impulsief
zonder erover na te denken
72
elite
bevoorrechten klasse
73
provoceren
uitdagen
74
feministisch
strijdend voor vrouwenrechten
75
intercontinentaal
tussen verschillende continenten
76
intentie
plan, bedoeling
77
generaliseren
veralgimeniseren
78
ad hoc
voor de zaak
79
ad rem
gepast, ter zake
80
alter ego
tweede ik
81
casu quo
in het zich voordoende geval
82
comunis opinio
algemene mening
83
conditio sine qua non
noodzakelijke voorwaarde
84
contradictio in terminis
term die innerlijek tegenspraak bevat
85
corpus delicti
voorwerp waarmee een misdrijf is gepleegd
86
cum laude
met lof
87
cum suis
met de zijnen
88
deo volente
zo de Heere wil
89
ex aequo
op gelijek hoogte
90
modus operandi
werkwijze
91
mutatis mutandis
met de veranderingen die nodig zijn bij een andere toepassing
92
nota bene
let goed op
93
persona non grata
ongewenst persoon
94
postscriptum
naschrift
95
primus inter pares
de eerste onder zijns gelijken
96
pro deo
voor niets
97
stante pede
meteen, op staande voet
98
status quo
toestand waarin zich iets bevindt; bestaande toestand
99
sub rosa
vertrouwelijk
100
tabula rosa
onbeshreven blad
101
terra incognita
obekend land
102
carpe diem
pluk de dag
103
divide et impera
verdeel en heers
104
errare humanum est
vergissen is menselijk
105
in vino veritas
Wie dronken is, laat zijn ware aard zien
106
memento mori
gedenk te sterven
107
Mens sana in corpore sano
een gezonde geest in een gezond lichaam
108
morituri te salutant
zij die gaan sterven groeten u
109
Nil volentibus arduum
niets te moeilijk voor hen die willen
110
nomen est omen
de naam is een voorteken
111
pecunia non olet
geld stinkt niet
112
ora et labora
bid en werk
113
quo vadis
waarheen gaat gij
114
si vis pacem, para bellum
wie de vrede liefheeft, wapenen zich ten oorlog
115
Vanitas vanitatum, omnia vanitas
ijdelheid der ijdelheden, alles is ijdelheid
116
veni, vidi, vici
ik kwam, zag en overwon
117