Neurologie BB Flashcards

1
Q

Je vermoedt een sinustrombose. Hoe ga je de diagnose stellen?

A

CT met veneus contrast of MRI

  • liquor werkt niet?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Je vermoedt een sub arachnoidale bloeding. Welke diagnostiek pas je toe?

A

CT/MRI en Lumbaalpunctie

  • de lumbaalpunctie is logisch, gezien de liquor wordt aangemaakt in de sub arachnoidale ruimte.
  • lumbaalpunctie zit op L5-S1
  • onduidelijk welke eerst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Je vermoedt een SAB en plaatst daarom o.a. een lumbaalpunctie. Welke bevinding versterkt je vermoeden?

A

Het vinden van billirubine

  • in de lumbaalpunctie zoek je naar billirubine, bloed is er altijd wel door de prik. Maar aanmaak van billirubine duurt even en komt zeker uit de liquor.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De behandeling van sinustrombose bestaat uit:

A

Drain en anti-stolling

  • de antistolling is wel spannend, gezien bij sinustrombose ook bloedinkjes kunnen ontstaan
  • Ik neem aan anti-cogulantia als antistolling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Spierspanningshoofdpijn kan behandeld worden met medicatie of levensstijl adviezen. Welke medicatie?

A

Antidepressiva

  • Amytriptiline
  • Mirtazapine
    *Denk hierbij aan dat spierspanningshoofdpijn vermoedelijk deels door stress komt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Je wil graag een preventieve behandeling opstellen voor een patient met migraine. Welke drie medicamenten kun je overwegen?

A

Topiramaat (anti-epilepticum)
Propranolol (beta-blokker)
Candesartan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Patient lijdt aan een Trigeminus Neuralgie. Je besluit medicamenteus te behandelen. Wat kun je toedienen?

A

Carbamazepine

  • onduidelijk waarom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Patient lijdt aan een Trigeminus Neuralgie. Je besluit operatief te behandelen. Uit welke twee operaties kun je kiezen?

A

Janetta operatie
(kussen maken tussen opliggende bloedvat en zenuw)

Sweet operatie
(aantasten ganglion zodat minder pijn signaal aankomt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Patient heeft een hydrocefalus. Wat ga je doen om de druk te verlagen?

A

Drain plaatsen

  • of ruggenprik
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Patient heeft cluster hoofdpijn. Stel een beleid op waarbij je preventief medicatie voorschijft en medicatie die als aanvalsmanagement fungeert.

A

(Aanvalsmanagement)
Sumatripan
Zuurstof
(denk aan sumatra jungle zuurstof)

(Preventief)
Verapamil
(vaatverwijder dus minder druk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Patient is gediagnosticeerd met menigo-encefalitis. Welke medicatie schrijf je voor?

A

Aciclovir

  • meestal Herpes Simplex, dus een virus
  • Dus antiviraal middel
  • Maar menigo betekent toch van menigokok?? De bacterie??
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Patient is bekend met narcolepsie. Wat is je behandelbeleid?

A

Methylfenidaat en venlafaxine voorschrijven

  • Slaperigheid overdag: methylfenidaat/GHB
  • Kataplexie: venlafaxine/GHB
  • Hypnagoge hallucinaties: venlafaxine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Patient is bekend met narcolepsie, naast medicatie geef je hem ook levensstijl advizen. Deze zijn:

A

Vaste slaaptijden en dutjes overdag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Patient heeft een status epilepticus en je wil de aanval zo snel mogelijk stoppen. Wat dien je toe?

A

Diazepam

  • of Midazelam
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Patient is 36 uur dood en als donor opgegeven. Wat doe je?

A

Niet meer hersendood procedure en donorregister raadplegen. Alleen bij 24 u of korter.

  • minder dan 24 u dood en staat als donor opgegeven = donor register
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Patient is bekend met recidiverende syncopes. De leefstijladviezen (veel vocht) hebben niet gewerkt. Wat kun je voorschrijven?

A

Fludrocortison

17
Q

Patient heeft ernstige OSAS. Welke behandeling is geindiceerd, naast als allereerst afvallen?

A

Continious Positive Airway Pressure (CPAP)

18
Q

Patient heeft nekstijfheid en koorts. Er is geen papiloedeem, misselijkheid, insulten of uitval. Beleid?

A

Meteen anitbiotica toedienen.
Vervolgens lumbaalpunctie om menigitis te bevestigen.
Geen tekenen van hydrocephalus dus CT is niet nodig aanvankelijk.

19
Q

Een neurochirurg wil een aneurysma in de hersenen behandelen voor hij scheurt. Wat zijn de opties?

A

Coilen of Clippen.
Vervolgens Ca-antagonisten toedienen (voor bloeddruk verlaging?)

19
Q
A