nieuwe ontwikkelingen Flashcards

(68 cards)

1
Q

Beschrijf de situatie van de verzorgingsstaat in Nederland in de jaren 70.

A

In de jaren 70 kon de verzorgingsstaat de economische terugval niet aan, ondanks een langzame groei van de economie vanaf 1975 en beperkte werkloosheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Leg uit wat de WAO-uitkering inhoudt.

A

De WAO-uitkering was hoog en liep door tot het pensioen, in tegenstelling tot de WW-uitkering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe reageerden de VVD en het CDA op de druk op de verzorgingsstaat in de jaren 80?

A

De VVD en het CDA kozen voor een liberaal beleid, gericht op meer vrijheid voor bedrijven, herstel van winsten, bezuinigingen op overheidsuitgaven en beperking van de verzorgingsstaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat waren de gevolgen van de bezuinigingen onder de kabinetten-Lubbers?

A

De uitkeringen werden lager, er kwamen strengere keuringen voor WAO, en een aantal staatsbedrijven werd geprivatiseerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Leg uit wat het poldermodel inhoudt in de context van de jaren 80.

A

Het poldermodel leidde tot economische rust, waarbij de vakbeweging lagere lonen accepteerde in ruil voor meer vrije tijd en meer banen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat was de impact van de Europese samenwerking en globalisering op de Nederlandse economie rond 1985?

A

Nederland profiteerde volop van de groeiende internationale handel, wat leidde tot een herstel van de economie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe ontwikkelde de werkloosheid zich vanaf 1989 in Nederland?

A

Vanaf 1989 daalde de werkloosheid, maar het aantal WAO-uitkeringen bleef stijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat gebeurde er met de economische groei in Nederland tussen 1995 en 2001?

A

De economische groei was hoog en het aantal banen nam toe, wat leidde tot meer welvaart voor een groot deel van de bevolking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke sectoren droegen bij aan de economische groei in de jaren 90?

A

De groei kwam voornamelijk door de dienstensector en de opkomst van internet en mobiele telefonie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer eindigde de economische bloei in Nederland?

A

De economische bloei kwam pas in 2008 ten einde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Beschrijf het gedoogbeleid van Nederland.

A

Het gedoogbeleid is een aanpak van de overheid waarbij activiteiten die volgens de wet verboden zijn, binnen bepaalde beperkingen worden toegelaten, zoals het gebruik van softdrugs.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe werd Nederland een voorbeeld voor andere landen na 1960?

A

Nederland zag zichzelf als een ‘gidsland’ dat andere landen op de weg wees op het gebied van vrede, mensenrechten en hulp aan arme landen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat gebeurde er in Nederland in 2001?

A

In 2001 werd het homohuwelijk ingevoerd, waardoor Nederland het eerste land ter wereld was dat dit legaliseerde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Leg uit wat er in 2002 wettelijk werd toegestaan in Nederland.

A

In 2002 werd euthanasie, of levensbeëindiging, wettelijk toegestaan in Nederland.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat was de rol van Nederland in de vredesbeweging in de jaren ‘70?

A

Nederland speelde een leidende rol in de vredesbeweging, die zich verzette tegen de atoombewapening en actie voerde tegen de plaatsing van kruisraketten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoeveel mensen demonstreerden er in Amsterdam in 1981 tegen kruisraketten?

A

In 1981 liepen er 400.000 mensen mee in Amsterdam in een demonstratie tegen de kruisraketten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat was de uitkomst van de vredesbeweging tegen kruisraketten in Nederland?

A

De nieuwe kernwapens kwamen uiteindelijk niet in Nederland omdat de Sovjetunie en de VS afspraken maakten over vermindering van de kernbewapening aan het eind van de Koude Oorlog.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat was de rol van de NAVO na de Koude Oorlog in 1991?

A

Na de Koude Oorlog kreeg de NAVO de rol van het uitvoeren van militaire operaties om conflicten op te lossen, in plaats van alleen de verdediging van het vrije westen tegen het communisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat was de situatie in Bosnië in 1990?

A

In 1990 was er een bloederige burgeroorlog in Bosnië tussen Serviërs, Kroaten en Moslims.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welke rol speelde Nederland in de VN-vredesmacht in Srebrenica?

A

Nederland nam de verdediging van de stad Srebrenica op zich, die door de VN was aangewezen als ‘veilig gebied’ tijdens de burgeroorlog in Bosnië.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat gebeurde er met de Nederlandse VN-soldaten in 1995?

A

De licht bewapende Nederlandse VN-soldaten zouden steun vanuit de lucht krijgen, maar deze steun kwam niet op het moment dat de Bosnische Serviërs aanvielen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Beschrijf de invloed van de uitbreiding van de EU op de Nederlandse bescheidenheid.

A

De uitbreiding van de EU met landen uit Oost-Europa versterkte de Nederlandse bescheidenheid, omdat naarmate de EU groter werd, de Nederlandse invloed kleiner werd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Leg uit hoe de jeugdcultuur na de jaren 60 veranderde.

A

Na de jaren 60 raakte de jeugdcultuur verder verdeeld in subculturen van jongeren met diverse sociale en etnische achtergronden, elk met hun eigen normen, waarden, kleding, haardracht, taalgebruik en muziek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat kenmerkt de punkbeweging onder jongeren?

A

De punkbeweging, ontstaan onder invloed van de economische crisis, kenmerkte zich door ruwe optredens, bizarre uiterlijke kenmerken zoals zwarte kleren, spelden, kettingen, piercings en hanenkammen, en teksten die zich afkeerden van gezag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Hoe verhoudt de kraakbeweging zich tot de maatschappij?
De kraakbeweging keerde zich tegen woningnood door leegstaande panden te bezetten om te voorkomen dat ze gesloopt of verbouwd werden, soms met gewelddadige acties.
26
Wat gebeurde er op 30 april 1980 tijdens de inhuldiging van koningin Beatrix?
Tijdens de inhuldiging van koningin Beatrix veroorzaakten krakers veel rellen, waarbij gewonden vielen door stenen en molotovcocktails.
27
Welke kenmerken zijn er van de hiphopcultuur onder zwarte jongeren in Nederland?
De hiphopcultuur, populair onder zwarte jongeren, kenmerkte zich door rap die zich afzette tegen racisme, en een stijl met dreadlocks, felgekleurde sportkleding en grote brillen.
28
Hoe ontwikkelde de gabbercultuur zich in de jaren 90?
In de jaren 90 ontwikkelden witte jongeren uit arbeidsmilieus de gabbercultuur, gekenmerkt door makkelijk zittende trainingspakken en een apolitieke levensstijl met feesten op houseparty's.
29
Wat was de impact van de digitale revolutie op jongeren?
De digitale revolutie leidde tot veranderingen in communicatie, waardoor jongeren permanent contact hadden via internet en sociale netwerken, en de levensstijl van jongeren en ouderen meer geglobaliseerd raakte.
30
Hoe beïnvloedde de Engelse taal de levensstijl van jongeren en ouderen?
De Engelse taal breidde uit, wat bijdroeg aan de globalisering van de levensstijl van zowel jongeren als ouderen.
31
Beschrijf de kloof die ontstond tussen burgers en de politiek in Nederland.
Er ontstond een kloof tussen burgers en de politiek omdat burgers het gevoel hadden dat politici geen rekening met hen hielden, ondanks dat politici zeiden dat alles goed ging.
32
Hoe nam de polarisatie in Nederland toe na 2001?
De polarisatie nam toe door de wereldwijde angst en onzekerheid na de aanslagen van 11 september 2001, wat leidde tot heftige debatten over migratie en islam.
33
Leg uit wie Pim Fortuyn was en wat zijn standpunten waren.
Pim Fortuyn was een islamcriticus en oprichter van de LPF, die vond dat gevestigde partijen niet naar het volk luisterden en beloofde het land terug te geven. Hij beschouwde de islam als een 'achterlijke cultuur' en wilde grenzen voor moslims sluiten.
34
Wat gebeurde er met Pim Fortuyn in mei 2002?
Pim Fortuyn werd in mei 2002 vermoord door een milieuactivist.
35
Hoe reageerden de aanhangers van Pim Fortuyn op zijn moord?
De aanhangers gaven linkse partijen de schuld van zijn moord, omdat zij hem demoniseerden.
36
Wat veranderde er in het politieke landschap van Nederland na 2002?
Na 2002 hielden kabinetten en de meeste politieke partijen niet langer vast aan multiculturalisme, maar vonden ze dat buitenlanders moesten integreren of assimileren.
37
Hoe beïnvloedde de toetreding van Oost-Europese landen tot de EU de Nederlandse samenleving?
De toetreding van Oost-Europese landen tot de EU vergrootte de kloof tussen hoogopgeleiden (HO) en laagopgeleiden (LO), omdat HO gemakkelijker en goedkoper dingen gedaan kregen, terwijl LO concurrentie ervoeren op de arbeidsmarkt.
38
Wat was de impact van de economische crisis in 2008 op de Nederlandse samenleving?
De economische crisis in 2008 toonde opnieuw de tegenstellingen in de samenleving aan.
39
Wie was Geert Wilders en wat was zijn politieke positie in 2017?
Geert Wilders was de leider van de PVV, die zich sterker tegen de islam en Europa keerde dan Fortuyn, en zijn partij werd de op een-na-grootste partij in de Tweede Kamer in 2017.
40
Hoe ervoeren veel Nederlanders hun persoonlijke situatie in vergelijking met de samenleving?
Veel Nederlanders zeiden dat het met de samenleving niet goed ging, maar met henzelf wel.
41
Beschrijf de babyboomperiode in Nederland.
De babyboomperiode in Nederland vond plaats van 1948 tot 1978 en wordt gekenmerkt door een aanzienlijke stijging van het geboortecijfer.
42
Leg uit wat handelingsonbekwaamheid betekent.
Handelingsonbekwaamheid verwijst naar de situatie waarin iemand niet in staat is om rechtsgeldige overeenkomsten af te sluiten.
43
Wat zijn hippies en waartegen verzetten zij zich?
Hippies zijn jongeren die zich vanaf 1967 op een vredelievende en afwijkende manier verzetten tegen de consumptiemaatschappij en de heersende opvattingen.
44
Definieer inspraak in een besluitvormingsproces.
Inspraak betekent dat je zeggenschap hebt en je mening mag geven wanneer een besluit wordt genomen.
45
Wie zijn nozem en wat is hun kenmerkende uiterlijk?
Nozems zijn stoer geklede jongeren met een vetkuif, die vanaf 1955 opkwamen.
46
Wat veroorzaakte de oliecrisis?
De oliecrisis werd veroorzaakt door een tekort aan olie, wat leidde tot een economische crisis.
47
Leg uit wat ontzuiling inhoudt.
Ontzuiling verwijst naar het verdwijnen van de zuilen in de samenleving, wat leidde tot meer sociale en politieke gelijkheid.
48
Wat is het poldermodel?
Het poldermodel is een overlegronde gericht op overeenstemming en harmonie tussen verschillende partijen.
49
Wat is popmuziek?
Popmuziek is een genre van populaire muziek dat zich richt op een breed publiek.
50
Wie zijn de provo's en wat is hun doel?
Provo's zijn jongeren die zich vanaf 1965 uitdagend en speels afzetten tegen bestaande gezagsverhoudingen.
51
Wat zijn de kenmerken van rooms-rode kabinetten?
Rooms-rode kabinetten zijn regeringen die bestaan uit de KVP en de PvdA.
52
Wie zijn sociale partners?
Sociale partners zijn werkgevers en werknemers die samenwerken in de arbeidsrelaties.
53
Wat is een verzorgingsstaat?
Een verzorgingsstaat is een staat die met sociale voorzieningen zorgt voor het welzijn van de burgers.
54
Definieer verzuiling.
Verzuiling is de verdeling van de bevolking in levensbeschouwelijke groepen met eigen organisaties.
55
Wat houdt de digitale revolutie in?
De digitale revolutie is een ingrijpende verandering door ICT, die heeft geleid tot de opkomst van de informatiemaatschappij.
56
Wat is euthanasie?
Euthanasie verwijst naar levensbeëindiging, vaak op verzoek van de persoon zelf.
57
Wie zijn gabbers en wat is hun typische uiterlijk?
Gabbers zijn jongeren, vaak kaalgeschoren, herkenbaar aan hun trainingspak en sportschoenen.
58
Leg het gedoogbeleid van de overheid uit.
Gedoogbeleid is een aanpak waarbij activiteiten die volgens de wet verboden zijn, binnen bepaalde beperkingen worden toegelaten.
59
Wat is een kraker?
Een kraker is iemand die een gebouw binnendringt en in gebruik neemt zonder toestemming.
60
Wat is een kruisraket?
Een kruisraket is een middellangeafstandsraket die wordt gebruikt voor militaire doeleinden.
61
Wat houdt multiculturalisme in?
Multiculturalisme is het idee dat verschillende culturen in een samenleving gelijkwaardig zijn.
62
Wat betekent polarisatie in de samenleving?
Polarisatie betekent het benadrukken van tegenstellingen tussen verschillende groepen in de samenleving.
63
Wat houdt privatiseren in?
Privatiseren is het proces van de verkoop van een staatsbedrijf aan particuliere aandeelhouders.
64
Wie zijn punkers en wat is hun stijl?
Punkers zijn jongeren die provoceren met een bizar uiterlijk en een ruw optreden.
65
Wat is rapmuziek?
Rap is ritmische muziek met gezongen of gesproken teksten.
66
Wat zijn softdrugs?
Softdrugs zijn verdovende middelen waaraan geen verslavende werking wordt toegeschreven.
67
Definieer assimilatie in culturele context.
Assimilatie betekent dat mensen uit een andere cultuurgroep zich volledig moeten aanpassen aan de dominante cultuur, waardoor hun eigen culturele identiteit vervaagt.
68
Wat is integratie in een multiculturele samenleving?
Integratie is de wederzijdse aanpassing tussen cultuurgroepen, waarbij nieuwkomers zich aanpassen aan de kernwaarden van de dominante cultuur en actief deelnemen aan de maatschappij.