Nu en Later Flashcards
(26 cards)
Futurologie
In de ‘toekomstkunde’ benadert men de toekomst op een wetenschappelijke manier.
Trendextrapolatie
Hierbij wordt gekeken naar ontwikkelingen, ‘trends’, van de afgelopen jaren. Wanneer de futuroloog aanneemt dat die trends zich in de komende jaren nog wel een poosje zullen voortzetten, kan deze de trend doortrekken naar de toekomst, ‘extrapoleren’, en zo een goede gok maken over de komende jaren.
Trendbreuken
Het grootste risico van trendextrapolaties. Het zijn gebeurtenissen die (bijna) niemand kon zien aankomen, en die een radicale verandering inhoudden (bijv. ontwikkeling van het internet).
Robuuste trend
Trends die het heel lang volhouden, en die zelfs doorlopen als er radicale veranderingen optreden (zoals snelheidstoename van de communicatie, de schaalvergroting in de politiek en de bedrijven, urbanisatie = trek van mensen naar de steden).
Nanotechnologie
Een gloednieuwe technische ontwikkeling. Het is een vakgebied dat ernaar streeft om heel kleine apparaatjes te maken, kleiner dan wat je met het blote oog kunt zien: motortjes, machientjes, computertjes, robotjes, energieopwekkers.
Simulatie
‘nabootsing’: de echte wereld, of een stukje ervan, wordt nagebootst op de computer.
Model
Elk simulatieprogramma maakt gebruik van een model. Een model is een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid. Een plastic bouwpakket van een vliegtuig is ook een model en een landkaart in een atlas, of een portretfoto van de geportretteerde.
Scenario
Het plan voor de gebeurtenissen die in de simulatie gaan plaatsvinden.
Verdubbelingstijd
Bijv. bij de groei van bacteriën. De tijd waarin het aantal bacteriën zich verdubbelt.
Ongeremde groei
Wanneer er geen enkele oorzaak is waardoor de groei (van bijv. bacteriën) wordt gehinderd.
Exponentiële groei
Een ongeremd groeiproces is exponentiële groei, omdat het wiskundig beschreven kan worden met een exponentiële functie.
Trendverschuiving
Van bijv. constante groei naar een evenwicht.
Geremde groei
Logistische groei. Het groeitempo (van bijv. de mensheid) neemt af. Het is het gevolg van grenzen aan het systeem, bijv. een begrenzing in de beschikbare ruimte, het beschikbare voedsel of beschikbare resources of in draagkracht van het milieu.
Zwak geremde groei
Kan ontstaan als het mechanisme dat de afremming veroorzaakt zwak en traag is. Bijv. voor de tempstijging op aarde door broeikasgassen.
Systeemtraagheid
De traagheid van het natuurlijke proces waarmee de broeikasgassen uit de atmosfeer verdwijnen. Dat is een element wat vaak lelijk wordt onderschat.
Ozonlaag
De ozonlaag of ozonsfeer is een laag in de stratosfeer, tussen ongeveer 15 en 50 kilometer hoogte,[1] waarin relatief veel ozon aanwezig is. De aardatmosfeer beschermt het leven op aarde door een gedeelte van de schadelijke straling die afkomstig is van de zon tegen te houden. Zo wordt het schadelijkste deel van de ultraviolette straling uit zonlicht tegengehouden door de ozonlaag.
Na-ijleffect
Wanneer het gevolg van iets ‘na ijlt’. Het gevolg kan nog heel lang voortwoekeren nadat de oorzaak allang verdwenen is.
Anticiperen
In een voldoende vroeg stadium vooraf ingrijpen om schade voor te zijn.
Instorting
Wanneer het systeem instort. Als de afremming zo zwak is en zo traag op gang komt, dat het systeem te ver doorschiet en er iets kapotgaat.
Thomas Malthus
Schreef in 1798 over het gevaar van een exponentiële bevolkingsgroei.
Standaardscenario
Een ontwikkeling waarin een aantal processen overeenkomen.
Club van Rome
Opgericht door bezorgde wetenschappers in 1968. Deze groep heeft flink bijgedragen aan het denken over de toekomst.
Limits to growth
Een rapport / boek van de Club van Rome. Het boek had een enorm effect op de politiek en de publieke opinie, want voor het eerst werden voor een groot publiek de resultaten gepubliceerd van berekeningen met behulp van scenario’s en simulaties.
Meadows-model
World3 is een omvangrijk model. Het probeert alle mogelijke factoren mee te laten tellen die van invloed zijn op de toekomstige ontwikkeling van de mens. Zoals: uitputting van resources, economische groei, bevolkingsomvang, alfabetisering, milieuschade, de kans op nieuwe olievondsten, verdeling van welvaart, etc.