Oefentoets Flashcards
(40 cards)
Wat is het effect van een langdurig hoog glucosegehalte op het bloedvatenstelsel?
Hoog glucose beschadigt de wanden van de bloedvaten.
Iemand met een verlaagd HDL en verhoogd LDL vraagt om voedingsadvies. Welke advies geef je?
Meer onverzadigde vetten en meer plantaardige eiwitten. Onverzadigde vetten verhogen het HDL cholesterol. Dierlijke eiwitbronnen zoals vlees, kaas en zuivel bevatten een hoog gehalte aan verzadigd vet, plantaardige eiwitbronnen niet.
Wat is géén functie van de lever?
Transport van de chymus.
De lever heeft heel veel verschillende functies. Met name door transamineringsreacties produceert de lever veel warmte. De lever speelt een belangrijke rol in de glucosestofwisseling o.a. door de opslag van glycogeen. De lever is een zogenaamd hulporgaan wat betekent dat voedsel of voedselrestanten niet daadwerkelijk in de lever zelf terechtkomen.
Welk enzym dat nodig is voor de eiwitvertering bevindt zich in de maag?
Pepsine. Pepsine wordt gevormd in de maag vanuit pepsinogeen. Trypsine is het eiwit verterend enzym in het pancreassap. Lipase is het vet verterend enzym in het pancreassap.
In welke delen van de dunne darm vindt de opname van het grootste deel van de voedingsstoffen plaats?
Duodenum en jejunum. De opname van de meeste voedingsstoffen zoals glucose, aminozuren en vetzuren vindt plaats in de eerste twee delen van de dunne darm, het duodenum (twaalfvingerige darm) en het jejunum. In het ileum vindt met name resorptie van vocht, galzouten en vitamine B12 plaats.
De stoffen bewegen zich van plaatsen met een hoge concentratie naar een lage concentratie. Dit proces heet:
Bij diffusie verplaatsen stoffen zich afhankelijk van de concentratie. Zowel gassen als vloeistoffen kunnen diffunderen. Diffusie is afwijkend van osmose omdat dit specifiek geldt voor water dat zich door een semi permeable membraan verplaatst. Voor diffusie en osmose is geen energie vereist. Voor actief transport wel. Endocytose wordt ook wel blaasjes transport genoemd.
Iemand met het metabool syndroom vraagt om voedingsadvies. Welke adviezen geef je in ieder geval?
Minder verzadigde vetten en minder zout eten. Het metabool syndroom kenmerkt zich door 3 of meer van de volgende symptomen: verhoogd nuchter glucose, verhoogd gehalte aan buik vet, verhoogd triglyceriden, verhoogde bloeddruk. Minder verzadigd vet en minder zout zijn standaard gezondheidsadviezen. Of het weglaten van koolhydraten (ketogeen dieet) effectief is bij het metabool syndroom is niet wetenschappelijk bewezen.
Met welke term wordt het proces van bloedstolling aangeduid?
Coagulatie. Coagulatie is de term die wordt gebruikt voor het proces van bloedstolling. Een trombus is een bloedstolling zelf. Hemofilie is een aandoening waarbij stolselfactoren ontbreken en het bloed onvoldoende stolt wanneer het buiten het bloedvat treedt bij verwonding. Bij de bloedstolling zijn veel verschillende stoffen betrokken zoals vitamine K, calcium, trombine en fibrinogeen.
Welke stof wordt er geproduceerd waardoor mensen eten als prettig ervaren?
Beta endorphine is een hormoon dat een prettig gevoel geeft. Dit wordt aangemaakt bij eten dat iemand lekker vindt. Dit zou een verklaring zijn voor het overeten en daarmee samenhangend gewichtstoename.
Welk orgaan is betrokken bij de productie en distributie van cholesterol?
De lever produceert en distribueert cholesterol wat onder meer nodig is voor de synthese van verschillende hormonen. Er is sprake van een verhoogd cholesterol wanneer het absolute LDL cholesterol te hoog is of het HDL cholesterol te laag is ten opzichte van het LDL cholesterol.
Welk door vetweefsel afgegeven hormoon stimuleert het gevoel van verzadiging op lange termijn?
Leptine wordt geproduceerd door het vetweefsel. Hoe meer vetweefsel, hoe meer leptine er wordt geproduceerd en hoe sterker de verzadiging wordt gestimuleerd. Ghreline wordt door de maag afgegeven en stimuleert het hongergevoel. Gastrine stimuleert de maagzuurproductie.
Een pees is een verbinding tussen:
Tussen een skeletspier en een bot. Gewrichtsbanden zitten om het gewricht heen en verbinden twee botten met elkaar.
Wat gebeurt er wanneer iemand systematisch overeet?
Overeten zorgt ervoor dat iemand méér energie binnen krijgt dan hij nodig heeft. De energiebalans wordt daarmee positief en het gewicht zal toenemen.
Wat is de functie van neurotransmitters?
Ze spelen een rol bij de impulsoverdracht in de synaps.
Neurotransmitters zijn boodschapperstoffen die zich in de synapsspleet bevinden. Dit is de plaats waar overdracht tussen de ene zenuw en de andere zenuw plaatsvindt.
Alveoli zijn:
Alveoli zijn longblaasjes. Om de alveolie zitten hele kleine bloedvaatjes. Hier vindt uitwisseling plaats tussen CO2 (koolstofdioxide) en O2 (zuurstof) d.m.v. diffusie.
Welke van de genoemde drie hormonen is een direct werkend hormoon?
Groeihormoon (GH). De adenohypofyse produceert een groot aantal hormonen. Groeihormoon is een direct werkend hormoon in tegenstelling tot de andere twee. TSH en prolactine werken indirect doordat ze invloed hebben op andere hormoonklieren.
Welke micronutriënt wordt in de dikke darm geproduceerd?
Vitamine K.
In de dikke darm kunnen enkele voedingsstoffen worden geproduceerd, waaronder kleine hoeveelheden vitamine B11 en vitamine K. Dit is onvoldoende om in de dagelijkse behoefte te voorzien.
Wanneer is er sprake van hypertensie?
Hoger dan 140/90 mmHG
Waar vindt de productie van gal plaats?
Lever.
Productie van gal vindt plaats in de lever. Via de galgangen komt het bij de galblaas terecht waar het wordt opgeslagen. De galblaas zelf produceert geen gal.
Welke maaltijd blijft het langst in de maag voordat het naar de dunne darm gaat?
een maaltijd met een hoog vetgehalte. Vetten verblijven het langst in de maag. Vocht verlaat de maag het snelst. Eiwitten verblijven na vetten het langst in de maag. Een koolhydraatrijke maaltijd verlaat de maag relatief snel.
Welke voedingsstof kan het lichaam anaeroob verbranden?
Koolhydraten
Wat gebeurt er wanneer de insulineproductie stijgt?
Het honger gevoel wordt onderdrukt. Hoge insulinegehaltes onderdrukken het proces van gluconeogenese in de lever en bevorderen de glycogenese. Hierdoor krijgen de hersenen signalen dat er voldoende energie beschikbaar is. Hoge insulinegehaltes onderdrukken op deze manier het hongergevoel.
Welk celorganel speelt een rol in de synthese van vetten en steroïden in de cel?
Het glad endoplasmatisch reticulum bevat in tegenstelling tot het ruw endoplasmatisch reticulum geen ribosomen. In het ruw endoplasmatisch reticulum vindt eiwitsynthese en transport plaats; in het glad endoplasmatisch reticulum synthese van vetten en steroïden.
Het proces van het omzetten van glycogeen in glucose heet:
Glycogenese is het omzetten van glucose in glycogeen. Glycogenolyse is het omgekeerde proces, namelijk het omzetten van glycogeen in glucose. Gluconeogenese is het produceren van glucose vanuit niet-koolhydraat bronnen.