Onderwijswetenschappen hoorcollege 2 Flashcards
(40 cards)
Wat is onderwijssociologie?
De studie van hoe sociale factoren zoals klasse, etniciteit, gender, cultuur en macht invloed uitoefenen op onderwijsprocessen en hoe onderwijs maatschappelijke structuren en ongelijkheden beïnvloedt.
Wat zijn de functies van het onderwijs?
Kwalificatie, socialisatie en subjectivering (Gert, biesta, 2009)
Wat houdt selectie in?
Onderwijs selecteert leerlingen op basis van hun capaciteiten, prestaties en kwalificaties. Het onderscheidt wie geschikt is voor bepaalde rollen of niveaus.
Wat houdt allocatie in?
Dit gaat over de toewijzing van mensen aan arbeidsmarkten en maatschappelijke posities, zoals banen en sociale klassen.
Wat houdt emancipatie in?
Onderwijs biedt individuen de kans om hun sociale positie te verbeteren, ongeacht hun afkomst of achtergrond.
Het geeft toegang tot kennis, vaardigheden en mogelijkheden die kunnen leiden tot persoonlijke en maatschappelijke vooruitgang.
Wat houdt reproductie in?
Dit verwijst naar het fenomeen waarbij onderwijs bestaande sociale ongelijkheden en machtsstructuren in stand houdt.
Pierre Bourdieu, een invloedrijke socioloog, benadrukte hoe het onderwijs cultureel kapitaal (waarden, normen en kennis van hogere klassen) doorgeeft, wat leidt tot een voordeel voor kinderen uit hogere sociale klassen.
Wat is een meritocratie?
Meritocratie houdt in dat sociale posities en beloningen in de samenleving gebaseerd zijn op individuele verdiensten (zoals talent en inzet) in plaats van afkomst of sociale klasse.
Wat wordt gezien als sleutelmacht en in wat…..
Onderwijs, meritocratie
Subjectivering
Subjectivering is het proces waarin leerlingen worden gestimuleerd om hun eigen identiteit, waarden, normen en opvattingen te ontwikkelen, en een unieke positie in de wereld in te nemen.
Socialisatie
Vele manieren waarop we, door middel van onderwijs, lid worden
van en deel uitmaken van bepaalde sociale, culturele en politieke ‘orden’. Er kan geen twijfel over
bestaan dat dit een van de daadwerkelijke ‘effecten’ van onderwijs is, aangezien onderwijs nooit
neutraal is, maar altijd iets representeert en dit op een bepaalde manier doet.
Sociale mobiliteit
Wat is het verschil tussen intergenerationele mobiliteit en intragenerationele mobiliteit?
Intergenerationele mo
Het pygmalioneffect
De invloed die verwachtingen van een docent kunnen hebben op de prestaties van leerlingen, zowel positief als negatief.
Wat betekent sociale reproductie volgens Pierre Bourdieu?
Het proces waarbij sociale ongelijkheden van de ene generatie op de volgende worden overgedragen via instellingen zoals het onderwijs.
Leg de reproductietheorie van Pierre Bourdieu uit
Dit gaat over hoe sociale ongelijkheid in de samenleving wordt behouden en doorgegeven van generatie op generatie. Dit proces van sociale reproductie wordt grotendeels mogelijk gemaakt door verschillende vormen van kapitaal die mensen bezitten.
Cultureel kapitaal
Dit omvat kennis, vaardigheden, opleidingsniveau, en culturele voorkeuren die mensen bezitten. Cultureel kapitaal kan bijvoorbeeld het vermogen om bepaalde sociale codes en normen te begrijpen en te gebruiken omvatten, zoals het beheersen van de taal of het beschikken over formele kennis. Mensen met veel cultureel kapitaal hebben vaak meer succes in onderwijs- en beroepscontexten.
Wat houdt het in dat Pierre Bourdieu heeft gezegd dat de dominante groep in de samenleving meestal beschikt over symbolische macht
Omdat hun meestal over economisch, sociaal en cultureel kapitaal bezitten.
Wat zijn de nadelige gevolgen van een meritocratische samenleving - Micheal Young
- maatschappelijke solidariteit onder druk
- nadruk op individuele verantwoordelijkheid en verharding
- nieuwe vormen van tweedeling, mensen die academisch goed presteren en mensen die het niet goed academisch presteren ipv sociale achtergrond
- het ideaal van gelijke kansen
- schuld bij het individu leggen (iedereen heeft gelijke kansen, als je maar je best doet dan wordt je wat je wilt, als je buiten de boot valt is dat vooral aan gebrek van inzet te wijten
Kansengelijkheid
Onderwijsstelsel waarin schoolprestaties van een leerling een reflectie zijn van de inzet en talent van een leerling en
niet van diens sociaal milieu
Wat hoort er bij kansgelijkheid?
Elk kind heeft recht op optimale ontwikkelingsmogelijkheden, gegeven diens aanleg en talenten en het is onrechtvaardig als kinderen met gelijke aanleg verschillende mogelijkheden hebben op een succesvolle schoolcarrière
vanwege de achtergrondkenmerken van het gezin van herkomst of hun geslacht
De mate van differentiatie, flexibiliteit, beroepsoriëntatie en standaardisering zijn cruciale kenmerken van een onderwijsstelsel en spelen een belangrijke rol in de mate waarin kansengelijkheid kan worden gerealiseerd. Wat houdt dit allemaal in?
differentiratie is de mate waarin verschillende onderwijsstromen naast elkaar bestaan en de leeftijd waarop leerlingen worden verdeeld over verschillende onderwijsstromen. Flexibiliteit verwijst naar de mogelijkheid voor leerlingen om te switchen tussen niveaus, leerwegen of onderwijsvormen gedurende hun schoolloopbaan. Beroepsoriëntatie is de mate waarin het onderwijs specifiek is ingericht op een
bepaald beroep of specifieke arbeidsmarktsector
Standaardisering betekent dat er uniforme regels, structuren en verwachtingen gelden voor alle leerlingen in een onderwijssysteem.
Hoe …. differentiatie hoe …. de kansen hoe … differentiatie hoe …… de kansen
Keuze uit: meer/minder, later/eerder, minder gelijk, meer gelijk.
minder, gelijker, later, gelijker
Wat zijn de drie onderwijsstromen? (flexibiliteit)
- Doorstroommogelijkheden bv na havo doorstromen voor universiteit
- naar bv mavo/havo gaan ipv naar de mavo,
- op of afstroommogelijkheden bv van havo 2 naar vwo 3 gaan.
Hoe flexibeler het onderwijs hoe …. de kansen
Gelijker