Onderzoek MFA - Anterior Flashcards
(23 cards)
Test A.3.06
Regio hypochondriaca re - inguinalis li:
omentum minus – lig. Falciforme – mesosigmoideum.
Regio hypochondriaca li - inguinalis re:
Lig. Phreno-lienale – lig. gastro-lienale – mesenterium
Schuin systeem, diep,
Abdominale regio
MFA - Anterior
- P. in ruglig benen gestrekt
- O. staat lateraal van de patiënt
- O. plaatst één hand op de chondro-costale rand van de heterolaterale zijde, de andere hand ligt op het ilium (homolateraal) met de ulnaire zijde van de hand op het lig. inguinale
- O. bouwt voorspanning op door beide handen uit elkaar te bewegen
- O. vraagt P. in- en uit te ademen en evalueert de dynamiek in deze ketting
- O. focust zich op de dieperliggende structuren, die zich in deze assen bevinden. Restricties in deze dieperliggende fasciale structuren kunnen eveneens mobiliteit van bekkencilinder en thoraco-lumbale cilinder (diafragma) beïnvloeden.
- O. kan deze lijn fragmenteren door met de handwortel contact te nemen t.h.v. de umbillicus om zo de fasciale spanning in de verschillende kwadranten te evalueren.

Test A.3.02
Maag - omentum maius - colon transversum - dunne darm - blaas - lig. umbillico-vesicale
Recht mediaan systeem, diep,
Abdominale regio
MFA - Anterior
- O. focust zich op dieperliggende structuren zoals maag, lig. Gastro-colicum, colon transversum, dunne darmen, blaas, lig. Umbillico-vesicale, die zich in deze as bevinden.
- Zo kan O. restricties, die zich op dit vlak bevinden diagnosticeren
- O. kan dan deze lijn fragmenteren door met handwortel contact te nemen t.h.v. de umbillicus om zo spanningsverhoging in het supra-umbillicale deel of infra-umbillicale deel te differentiëren.

Test A.3.04
Lig. phreno-colicum
+ colon asc./desc.+ fascia van Toldt.
Recht paramediaan systeem, diep,
Abdominale regio
MFA - Anterior
- O. focust zich op de dieperliggende structuren, die zich in deze as bevinden
- Restricties in deze dieperliggende fasciale structuren kunnen eveneens mobiliteit van bekkencilinder en thoraco-lumbale cilinder (diafragma) beïnvloeden.

Test A.1.04
Regio supra- en infrahyoidalis
Recht (mediaanlijn), variant 1&2
Halsregio
MFA - Anterior
- fascia cervicalis superficialis, media en profunda
- supra- en infrahyoidale musculatuur
Recht (mediaan lijn), variant 1
- O. brengt beide handen onder de nek
- brengt zijn duimen in contact met de rami mandibulae en lordoseert de cwz. tot er een voorspanning opgebouwd is in het fasciaal systeem tussen mandibula en bovenste thoraxopening
- P. laten in- en uitademen en waarnemen waar de fasciale spanning het eerst aankomt (links- rechts) op de mandibula
variant 2 alleen foto

Test A.3.05
M. O.A.E - M.O.A.I
Schuin systeem, oppervlakkig,
Abdominale regio
MFA - Anterior
- P. in ruglig benen gestrekt, O. staat lateraal van de patiënt
- O. plaatst één hand op de chondro-costale rand van de heterolaterale zijde, de andere hand ligt op het ilium (homolateraal) met de ulnaire zijde van de hand op het lig. inguinale.
- O. bouwt voorspanning op door beide handen uit elkaar te bewegen
- O. vraagt P. in- en uit te ademen en evalueert de dynamiek in deze ketting
- O. maakt zijn bevindingen transparant aan de mobiliteit- en motiliteitsbevindingen van de thoraco-lumbale cilinder en de bekkencilinder.
- Steeds links en rechts vergelijken.

Test A.2.01
Recht (mediaanlijn),
Sternum en oppervlakkige fascia
(oppervlakkig)
Thoracale regio
MFA - Anterior
- P. in ruglig, hoofd in neutrale positie
- O. aan het hoofdeinde
- O. plaatst één hand op het manubrium sterni, de andere hand op het corpus sterni, de vingertoppen van beide handen wijzen naar caudaal
- O. krijgt een impressie omtrent de dynamiek in deze regio en gaat vervolgens na welke spanning aanwezig is in de oppervlakkige fasciale structuren van deze regio.
- Bij een vrij fasciaal systeem krijgen we een golvende lijn ant.- post. en transversaal.
- Bij een restrictie is deze lijn onderbroken of gedevieerd.
- O. vraagt P. in-en uit te ademen en evalueert de inherente mobiliteit van het sternum.

Test A.3.03
M. O.A.E. - M.O.A.I.
Recht paramediaan systeem, oppervlakkig,
Abdominale regio
MFA - Anterior
- P. in ruglig, benen gestrekt, O. staat lateraal van de P.
- O. kruist de beide voorarmen, neemt met de ene hand contact op de inferieure chondrocostale rand en met de andere hand op het ilium, lig. Inguinale
- O. brengt een zekere voorspanning op de fasciale structuren door de handen uit elkaar te bewegen
- O. evalueert de elasticiteit en de dynamiek in deze fasciale ketting
- O. vergelijkt met de andere zijde
- O. maakt zijn bevindingen transparant aan de mobiliteit- en motiliteitsbevindingen van de thoraco-lumbale cilinder en de bekkencilinder.

Test A.1.08
Os hyoideum
bewegingstest rond antero - posteriore as
Halsregio
MFA - Anterior
- P. in ruglig, hoofd in neutrale positie
- O. aan het hoofdeinde, de nek wordt door de hand van de O. ondersteund
- O. neemt met de andere hand het os hyoideum vast tussen duim en wijsvinger en test de bewegingsvrijheid rondom de a-p as door een kantelbeweging van het os hyoideum in het frontaal vlak uit te voeren.
- O. evalueert de bewegingsvrijheid in beide richtingen.
- Het laat hem toe om de preciezere lokalisatie van de fasciale verkorting te bepalen.
Test A.3.07
M. transversus abdominis
Transversaal systeem, oppervlakkig,
Abdominale regio
MFA - Anterior
- P. in ruglig benen gestrekt
- O. staat lateraal van de patiënt
- O. kruist de voorarmen en plaatst de handen op de illii op S.I.A.S hoogte
- O. bouwt een voorspanning op door beide handen uit elkaar te brengen
- O. evalueert de dynamiek van de beide ilii (openen – sluiten) bij in- en expiratie.

Test A.2.05
Fascia clavi – pectoralis
Schuin
Thoracale regio
MFA - Anterior
- P. in ruglig, de arm aan de te testen zijde ligt in endorotatie, adductie
- O. staat lateraal van de patiënt
- O. plaatst duim en index in pincetgreep boven en onder de clavicula
- O. drukt progressief dieper in de weefsels:
- Bij een vrij fasciaal systeem kan de O. de toppen van duim en index met elkaar in contact brengen
- Bij restrictie van het fasciaal systeem treedt er een spanning en pijngewaarwording op bij de P.

Test A.2.04
M. pectoralis maior
Schuin
Thoracale regio
MFA - Anterior
- P. in ruglig, hoofd in neutrale positie, O. aan het hoofdeinde
- O. brengt de arm van de P. in abductie en exorotatie tot de grens van fasciale spanning bereikt is
- De ene hand van de O. ligt op de M. pectoralis maior, de vingertoppen wijzen naar het sternum
- De andere hand ligt op de bovenarm van de P.
- O. brengt voorspanning op het fasciaal systeem door beide handen uit elkaar te bewegen
- O. evalueert de fasciale spanning en laat de P. in-en uitademen, waarbij de dynamiek in deze regio beoordeeld wordt (vergelijken met andere zijde)

Test A.3.08
fascia transversalis - colon transversum - lig. Latum uteri
Transversaal systeem, diep,
Abdominale regio
MFA - Anterior
- P. in ruglig benen gestrekt
- O. staat lateraal van de patiënt
- O. kruist de voorarmen en plaatst de handen op de illii op S.I.A.S hoogte
- O. bouwt een voorspanning op door beide handen uit elkaar te brengen
- O. focust zich op de dieperliggende structuren, die zich in de transversale as bevinden
- Restricties in deze structuren kunnen eveneens mobiliteit en motiliteit van de illii beïnvloeden

Test A.1.10
Antero – posteriore fasciale test
fascia cervicalis media en superficialis, mm. Scaleni, M. sterno-cleido-mastoideus
Halsregio
MFA - Anterior
- P. in ruglig, hoofd in neutrale positie
- O. aan het hoofdeinde
- O. ondersteunt met één hand het occiput van de P., andere hand ligt t.h.v. het sternum
- O. voert een lichte axiale tractie uit en brengt het fasciaal systeem (post. en ant.-post.) op voorspanning
- O. vraagt P. in-en uit te ademen en gaat de elasticiteit na van de fasciale ketting die antero-posterior verloopt
- Bij een normale spanning ervaart de O. een vrije ritmische beweging
- Bij een restrictie ervaart de O. een asynchrone beweging, die volgens verschillende preferentiële assen verloopt

Test A.3.01
M. rect. abdominis - linea alba
Recht mediaan systeem, oppervlakkig,
Abdominale regio
MFA - Anterior
- P. in ruglig benen gestrekt
- O. staat lateraal van de P.
- O. plaatst één hand met handwortel in contact met de angulus xyphoideus.
- De andere hand ligt met de handwortel supra-pubisch.
- De vingertoppen zijn naar craniaal gericht.
- O. evalueert de fasciale spanning en dynamiek van deze lijn.
- O. vraagt de P. in-en uit te ademen en noteert de bewegingsvrijheid van de angulus xyphoideus (symmetrisch – asymmetrisch).

Test A.1.06
Os hyoideum, luistertest
Halsregio
MFA - Anterior
- P. in ruglig, hoofd in neutrale positie
- O. neemt contact met het os hyoideum b.m.v. duim en wijsvinger of tussen beide wijsvingers
- O. volgt de preferentiële bewegingsvrijheid van het os hyoideum, gedirigeerd door alle fasciale structuren, die er een relatie mee hebben.

Test A.2.02
Recht (mediaanlijn)
Mediastinum: Hart en pericardium (diep)
Thoracale regio
MFA - Anterior
- P. in ruglig, hoofd in neutrale positie
- O. aan het hoofdeinde
- O. plaatst één hand op het manubrium sterni, de andere hand op het corpus sterni. De vingertoppen van beide handen wijzen naar caudaal
- O. gaat zich nu focussen op de diepere structuren van het mediastinum
- O. maakt terug een evaluatie van de fasciale spanning, dynamiek in deze regio.
- Uitgaande van deze palpatie kan zich een duidelijke fasciale trek aanmelden in een bepaalde richting.

Test A.1.03
Regio supra- en infrahyoidalis
Recht (mediaanlijn)
Halsregio
MFA - Anterior
- fascia cervicalis superficialis, media en profunda
- supra- en infrahyoidale musculatuur
Recht (mediaan lijn)
- P. in ruglig, hoofd ondersteund buiten de tafel
- O. aan het hoofdeinde
- O. fixeert met één hand het sternum, de andere hand ondersteunt het hoofd (occiput)
- De extensiebeweging wordt uitgevoerd tot de fasciale structuren tussen mandibula en bovenste thoraxopening op spanning komen
- P. laten in-en uitademen en de elasticiteit van deze structuren evalueren
- Let erop dat de P. zijn mond niet opent (geeft aan dat er een verkorting is)

Test A.1.02
Centrale aponeurotische fasciale as
Halsregio
MFA - Anterior
Deze fasciale as vertrekt van het foramen magnum, loopt naar caudaal in de diepere fasciale lagen naar het mediastinum tot op het diafragma abdominalis
- P. in ruglig, hoofd in neutrale positie
- O. aan het hoofdeinde
- O. legt beide handen in komvorm onder het occiput, de duimen wijzen in de richting van de anguli mandibulae
- Bij een fasciale restrictie worden de handen van de O. met de schedelbasis naar caudaal getrokken volgens het ritme van de ademhaling
- De O. ziet eveneens een ritmische beweging cefalo-caudaal
- Bij zeer sterke restrictie, zien we de viscerale loge van de hals bij inspiratie in de thoraxholte getrokken worden

Test A.2.03
Complementair systeem
(Pectoralis minor)
Schuin
Thoracale regio
MFA - Anterior
- P. in ruglig, hoofd in neutrale positie
- O. aan het hoofdeinde
- O plaatst één hand op de processus coracoideus, vingertoppen wijzen naar lateraal en craniaal
- de andere hand rust op de M. pectoralis minor met thenar en hypothenar, de vingertoppen wijzen naar mediaal en caudaal.
- O. evalueert de fasciale spanning en laat de P. in-en uitademen, waarbij hij de dynamiek in deze regio beoordeelt ( vergelijken met andere zijde).

Test A.1.07
Os hyoideum, superior-inferior
slikbeweging
Halsregio
MFA - Anterior
- P. in ruglig, hoofd in neutrale positie
- O. aan het hoofdeinde, de nek wordt door de hand van de O. ondersteund
- O. neemt met de andere hand het os hyoideum vast tussen duim en wijsvinger
- O. laat de P. slikken en evalueert de cranio-caudale bewegingsvrijheid van het os hyoideum.

Test A.1.01
Prevertebrale fascia
Halsregio
MFA - Anterior
fascia cervicalis profunda + prevertebrale musculatuur
- Patiënt (P) in ruglig
- Osteopaat (O.) aan het hoofdeinde
- O. brengt beide handen transversaal onder de cervicale wervelzuil
- CWZ lordoseren en elasticiteit, bewegingsvrijheid naar lordosering evalueren
- Bij vrije fasciale structuren anterieur van de wervelzuil, gaat lordosering vlot
- Bij rigide fasciale structuren, is de beweging moeilijk uitvoerbaar
–> cfr. Radiografisch beeld: afgevlakte lordose

Test A.1.09
Os hyoideum, translatietest
Halsregio
MFA - Anterior
- P. in ruglig, hoofd in neutrale positie
- O. aan het hoofdeinde, de nek wordt door de hand van de O. ondersteund
- O. neemt met de andere hand het os hyoideum vast tussen duim en wijsvinger
- O. test nu de bewegingsvrijheid in translatie richting
Test A.1.05
Regio supra- en infrahyoidalis
Schuin
Halsregio
MFA - Anterior
- fascia cervicalis superficialis, media en profunda
- supra- en infrahyoidale musculatuur
Schuin
- P. in ruglig, hoofd wordt naar de heterolaterale zijde van de testen fasciale structuren geroteerd en gelateroflecteerd
- O. aan het hoofdeinde
- O. legt de heterolaterale hand (hypothenar – pink) van de rotatiezijde van het hoofd op de ramus mandibulae van de P.
- De andere hand neemt met de thenar contact op de superieure rand van de clavicula.
- P. laten in-en uitademen en de elasticiteit van deze structuren evalueren.
