Ontmoetingen Flashcards
(15 cards)
1
Q
hallo
A
hallo
2
Q
goedemorgen
A
guten Morgen
3
Q
goedemiddag
A
guten Tag
4
Q
goedenavond
A
guten Abend
5
Q
Mijn naam is
A
Mein Name ist
6
Q
Zij heet
A
Sie Heißt
7
Q
Leuk u/ je te ontmoeten
A
Nett Sie/ dich kennen zu lernen
8
Q
Hoe gaat het met u/ je?
A
Wie geht es Ihnen/ dir?
9
Q
Met mij gaat het goed
A
Es geht mir gut
10
Q
Ik ben … jaar oud
A
Ich bin … Jahre alt
11
Q
Dank je wel
A
Danke (schön)
12
Q
alstublieft
A
Bitte (schön)
13
Q
Doei!
A
Tschüss!
14
Q
Tot zien
A
Auf Wiedersehen
15
Q
Tot horens
A
Auf Wiederhören