ontstaan van heelal Flashcards

(50 cards)

1
Q

welke theorie stelde Albert Einstein op?

A

de relativiteitstheorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wie baseerde zich op de relativiteitstheorie en stelde hieruit 3 modellen op voor de evolutie van het heelal?

A

Aleksandr Friedmann

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

3 modellen voor heelal

A
  • gesloten
  • vlak
  • open
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

lot gesloten heelal

A

uitzetten en dan samentrekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

lot vlak heelal

A

eeuwig uitzetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

lot open heelal

A

eeuwig uitzetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat interpreteerde George Lemaître?

A

het heelal dijt uit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe verder de stelsels van ons verwijdert zijn

A

hoe sneller ze zich van ons wegbewegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe zou het heelal vroeger geweest zijn?

A

vrij klein en compact

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wie stelde de ‘Big Bang’ theorie op?

A

George Lemaître

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

3 bevestigingen van oerknal

A
  • de 4 lichtste scheikundige elementen komen in oude sterren voor in een verhouding die overeenkomt met het oerknalmodel
  • leeftijd van oudste sterren vergelijkbaar met veronderstelde leeftijd van het heelal
  • ontdekking van kosmische achtergrondstraling : CMB
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

CMB

A

cosmic microwave background radiation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

4 lichtste scheikundige elementen

A

H, D, He, Li

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

van big bang tot nu evolutie

A
  1. big bang
  2. inflatie
  3. vroege heelal
  4. recombinatie
  5. dark ages
  6. vorming van sterrenstelsels
  7. versnelde uitdijing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hoeveel jaar geleden vond de oerknal plaats?

A

13,82 miljard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

inflatie

A
  • in fractie van 1 seconde neemt de ruimte tijd heel veel toe
  • heelal koelde onmiddellijk af
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

vroege heelal

A
  • heet en ondoorzichtig
  • temperatuur daalt een miljoen graden en eerste ionen worden gevormd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

recombinatie

A
  • CMB komt vrij
  • heelal wordt transparant
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

dark ages

A
  • geen sterren, dus geen nieuwe lichtbronnen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

reïonisatie

A

eerste sterren vormen zich uit de overblijfselen uit eerdere sterren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

vorming van sterrenstelsels

A
  • door zwaartekracht worden sterrenstelsels gevormd die samensmelten en uiteengaan
  • na 9 miljard jaar na big bang ontstaan planetenstelsels
22
Q

versnelde uitdijing

A

5 miljard jaar geleden begint donkere energie de uitdijing van het heelal te versnellen

23
Q

in het heelal zijn twee krachten die elkaar tegenwerken

A
  • uitzetting
  • zwaartekracht
24
Q

2 theorieën voor toekomst van het heelal

A
  • big chill
  • big crunch
25
big chill
- te weinig materie om uitdijing volledig te stoppen - eeuwig vertragen van sterren en heelal wordt koud
26
welke van de twee theorieën lijkt het waarschijnlijktst?
big chill
27
waarom is de big chill het waarschijnlijkst?
er is te weinig materie om het helemaal te stoppen
28
donkere energie
onbekende afstotende kracht die uitdijing van het heelal versnelt
29
big rip
donkere energie doet het heelal sneller en sneller uitdijen totdat alles uiteenspat
30
over hoeveel jaar begint de aftakeling van de zon
5 miljard jaar
31
wat wordt de zon uiteindelijk?
een rode reus
32
welke planeten worden verzwolgen tijdens de overgang?
mercurius en venus
33
gevolg aardrotatie
afwisseling van dag en nacht
34
zin van aardrotatie
van west naar oost
35
Omtreksnelheid aarde
1667 km/u (43.10³ km/24u)
36
Hoeksnelheid
15°/u (360°/24u)
37
vorm aarde
geen perfecte bol, afgeplat aan polen
38
wat gebeurt er bij het nemen van een bocht
de centrifugaal-kracht of middelpuntvliedendekracht duwt de auto naar de buitenzijde van de bocht.
39
GPS
global positioning system
40
Meridiaan
halve cirkel van pool tot pool
41
nullijn
nulmeridiaan, Greenwich
42
parallel
volledige cirkels, kleiner naar polen toe
43
nullijn
evenaar
44
Zonnetijd
alle punten op eenzelfde meridiaan hebben dezelfde tijd ten opzichte van de zon
45
bij een verplaatsing naar het oosten
wordt het later en moeten we dus uren bijtellen.
46
bij een verplaatsing van naar het westen
wordt het vroeger en moeten we uren aftrekken
47
waarom zijn grenslijnen op atlaskaart niet recht?
politieke en economische redenen
48
wat is de 180° meridiaan?
de datumgrens, ligt door de oceaan
49
Zomertijd
dan gaat de klok van 02 uur ’s nachts naar 03 uur ’s nachts, vooruit dus
50
wintertijd
dan gaat de klok van 03 uur ’s nachts naar 02 uur ’s nachts, achteruit dus