OOP BASIS Flashcards

(14 cards)

1
Q

Wat is abstractie in OOP?

A

Het vereenvoudigen van complexiteit door alleen relevante kenmerken en gedragingen van een object te benadrukken en niet-essentiële details te verbergen.

Dit helpt ontwikkelaars om te focussen op wat een object doet en niet hoe het dit doet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Noem drie voordelen van abstractie.

A
  • Vermindering van complexiteit
  • Modulariteit
  • Eenvoudigere probleemoplossing
  • Verbeterde veiligheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is inkapseling?

A

Het verbergen van de interne details van een object en het bieden van een duidelijke interface voor interactie met dat object.

Het doel is om de interne toestand van een object te beschermen tegen ongewenste of onbedoelde wijzigingen van buitenaf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Noem drie voordelen van inkapseling.

A
  • Verbergen van interne details
  • Gedefinieerde toegangsmethoden
  • Controle en validatie
  • Verbeterde Modulariteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het verschil tussen abstractie en inkapseling?

A

Abstractie vereenvoudigt complexiteit door essentiële kenmerken te benadrukken, terwijl inkapseling de interne toestand verbergt en gecontroleerde toegang biedt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is overerving in OOP?

A

Het mechanisme waarmee een klasse eigenschappen en methoden van een andere klasse erft, waardoor subklassen toegang hebben tot publieke en beschermde leden van de superklasse.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Noem drie voordelen van overerving.

A
  • Herbruikbaarheid van code
  • Modulariteit en onderhoudbaarheid
  • Hiërarchische structuur
  • Polymorfisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is polymorfisme?

A

De mogelijkheid om objecten van verschillende klassen op een uniforme manier te behandelen via een gemeenschappelijke interface.

Dit bevordert flexibiliteit en herbruikbaarheid van code.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de twee types polymorfisme?

A
  • Compile-time polymorfisme (statisch via method en operator overloading)
  • Run-time polymorfisme (dynamisch via overriding en interfaces)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de voordelen van polymorfisme?

A
  • Flexibiliteit en onderhoudbaarheid
  • Herbruikbaarheid van code
  • Eenvoudiger onderhoud
  • Dynamisch gedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Fill in the blank: Abstractie helpt bij het beheren van ______ door kenmerken en gedragingen te isoleren.

A

[complexiteit]

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Fill in the blank: Inkapseling maakt het mogelijk om ______ en validaties uit te voeren wanneer de data wordt gelezen of gewijzigd.

A

[controles]

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

True or False: Overerving maakt het moeilijker om wijzigingen door te voeren in de superklasse.

A

False

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Fill in the blank: Polymorfisme maakt het mogelijk om het gedrag van objecten ______ te bepalen op basis van hun daadwerkelijke types.

A

[dynamisch]

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly