Op straat Flashcards
(77 cards)
1
Q
stree
A
de straat
2
Q
friend
A
vriend
3
Q
meets
A
komt tegen
(tegenkomen)
4
Q
hey
A
hé
5
Q
ago
A
geleden
6
Q
wonderful
A
prima
7
Q
you
A
jij / je
8
Q
all right
A
het gaat wel
9
Q
problems
A
problemen
(het probleem)
10
Q
neighbours
A
buren
11
Q
not so
A
niet zo
12
Q
important
A
belangrijk
13
Q
go
A
gaan
14
Q
week
A
de week
15
Q
a few days
A
een paar dagen (dag)
16
Q
wow
A
wauw
17
Q
fine / splendid
A
prachtig
18
Q
many
A
veel
19
Q
take photos
A
foto’s maken
20
Q
since
A
sinds
21
Q
new
A
nieuw
22
Q
camera
A
de camera
23
Q
romantic
A
romantische
24
Q
film
A
de film
25
after
na
26
look at
kijken naar
27
right now
direct
28
something
iets
29
set a date / make an appointment
afspreken
30
okay
goed
31
at home
thuis
32
data / appointment
de afspraak
33
to make
maken
34
date
de datum
35
that doesn't work
dat lukt niet (lukken)
36
then
dan
37
can
kan (kunnen)
38
stay
blijf
(blijven)
39
eat
eten
40
plan
het plan
41
write
schrijf
(schrijven)
42
very / completely
hartsikke
43
terrific / fantastic
hartstikke leuk
44
I think so too
vind ik ook (vinden)
45
I have to go
ik moet ervandoor
46
away / off
ervandoor
47
quickly
gauw
48
shop
de winkel
49
wish
wens
(wensen)
50
nice / good
fijne (fijn)
51
give my regards to
doe de groeten aan
(de groeten doen aan)
52
next
volgende
53
until then
tot dan
54
uitstekend
excellent
55
fantastisch
fantastic
56
prima
fine
57
heel goed
very good
58
hartstikke goed
very good!!
59
goed
good
60
het gaat wel
I'm fine
61
niet zo (goed)
not so good (so-so)
62
niet goed
not good
63
slecht
bad
64
Ja, dat kan.
Yes, that's possible
65
Ja, dat is goed.
Yes, that is good.
66
Nee, dat luk niet
No, that won't work.
67
Nee, ik heb al een afspraak
No, I already have an appointment
68
Nee, dan kan ik niet
No, I can't
69
jaa, goed idee
yeah, good idea
70
Ja, leuk
Yes, nice
71
Nee, ik heb geen zin
No, I don't feel like it
72
lekker
tasty
73
hetzelfde
the same
74
wensen
wishes
75
verder
further
76
heeft
has
77
deze
this
