Osteologie Flashcards

(55 cards)

1
Q

schedel

A

cranium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

nekwervels

A

vertebrae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

sleutelbeen

A

clavicula

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

borstbeen

A

sternum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

schouderblad

A

scapula

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

opperarmbeen

A

humerus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

ribben

A

costae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

borstwervels

A

vertebrae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

lendewervels

A

vertebrae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

bekken

A

os coxae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

heiligbeen

A

os sacrum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

staartbeen

A

os coccygis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

spaakbeen

A

radius

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

ellepijp

A

ulna

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

handbeentjes

A

manus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

dijbeen

A

femur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

knieschijf

A

patella

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

kuitbeen

A

fibula

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

scheenbeen

A

tibia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

voetbeentjes

A

pes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

periost

A

beenvlies aan de buitenkant, goeie bezenuwing, taai bindweefselvlies met zenuwen en bloedvaten
2 lagen: waarvan de binnenste osteoblasten bevat (beengevormde cellen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Endost

A

inwendig beenvlies, bekleding aan de binnenkant van holle beenderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Diafyse

A

middenstuk gevormd door schacht van pijpbeen met daarin het beenmerg

24
Q

Epifyse

A

gewrichtsuiteinden vh pijpbeen, bedekt met gewrichtskraakbeen

25
Substantia compacta
compacte buitenwand, compact been, heel dichte substantie van botariceltjes
26
Substantia spongiosa
sponsachtig been, beenbalkjes met rood beenmerg, bot met gaten, zorgt ervoor dat het bot niet loodzwaar is maar toch stevigheid biedt
27
metafysairschijf
groeischijf zorgt voor lengtegroei in de botstukken
28
synoniem metafysairschijf
epifysairschijf
29
beenmerg
medulla ossium
30
gele beenmerg
96% vet, in mergholte vd pijpbeenderen
31
rode beenmerg
in spleten van supstantia spongiosa, belangrijkste bloedvormende orgaan
32
Lange pijpbeenderen
Bouw:  Diafyse: schacht, middengedeelte, compact been rondom mergholte, gevuld met geel beenmerg  Epifyse: bredere uiteinden, sponsachtig been  Vb. humerus, ulna, radius, femur, tibia, fibula
33
Korte pijpbeenderen
Bouw: Sponsachtig been binnenin met dunne laag compact been aan de buitenzijde Vb. carpalia, tarsalia
34
Platte beenderen
Bouw: Buitenste en binnenste laag compact been met ertussen sponsachtig been Vb. costae, sternum, schedelbeenderen, scapulae, ossa coxae
35
Onregelmatige beenderen
Bouw: Sponsachtig been binnenin met dunne laag compact been aan de buitenzijde Vb. vertebrae, maxilla, mandibula, os hyoideum, schedelbasisbeenderen
36
fracturen
wnr iemand een breuk oploopt
37
periostitis
vlies aan de buitenzijde botstuk
38
osteoporose
...
39
3 botverbindingen
 Bindweefselverbindingen  Kraakbeenverbindingen  Gewrichten (synoviale verbinding)
40
latijnse naam bindweefselverbinding
junctura fibrosa
41
definitie bindweefselverbinding
verbindingen tssn botstukken waarvan je soms niet meer weet dat ze ooit los van elkaar stonden
42
latijnse naam kraakbeenverbinding
junctura cartilaginea
43
symfyse
verbinding tssn schaambeenderen
44
vb bindweefselverbinding
Vb. tanden en kiezen verbonden met kaakbeen | Vb. Naadverbinding tussen schedelbeenderen (suturae)
45
vb kraakbeenverbinding
Vb. kraakbeenzone tussen costae en sternum Vb. symfyse: verbinding tussen schaambeenderen Vb. disci intervertebrales
46
gewrichtskop
convex
47
gewrichtskom
concaaf
48
latijnse naam kraakbeen
cartilago articularis
49
2 lagen gewrichtskapsel
membrana synovialis | membrana fibrosa
50
Membrana synovialis
``` Veel bloedvaten en zenuwen Produceert gewrichtssmeer (synovia) ```
51
Membrana Fibrosa
Wisselend van dikte | Ligamenten: plaatselijke versterkingen
52
vb van een bijzondere vorm
schoudergewricht= labrum articularis
53
kogelgewricht
beweegt rond 3 gewrichtsassen | vb schouder en heupgewricht
54
ellipsvormig gewricht
beweegt in 2 vlakken | vb. polsgewricht
55
zadelgewricht
Beweegt in twee vlakken loodrecht op elkaar | Vb. middenhandsbeen aan basis duim met handwortelbeentje duim