Overdreven immuunrespons Flashcards

1
Q

Hoe kan een overactief immuunsysteem bijdragen aan inflammate?

A
  • een verstoorde balans tussen effector en controlemechanismen
  • vaak genetische component
  • vaak trigger (exogeen/endogeen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de 4 types overgevoeligheidsreacties volgens Gel en Coombs?

A
  • Type I: IgE gemedieerd
  • Type II: antilichamen gemedieerd
  • Type III: antilichamen vormen immuuncomplexen
  • Type IV: T-cel hulp
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Type 1 hypersensitiviteitsreactie

A
  • IgE gemedieerd: activatie mastcellen
  • Gecontroleerd door TH2
  • Snelle allergische reactie
  • bestaat uit een vroege en late fase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat stellen mastcellen vrij bij type 1 hypersensitiviteitsreactie?

A
  • vasoactieve en spasmogene mediatoren

- pro-inflammatoire cytokines

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke cellen en stoffen in vroeg vs late type 1 reactie?

A

vroege: mastcellen - histamine
late: cytokines - eosinofielen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Type II reactie

A
  • veroorzaakt door complement fixerende antilichamen IgG en IgM
  • gericht tegen antigen op celoppervlak of compoment ECM (weefselschade!!)
  • IgG en IgM promoten fagocytose of lyse van de cellen door inflammatie te induceren
  • interferentie met cellulaire functie (agonist-antagonist)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Type III -reactie : immuuncomplex gemedieerd

A
  • IgG en IgM binden aan soluble antigen in circulatie

- complexen slaan neer in bloedvaten en weefsels en induceren daar inflammatie via complementactivatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Syndroom van Goodpasture is een voorbeeld van een

A

type-II-reactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het syndroom van Goodpasture?

A
  • autoimmuun
  • antilichamen tegen non-collageen domein alfa 3 van collageen type IV
  • geeft beschadiging van BM in glomeruli en alveoli waardoor glomerulonefritis en hemorhagische interstitiële pneumonitis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Type II reactie met killing van cellen in circulatie.

Mechanisme + voorbeeld

A
  • Opsonisatie met antilichamen of complement -> Fagocytose via Fc-ror of C3b-receptor
  • ADCC: antibody dependent cellular cytotoxicity

Bijvoorbeeld: transfusiereactie: bloedcellen van donor worden geopsoniseerd met antilichamen van ontvanger waardoor vreemde bloedcellen worden gefagocyteerd en vernietigd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Type II- reactie met cellulaire dysfunctie: agonist

A

Ziekte van Graves:

  • Antilichamen imiteert TSH en bindt op TSH-ror waardoor men hyperthyroidie krijgt
  • anti-TSH receptor antilichamen activeren epitheliale cellen van de schildklier en veroorzaken hyperthyroidie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Type II reactie met cellulaire dysfunctie: antagonist

A

Bv. myastenia gravis
Antistof gericht tegen de acetylcholine receptor : blokkeert functie, en activeert complement thv neuromusculaire junctie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bij een type 3 hypersensitiviteitsreactie is er typische depositie van immuuncomplexen thv

A

huid
vaatwand
longglomeruli
niercapillairen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke 3 fasen in de pathogenese van type III -reactie

A

vorming van immuuncomplexen
depositie van immuuncomplexen
schade door immuuncomplexen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bij welke ziekten zien we neerslag immuuncomplexen thv de huid? hoe noemen we deze tekening?

A

serumziekte
cryoglobulinemie

tekening = livedo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is serumziekte?

A

als pt reageert tegen serum in bloedtransfusie

17
Q

Wat is cryoglobulinemie?

A

Auto-antistoffen die in koude binden aan andere antistoffen en complexen vormen

18
Q

Wat is de frequentste oorzaak waarom mensen
met auto-immuunziekte getransplanteerd worden
of overlijden?

A

Neerslag van immuuncomplexen en complementreactie in nier

19
Q

Hoe wordt de vlindervorm bij lupus veroorzaakt?

A

lupus = antilichamen tegen eigen ds-DNA
zonlicht = cellen kapot, DNA komt vrij
DNA bindt met antilichamen en vormen complexen die gaan neerslaan in de huid -> vlindervorm

20
Q

Wat is het hoofddoel bij behandeling van type II en III reacties?

A

We proberen de inflammatoire mediatoren af te remmen om de celschade te verminderen

21
Q

Wat zijn de behandelinsmogelijkheden bij type II en III hypersensitiviteitsreacties?

A
  1. Corticosteroiden
  2. Immunosuppressiva: T-/B-cellen onderdrukken zodat er geen T-cel hulp meer is en minder productie antistoffen uit B-cellen
  3. Plasmapherese
  4. IVIG : om competitie met pathogene Ig’s aan te gaan
  5. FcRn blokkeren: blokkeren neonatale Fc-ror die voor recyclage van pathogene Ig’s zorgt.
    6: B-cel depletie
  6. Complement blokkade
  7. Weefselspecifieke behandeling
22
Q

Type IV hypersensitiviteitsreactie is een … reactie

A

vertraagde overgevoeligheidreactie

23
Q

Type IV reactie =

A

CD4+ T-cel gemedieerd (vertraagde hypersR)

CD 8+ T-cel gemedieerd (cytotoxiciteit)

24
Q

Wat veroorzaken CD4+ cellen?

A

inflammatie met:

  • activatie macrofagen
  • neutrofiel recrutering
25
Q

Geef twee voorbeelden van type 4 reacties

A

tuberculine-test

contact-dermatitisW

26
Q

Welke CD4+ cellen kennen we? Rol in?

A
  • Th1 (helpen macrofagen) -> auto-immuniteit, chronische inflammatie
  • Th2 (helpen eosinofielen) -> allergie
  • Th17 (helpen neutrofielen) -> autoimmuniteit, inflammatie
  • Tfh (helpen B-cellen) -> autoimmuniteit (auto- antilichamen)
27
Q

Welke twee soorten type 4 hypersensi reacites?

A
  • vertraagde overgevoeligheidsreactie (CD4+)

- T-cel gemedieerde cytotoxiciteit (CD8+)

28
Q

Hoe verloop t-cel gemedieerde cytotoxiciteit (CD8+)? Welke mechanisme?

A

Via granzymes -> activeren caspases

Via expressie van FAS-ligand

29
Q

Diabetes mellitus type I is een voorbeeld waarbij … een rol spelen

A

cytotoxische T-cellen (CD8+)