p. 53 Flashcards
(97 cards)
1
Q
de drummer
A
der Schlagzeuger
2
Q
de gitarist
A
der Gitarrist
3
Q
de kunstenaar
A
der Künstler
4
Q
de roman
A
der Roman
5
Q
de schrijver
A
der Verfasser
6
Q
de toeschouwer
A
der Zuschauer
7
Q
de toneelspeler
A
der Schauspieler
8
Q
de sculptuur
A
die Skulptur
9
Q
de betekenis
A
die Bedeutung
10
Q
de geschiedenis
A
Geschichte
11
Q
de krantenkop
A
die Schlagzeile
12
Q
de kritiek
A
die Kritik
13
Q
het podium
A
die Bühne
14
Q
de recensie
A
die Rezension
15
Q
de sfeer
A
die Stimmung
16
Q
de tekening
A
die Grafiek
17
Q
de tentoonstelling
A
die Ausstellung
18
Q
het verhaal
A
die Geschichte
19
Q
de vertelling
A
die Erzählung
20
Q
het hoofdstuk
A
das Kapitel
21
Q
het schilderij
A
das Gemälde
22
Q
aanbevelen
A
empfehlen
23
Q
beargumenteren
A
begründen
24
Q
begrijpen
A
verstehen
25
behandelen
behandeln
26
bekritiseren
kritisieren
27
betekenen
bedeuten
28
enthousiast zijn over
begeistert sein von
29
instemmen
zustimmen
30
laten zien
zeigen
31
nadenken
sich überlegen
32
verschijnen
erscheinen
33
vertellen
erzählen
34
volgen
nachvollziehen
35
wijzen op
hinweisen auf
36
zeggen
sagen
37
de drummer
der Schlagzeuger
38
de gitarist
der Gitarrist
39
de kunstenaar
der Künstler
40
de roman
der Roman
41
de schrijver
der Verfasser
42
de toeschouwer
der Zuschauer
43
de toneelspeler
der Schauspieler
44
de sculptuur
die Skulptur
45
de betekenis
die Bedeutung
46
de geschiedenis
Geschichte
47
de krantenkop
die Schlagzeile
48
de kritiek
die Kritik
49
het podium
die Bühne
50
de recensie
die Rezension
51
de sfeer
die Stimmung
52
de tekening
die Grafik
53
de tentoonstelling
die Ausstellung
54
het verhaal
die Geschichte
55
de vertelling
die Erzählung
56
het hoofdstuk
das Kapitel
57
het schilderij
das Gemälde
58
aanbevelen
empfehlen
59
beargumenteren
begründen
60
begrijpen
verstehen
61
behandelen
behandeln
62
bekritiseren
kritisieren
63
betekenen
bedeuten
64
enthousiast zijn over
begeistert sein von
65
instemmen
zustimmen
66
laten zien
zeigen
67
nadenken
sich überlegen
68
verschijnen
erscheinen
69
vertellen
erzählen
70
begrijpen
nachvollziehen
71
wijzen op
hinweisen auf
72
zeggen
sagen
73
begaafd
begabt
74
geweldig
grossartig
75
indrukwekkend
beeindruckend
76
kleurrijk
bunt
77
kritisch
kritisch
78
net zoals
ähnlich
79
onbeslist
unentschieden
80
ongelooflijk
unglaublich
81
ongewoon
ungewöhnlich
82
ontroerend
bewegend
83
overtuigend
überzeugend
84
spannend
spannend
85
verschrikkelijk
schrecklich
86
vreselijk
furchtbar
87
zenuwachtig
aufgeregt
88
zoetsappig
kitschig
89
Eens!
Einverstanden!
90
enigszins
einigermassen
91
heel
ganz
92
helemaal niet
überhaubt nicht
93
in principe
im Prinzip
94
met name
besonders
95
onafgebroken
pausenlos
96
onlangs
neulich
97
weliswaar
zwar
