Paragraaf 1 en 2 Flashcards
(29 cards)
bevolkingsdruk
de mat waarin de bewoners van een gebied beslag leggen op de aanwezige ruimte en hulpbronnen
culturele diversiteit
in de samenleving bestaan verschillende culturen en cultuurelementen naast elkaar
etniciteit
groep met gedeelde cultuur, identiteit en/of afkomst
etnische diversiteit
in een land bestaan diverse etniciteiten naast elkaar
favela
Braziliaanse term voor sloppenwijk
geografisch beeld
beeld van een gebied op basis van controleerbare informatie over de ligging van het gebied, de ruimtelijke kenmerken ervan en de samenhang ertussen
gezinsplanning
door geboorteregeling het aantal kinderen en het moment van geboorte plannen
latino
inwoner van Zuid-Amerika
megastad
stad met meer dan 10 miljoen inwoners
mental map
het ruimtelijk beeld dat 1 persoon van een bepaald gebied in zijn geheugen heeft
mestizering
vermenging van inheemse en Europese bevolkingsgroepen
perceptie
de manier waarop je iets waarneemt en ervaart
sociale bevolkingsgroei
de groei van de bevolking als gevolg van migratie
sloppenwijk
wijk waar bewoners zelf eenvoudige woningen hebben gebouwd, meestal illegaal
stereotype
een algemene karakterisering van een gebied of van een groep mensen die niet helemaal met de werkelijkheid overeenkomt
bevolkingsparticipatie
actieve deelname van de bevolking aan organisaties als clubs, kerken en politieke partijen
cashcrops
handelsgewassen die verbouwd worden voor de wereldmarkt
cliëntelisme
mensen uit de bovenlaag bewijzen een persoon of groep mensen een dienst in ruil voor politieke steun. De bevoorrechte positie die de elite heirdoor verwerft wort gebruikt om zichzelf te verrijken
democratisering
de bevolking krijgt meer inspraak en medezegenschap in het bestuur van de overheid
dictatuur
regeringsvorm waarin alle macht bij 1 persoon of bij een kleine groep mensen berust
elite
kleine groep in de samenleving van bevoorrechte mensen: zij nemen op verschillende gebieden de hoogste positie in
formele machtsstructuur
machtsverhouding die berust op regels en wetten
good governance
een transparante manier van besturen waarbij de bevolking over middelen beschikt om het regeringsbeleid te controleren en te beoordelen
informele machtsstructuur
machtsverhouding die niet berust op regels, maar op invloed