prefixes res Flashcards
(129 cards)
1
Q
a-, an-
A
niet, geen, zonder
2
Q
ab-
A
weg van, van…. Af
3
Q
acro-
A
top, uiteinde, uitstekende lichaamsdelen
4
Q
ad-
A
ernaartoe
5
Q
aer-, aero, aëro
A
lucht, gas
6
Q
allo-
A
ander, anders
7
Q
angio-
A
(bloed)vat
8
Q
aniso-
A
ongelijk
9
Q
ante-
A
voor,
10
Q
anti-
A
tegen
11
Q
arth, arthro, artro
A
gewricht
12
Q
auto
A
tot eigen lichaam behorend, op zichzelf gericht
13
Q
bi-,di-
A
tweemaal, tweevoudig
14
Q
blefar(o), blephar-
A
ooglid
15
Q
brachy-
A
kort
16
Q
brady-
A
langzaam, traag
17
Q
chol-, chole-
A
gal
18
Q
chondr-, chondro-
A
kraakbeen
19
Q
chrom-, chromo-, chromato
A
kleur
20
Q
colp-, colpo-
A
schede, vagina
21
Q
contra
A
tegen, tegenovergesteld
22
Q
copr-, copro
A
ontlasting
23
Q
cranio
A
schedel
24
Q
cry-, cryo-
A
koud
25
crypt, crypto-
verborgen, onzichtbaar
26
cyan
blauw
27
cyst
blaas
28
cyt
cel
29
dactyl, dactylo
vinger
30
de-,des-
wegnemen, scheiden, ont-, ophouden van bepaalde werking
31
dermato-, dermo-
huid
32
dis, dys-
moeilijk, slecht, niet, verkeerd
33
dolicho-
lang
34
ecto
ligging aan de buitenkant
35
encefal-, encephalo-
hersenen
36
endo-
binnen in
37
enter-, entero-
darm, ingewand
38
epi-
op, boven, over
39
ergo-
arbeid
40
erythro-, erytro
rood
41
eu
goed, wel, prettig
42
ex-
uit, weg van, ontdaan van, aan de buitenzijde
43
exo-
naar (van) buiten
44
extra-
buiten, behalve, bovendien
45
foto
licht
46
gastr-, gastri, gastro-
maag
47
gyn, gynaeco
vrouw
48
haema-, hema, hemato, hemo
bloed
49
hemi-, semi-
half
50
hepat-, hepatico, hepato-
lever
51
hetero
een ander, anders geaard, de ander, verschillend, ongelijksoortig
52
hidr-, hidro-
zweet
53
histio-, histo-
weefsel
54
homo-
gelijk
55
hydr-, hydro-
water
56
hyper-
boven, over, overmatig
57
hypo-
onder, te weinig, tekort
58
hypn-, hypno-
slaap
59
hyster-, hystero-
baarmoeder
60
in-, im-
niet, in, binnen
61
infra-
onder
62
inter-
tussen
63
intra-
binnen, in
64
iso-
gelijk, behorend tot, gericht op de eigen soort
65
leuko-
wit
66
litho-
steen
67
macro-, macr-
groot
68
micro-, micr-
klein
69
mal
slecht, kwaad, ziekte
70
medio
midden
71
mega-, megalo-
groot
72
metra-, metro-
baarmoeder
73
mono-
één, eenheid, enig
74
morfo-
vorm
75
muco-
slijm
76
mult-, multi-
veel
77
myc-,mycet-,myco-
schimmel
78
myelo-
merg
79
myo-
spier
80
narco-
verdoving
81
nefr, nephr-
nier
82
neo-
nieuw
83
neur-
zenuw, pees, zenuwcel
84
oftalm, ophtalm-,
oog
85
oligo-
weinig
86
ortho-
recht, rechtop
87
osteo-
been, bot
88
ot-, oto-
oor
89
para-
naast, anders
90
patho-
ziekte, gevoel, lijden
91
ped-,peda-, pedi-,pedo-
kind
92
peri-
rondom
93
pluri-
meer
94
pneuma-,pneumo-
(pneuma = lucht, pnoe = adem)
95
polio
grijs
96
pollakis
dikwijls
97
poly-,multi-
veel
98
post-
na, achter
99
prae-, pre, pro-
voor, voorafgaand
100
pseud-, pseudo-
vals, onecht
101
psych-
geest
102
quadri-
vier
103
retro-
achterwaarts, achter, na
104
rhino, rino
neus
105
spondyl
wervel
106
sub-
onder, onvolledig, bijna
107
supra-
boven, over
108
tachy-
snel
109
tox-, toxico-
vergif
110
trans-
dwars door, doorheen
111
tri-
drie
112
trich-
haar
113
uni
één
114
vas-
vat
115
xen-, xeno-
vreemd
116
thorac-
borstkas
117
stern-
borstbeen
118
brachi-
arm
119
chir-, cheir-
hand
120
syn-
samen, tegelijk
121
supra-
boven, zie boven
122
gon-
knie
123
mega-,megalo-
abnormaal groot
124
pod(o)-
voet
125
paralyt-
verlamming
126
spasm-
kramp
127
kine-
beweging
128
tend(o)
pees
129
muscul-
spier