Preposities LEVEL 2 Flashcards
(17 cards)
1
Q
Denk jij
A
Over
2
Q
Ik zet mijn boeken
A
op
3
Q
We zijn gestopt
A
met (spullen kopen)
4
Q
Wat is bij die bank de rente
A
op/over
5
Q
Mag ik je iets vragen
A
over
6
Q
Ben ik niet so slim
A
met (geld)
7
Q
Hannah is erg zuinig
A
met (haar geld)
8
Q
Een uitzondering
A
op
9
Q
jouw score
A
op de geldkennistest
10
Q
De interesse
A
in (kringloopen)
11
Q
Ik zoek een kaast
A
in (de kleur zeegroen)
12
Q
Moesten we veel kasten
A
uit (elkaar halen)
13
Q
Er is tegenwoordig veel vraag
A
naar (2edehands meubels) demanda
14
Q
Veel winkels hebben last
A
van (de economische situatie)
15
Q
Allen
A
in (het uiterste geval)
16
Q
ik heb het goed
A
voor (elkaar)
17
Q
Wacht
A
op de bus