probleem 7: principes voor auditory grouping Flashcards

1
Q

Auditory scene

A

de bronnen van geluid in de omgeving bij elkaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Auditory scene analysis

A

het proces waarbij verschillende stimuli die geproduceerd worden door verschillende bronnen, worden gescheiden in verschillende percepties. Dit systeem bepaalt welke frequentie componenten bij elkaar horen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Principles of auditotory grouping (GESTALT)

A

heuristieken die ervoor zorgen dat je kan bepalen welk geluid waar vandaan komt, worden vaak in combinatie gebruikt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Onset time/Offset time

A

als twee geluiden op verschillende tijdstippen beginnen/eindigen, is het waarschijnlijk dat deze geluiden afkomstig zijn van verschillende bronnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Locatie

A

als twee geluiden gescheiden zijn in een ruimte, helpt de locatie ons om twee geluiden perceptueel te scheiden. Dit principe werkt ook bij bewegende objecten, omdat deze normaal gesproken continue bewegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Gelijkheid van klankkleur (timbre) en toonhoogte

A

geluiden met dezelfde klankkleur of toonhoogte zijn meestal afkomstig van dezelfde bron (ook bij pitch).
 Auditory stream segregation → het vermogen om tonen te kunnen onderscheiden op basis van toonhoogte en klankkleur.
 Exp. Bregman en Campbell → als hoge tonen afgewisseld met lage tonen afkomstig van hetzelfde instrument (hi-lo-hi-lo-hi-lo) snel achter elkaar gehoord worden, lijken ze van twee verschillende bronnen te komen. Als het langzaam gebeurt, horen proefpersonen wel dat het van hetzelfde instrument komt (=implied polyfony/auditory stream segregation).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Nabijheid in tijd

A

als je bv luistert naar een instrument en een andere valt later in, dan weet je dat het verschillende bronnen zijn, geluiden die snel achter elkaar ingezet worden kunnen tot dezelfde bron worden gerekend, terwijl dat niet zo is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Auditieve continuïteit

A

geluiden die constant blijven of die geleidelijk veranderen lijken van dezelfde bron afkomstig te zijn.
o Geluiden worden ook als continue ervaren als ze onderbroken worden door een andere stimulus.
o Exp. Warren et al. → proefpersonen kregen twee tonen te horen met een stilte ertussen, deze tonen werden als twee aparte tonen waargenomen. Vervolgens kregen ze deze tonen te horen met in de stilte een andere toon. Proefpersonen dachten nu dat de toon die onderbroken werd een continue toon was.
o Dit principe is te vergelijken met het gestalt-principe visuele goede continuïteit, bijvoorbeeld de Keltische knoop.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ervaring

A

bronnen van geluiden kunnen onderscheiden worden door eerdere ervaringen met een bepaald geluid. Als een bekend liedje gegeven wordt aan proefpersonen in een jumping- octave versie, kunnen ze het niet herkennen. Dit kunnen ze wel als van tevoren wordt verteld om welk liedje het gaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly