Prof Roels Flashcards
(33 cards)
Six step model (Hill) - voor SG dader
- Belangrijke levensgebeurtenissen
- Ontwikkeling van het zelfbeeld
- Drijfveren
- Conditionering
- Doel-wit selectie
- Controle
Grey rape/grijze verkrachting
de toestemming is twijfelachtig, dubbelzinnig of staat onvoldoende vast en voldoet niet aan de wettelijke definitie van verkrachting.
Beide partijen zijn niet zeker wie wat wilde
Sommige zien het als een mythe omdat ze vinden dat er geen grijs gebied is tussen toestemming en niet-toestemming
6 gedragscriteria - voor consentuele seks
- Toestemming
- Vrijwilligheid
- Gelijkwaardigheid
- Passend bij ontwikkelings- of functioneringsniveau
- Context
- Impact
Multifactoriële theorie - Confluence model
Verklaring waarom mannen vaker pleger zijn + hoe ze onderling verschillen
6 variabelen die ‘rape proclivity’ kunnen voorspellen => sexual arousal for the act of rape, dominance as a motive for sex, facilitator attitudes towards women, hostility towards women, antisocial personality & sexual experience
2 hoofdpaden = seksuele onpersoonlijkheid + vijandige mannelijkheid
Sterkte = risicomanagement - opties voor preventie
Beperking = onvoldoende aandacht situationele en cognitieve aspecten
Multifactoriële theorie - Model van Marshall & Barbaree
Biopsychosociale leertheorie
Oorzaak van SG is een integratie van distale en proximale factoren + is gebaseerd op de ontwikkelingspaden die ontstaan in de jeugd van de dader
–> seksuele opwinding en agressie worden gemengd door hormonale veranderingen en kunnen daardoor verward worden
Relaties met volwassenen verzwakken door slechte zelfregulatie en social skills daardoor zoektocht naar kinderen
Bio factoren -> kindertijd ervaringen -> socioculturele context -> situationele variabelen => seksuele agressie [intensiteit kan verschillen]
Sterkte = slechte zelfcontrole + lage social skills gevonden bij KM daders
Beperking = heterogeniteit in daders niet voldoende verklaard, twijfel of verklaring pedoseksueel gedrag mogelijk is
Multifactoriële theorie - Finkelhor’s 4 factoren model
cruciale factoren in daders KM
Predispositie/motivatie tot SG -> interne inhibitoren overwinnen -> externe inhibitoren overwinnen -> breken weerstand van het kind => SG
Sterkte = in behandeling kan het daders bewust maken van hun proces en intentie
Beperking = gaat ervan uit dat alle daders gemotiveerd zijn en remmingen moeten overwinnen
Multifactoriële theorie - Seto’s geactualiseerde motivatie-facilitatie model
Parafilie/high sexdrive/intense mating effort zorgt voor SG, met beïnvloedingen van trait, state en situationele factoren
Multifactoriële theorie - Good Lives Model (Ward)
Gericht op positieve rehabilitatie - pro-sociale doelen stellen voor de dader
“als het goed met je gaat, zou je geen seksueel geweld plegen”
11 behoeften die elk mens heeft
Beperking = te breed, iedereen mist wel iets van de 11 behoeften
Multifactoriële theorie - Pathways model (Ward & Siegert)
Gericht op de ontwikkeling van SGOG en geeft paden tot misdragingen
4 hoofdclusters
- emotionele dysregulatie & controleproblemen
- intimiteit & relatieproblemen
- Cognitieve distorties
- Deviante seksuele fantasieën & opwinding
5 paden
- meerdere dysfunctionele mechanismen
- deviante seksuele scritps
- intimiteitsproblemen
- emotionele dysregulatie
- antisociale cognities
sterkte = integreert meerdere theorieën, biedt gedetailleerde etiologische factoren & erkent gedragsdiversiteit
Beperking = Niet iedereen past precies in de paden
Multifactoriële theorie - The Risk Need Responsivity model (Andrews & Bonta)
Individuen worden gezien als risicodragers - potentiële veroorzakers van schade en gevaren
3 kern variabelen
- Risk principle
- Need principle
- Responsivity
Multifactoriële theorie - Multimodaal zelfregulatie model (Stinson, Sales & Backer)
Agressief gedrag komt door deficiënties in zelfregulatie, die ontstaan door ACEs, ontwikkeling seksueel deviant gedrag & biologische of temperamentvolle aanleg
Beperking = Onduidelijke definities van zelfregulatie, seksueel misbruik + negatieve ervaringen, & wetenschappelijk validatie ontbreekt
Multifactoriële theorie - Quadripartiet model (Hall & Hischman)
De kwetsbaarheid van de dader is afhankelijk van 4 hoofdkwetsbaarheden
- Seksuele opwinding
- Cognitieve distorties om seksueel agressie te rechtvaardigen
- Affectieve dysregulatie
- Persoonlijkheidsproblemen
Interactie tussen de 4 is synergistisch
De 4 kwetsbaarheden vormen ook 4 subgroepen
sterkte = model kan meerdere gedragingen van daders verklaren
Beperking = onvoldoende info over hoe de 4 clusters interageren en bijdragen aan het gedrag
Single factor theorie - Ontwikkelingstheorie
Hechtingsstijl problemen zijn de oorzaak aan SG
Beperking = KM is niet altijd de oorzaak van SG
Feministische modellen - Sociale machtsverdeling
Sociale machtsverdeling is voornaamste oorzaak van SG
Etiologische factor -> hoe minder macht voor vrouwen, hoe meer SG
Niet over individuele mannen, maar over de samenleving
Beperking = verklaart niet individuele verschillen bij daders
Feministische modellen - Barbare Smuts
SG tegen vrouwen komt meer voor als…
- sociale netwerken van vrouwen zwakker zijn, minder sociale steun van familie
- sociale netwerken van mannen zijn belangrijker en beter ontwikkeld
- relaties tussen mannen minder gelijkwaardig zijn
- mannen productiemiddelen controleren en beloningen voor hen groter zijn
Feministische modellen - model van DeKeserdy
Studentencultuur in VS
De attitudes & atmosphere van de social groups + alcohol gebruik + stress + sexual objectification of women + absence of deterrence + narrow conceptions of masculinity => alle invloed op women abuse
Beperking = verklaart niet vrouwelijke daders & interindividuele verschillen
Feministische modellen - model Diana Russell
Machtspositie van mannen om vrouwen te verkrachten -> predispositie mannen -> blootstelling aan (mainstream) pornografie ->
1. verhoogt predispositie
2. vermindert interne inhibities
3. vermindert sociale inhibities
4. ondermijnt verzet potentieel slachtoffer
Beperking = Geen ruimte voor positief gebruik van porno (voor gezonde seksuele relatie [in gevangenis])
Feministische modellen - multifactoriële feministische theorie (McPhail)
Feministisch framework met 5 hoofdfactoren
1. Erkenning dat verkrachting een seksuele act is, tegen en door specifieke lichamen/lichaamsdelen, met seksuele gevolgen voor de “survivor”.
2. Meervoudige motivationele determinanten en niet enkel macht/controle (eg. seksuele bevrediging; wraak; woede….)
3. Politieke niveau: patriarchaat
4. Intersectionaliteit –> Sommige mensen zijn dus meer kwetsbaar voor verkrachting
5. Verkrachting heeft negatieve effecten voor slachtoffer
Sterkte = beter verklarende + predictieve validiteit omdat het multifactorieel is + verenigbaar met andere multifactoriële theorieën
Theoretische verklaringen voor de link tussen EPA en SG
- Parafilie
- Symptoomgestuurd delictgedrag
- Comorbide persoonlijkheidsstoornis
- Neurologische aandoeningen
Psychopathie, ASP & Sociopathie
Psychopathie = Niet in DSM-5, Focus op gebrekkige empathie en schuldgevoel, wel theory of mind, maar weinig bezig met impact op slachtoffer, Eerder succesvol
Antisociale persoonlijkheidsstoornis = DSM-5 diagnose, Focus op antisociaal gedrag, Symptomen voor 15 jaar aanwezig, DD/ Narcisme?
Sociopathie = Verouderde term, i.t.t. psychopathie wel in staat tot empathie, emotionele gehechtheid en schuldgevoel (beperkte mate), i.t.t. psychopathie vaak een laag verbaal IQ, eerder onsuccesvol
Functionele psychopathie
Psychopaten die op volwassen leeftijd geen gewelddadig of impulsief gedrag vertonen
CBT adhv model Marshall
- Terugdringen van deviante seksuele opwinding en gedrag
- Sociale vaardigheden
- Cognities
- Levensstijl- & taakproblemen
- Terugvalpreventie
Risicotaxatie - criminogene noden
- Statische risicofactoren = onveranderbare factoren die samenhangen met kans op recidive (leeftijd, geslacht, eerdere delicten)
-
Dynamische risicofactoren = psycho. gedrag. & context factoren die afname risico recidive kunnen veroorzaken. Twee soorten
1. Stabiele risicofactoren - traits (eg beperkte zelfregulatie, antisociaal)
2. Acute risicofactoren - state (eg alcohol, woede)
Vormen risicotaxatie
- ongestructureerd klinisch oordeel
- gestructureerd klinisch oordeel
- actuariële risicotaxatie (beste)