proza Flashcards
(35 cards)
Epos
heldendicht
lang, verhalend gedicht
mythe
ter ere van goden/ helden en behoort tot een bepaalde cultuur
sage
Gedicht met een historische kern en geeft precieze situering in tijd dat wil geloofd worden en heeft tragische afloop
stadssage
sage in deze tijd
speelt in op angsten
eindigt met een pointe
legende/ Marialegende/hagiografie
religieus onderwerp
Maria/ heilige als hoofdrol
sprookje
volkssprookje (anoniem)
cultuursprookje (auteur)
goede afloop
veel fantasie
Fabel
antropomorfisme (menselijke eigenschappen toekennen aan dieren/dingen)
vaak rijm
kortverhaal ->dierenpiek is iets langer
parabel
vergelijking waarin luisteraar zich moet herkennen
deel van een groter verhaal
verborgen zedenles
Aforisme
citaat (filosofisch, dubbele bodem)
anekdote
kort verhaal over opmerkelijk iets uit dagelijks leven
cursiefje
wil humoristisch zijn
eindigt vaak op een pointe of verassende wending
onderwerp uit dagelijks leven
column
geeft opinie over actueel onderwerp
vaste plaats in krant
essay
op actueel/ menselijk probleem
overtuigen naar visie van auteur
kortverhaal
langer dan anekdote korter dan novel
open einde
verhaal begint in het midden/ einde (=medias res)
novelle
korter dan roman (minder dan 60 p)
slechts 1 gebeurtenis/ 1 personage uitgediept
roman
langer verzonnen verhaal over mensen
autobiografische roman
levensloop van schrijver
historische roman
verhaalstof is gebaseerd op waargebeurde, historische gebeurtenissen
ridderroman
lange gedichten op rijm in de volkstaal over ridderavonturen
adolescentenroman
geschreven voor jongeren van 15-20
Bildungsroman
gaat over volwassenwording van een personage
gothic novel
romantische griezelroman waarin mysterie, romantiek en horror worden vermengd
heimatliteratuur
beschrijft een landelijke streek
psychologische roman
gaat dieper in op waarom van zaken. meer nadruk op psychologie