Psychologische gerontologie Flashcards

(63 cards)

1
Q

Wat is het probleem van de vooroordelen tegenover verouderen?

A
  • maatschappij begint het te geloven en stelt zijn verwachtingen ernaar
  • ouderen beginnen het zelf te geloven
  • kan zorgen voor discriminatie
  • ouderen komen vaak niet in beeld, zo wel is het negatief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn de gevolgen van ageism?

A
  • niet deelnemen aan gezondheidsonderzoek
  • soms geen toegang tot bepaalde gezondheidszorg
  • meer risicovolle gedragingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is ageism?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

op welke manieren kan je leeftijd meten?

A
  • Kalenderleeftijd
  • Biologische, sociale en psychische leeftijd
  • functionele leeftijd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is subjectieve leeftijd?

A
  • draait om de zelfbeleving van ouder worden.
  • subjectieve rekensom van een aantal factoren die met de levensloop als dagelijkse invloeden te maken hebben.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

verouderen is…

A

een product van:
- biologische, sociale en psychologische processen
- individuele levensgeschiedenis en huidige omstandigheden
- attitudes, verwachtingen, vooroordelen en idealen van cultuur en samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

vertel over Betty Friedan

A

Hoe moeten we onze vitale jaren spenderen?
participatie blijft belangrijk om ons zinvol te blijven voelen.
De hersenen kunnen zich zo blijven ontwikkelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

the fountain of age (Betty Friedan)

A

Iedereen zoekt naar het geheim van de eeuwige jeugd, maar we moeten op zoek naar het geheim van ouderdom. De vergelijkingsnorm moet anders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Normatieve theorieën

A

Het zijn de klassiekers en worden gezien als ideale modellen die tegen de stereotypen/negatieve kijk op ouderen ingaan. De modellen stellen vaak 1 ideaal pad voor wat weinig ruimte biedt voor eigen keuzes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Theorie van Carl Jung en leg uit

A

Individuatie

Jung is psychoanalyst en verdiepte zich in het onbewuste.
2 soorten: persoonlijk en collectief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn de onderdelen van persoonlijkheid (betrekking op individuatie - Jung)

A

ONBEWUST
1) zelf
2) Anima
3) Schaduw
4) Ego
5) Persona/masker
BEWUST

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

leg uit: Persona/ masker

A

De persoon die we publiekelijk vertonen, je gedraagt je naar een bepaalde rol, je speelt verschillende rollen in de maatschappij en het speelt in op verwachtingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Leg uit: ego

A

Bewustzijn in de zin van bewuste gedachten, omvat ons denken en bewuste gevoelens, geheugen…
Het is onze bewuste identiteit, maar volgens psychoanalisten is dit niet onze volledige persoonlijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Leg uit: schaduw

A

Onze ‘slechte’ kanten, zaken doen tegen de norm/verwachting in, de wens om bepaalde dingen te doen.
Het is gerelateerd aan de menselijke instincten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Leg uit: anima

A

Mannelijke en vrouwelijke kanten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

leg uit: het zelf

A

Symboliseert volledigheid met al de gekende en verborgen aspecten.
Het gaat zich zelf willen beginnen manifesteren.
Het wil vervuld worden, waardoor men tot grotere integratie van zichzelf zal bekomen (= individuatie).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wat behoort tot de 1e levenshelft en wat is het doel?

A

De kindertijd en jeugd (adolescentie en jongvolwassenen)
doel: iemand worden in de gemeenschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

wat behoort tot de 2e levenshelft + doel?

A

Midlife en de oudere leeftijd
doel: zichzelf zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

theorie van Daniel Levinson uit

A

keek naar de levensloop en dit resulteerde in een boek/trapmodel: the seasons of a mans life

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

wat zijn volgens Levinson de 4 grote spanningsvelden in de midlife?

A
  • Jeugd/leeftijd
  • destructie/creatie
  • man/vrouw
  • Hechting/scheiding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

wat is belangrijk in de theorie van Daniel Levinson?

A
  • levensloopbenadering
  • gaat over mannen
  • nadruk op engagement en betrokkenheid
  • midlife: crisisperiode
  • amerikaans geïnspireerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat gebeurt er in de late adulthood volgens Levinson?

A
  • rolveranderingen
  • veranderingen in mentale en fysieke capaciteiten
  • verantwoordelijkheden terugschroeven
  • eindigheid
  • rol van mentor opnemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

wat zijn de uitgangspunten van Erik Erikson?

A
  • Kernontmoetingen
  • Crisis
  • Grondhouding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

wat zijn de 8 fases volgens epigenetisch principe?

A
  • vertrouwen vs wantrouwen
  • autonomie vs onzekerheid
  • initiatief vs schuld
  • bekwaamheid vs minderwaardigheid
  • identiteit vs identiteitsvervanging
  • intimiteit vs isolatie
  • generativiteit vs stagnatie
  • ego-integriteit vs wanhoop
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
wat is het revised model?
aanpassingen op Erikson's model: - balans is dynamisch - vital envolvement - life in time
26
wat wordt bedoeld met balans die Erikson maakte is dynamisch? (revised model)
op een bepaald moment in het leven wel belangrijk, maar die balansen kunnen wel nog veranderen.
27
wat is vital evolvement? (revised model)
mensen moeten betrokken blijven en voor een goede ontwikkeling moet er langs beide kanten actieve betekenisvolle interacties zijn,
28
wat is life in time? (revised model)
Fases zitten in een vastgelegde volgorde, maar men neemt nog elementen uit de vorige fase mee en anticipeert al op de volgende fase.
29
wat is de activiteitstheorie? - Havighurst
als we succesvol willen verouderen we actief moeten blijven. Als activiteiten wegvallen moeten deze zsm vervangen worden door andere.
30
wat is de disengagement theorie? - Cummings en Henry
= succesvol verouderen betekent zich terug trekken uit de maatschappij. Dit staat recht tegenover de activiteiten theorie
31
wat is de re-engagement theorie? - David Gutmann
disengagement is niet het eindpunt. Er is inderdaad een loslaten vanuit beide richtingen, maar dit is vooral de eerste stap in een nieuw proces waarbij ouderen in traditionele culturen wel een belangrijke rol krijgen.
32
wat is de rol van Lars Tornstam?
hij herformuleerde de verschillende theorieën en ontwikkelde gerotranscendentie.
32
wat is gerotranscendentie?
het laatste stadium in een natuurlijke progressie naar maturiteit, wijsheid en levenstevredenheid.
33
wat zijn de 3 dimensies van gerotranscendentie?
- kosmische dimensie - het zelf - sociale en persoonlijke relaties veranderen
34
wat is de kosmische dimensie? (gerotranscendentie)
nieuw begrip van tijd en ruimte - refereert naar het verbonden voelen met universum, natuur en vorige generaties. - Vaak bij ouderen een interesse voor stamboom ontwikkeling - Men begint de keten van het leven te begrijpen met minder angst voor de dood.
35
wat is 'het zelf'? (gerotranscendentie)
= concepten van Jung met individuatie, maar ook bereik van ego-integriteit waardoor men altruistischer wordt. - ontwikkelen van ego-integriteit - minder gericht op zichzelf => meer altruistisch. - proces van zelfconfrontatie, minder in het centrum van de belangstelling staan - niet meer geobsedeerd zijn door uiterlijk van het lichaam.
36
wat wordt bedoeld met de dimensie: sociale en persoonlijke relaties veranderen? (gerotranscendentie)
= selectiever worden en focussen op betekenisvolle relaties. - hebben meer tijd nodig voor reflectie en bezinning - We begrijpen de rol die men speelt beter. - Modern ascetisme: minder geven om de persoonlijke bezittingen - vrijheid creeëren door zich te ontdoen van spullen en ontwikkelen van wijsheid
37
wat is remenescentie?
proces om gebeurtenissen en ervaringen uit het leven op te halen. Dit is redelijk vrijblijvend, en dit doen we ook best vaak.
38
wat is life review?
een therapeutisch proces van gestructureerd ophalen, evalueren en integreren van herinneringen om mensen beter te laten functioneren en een onevenwicht te herstellen.
39
functies van remenescentie?
- sociaal - instrumenteel - integratief
40
wat is sociale remenescentie?
een band scheppen
41
wat is instrumentele remenescentie?
omgaan met dingen - terugdenken aan omgaan met moeilijke situaties het verleden en dit toepassen op het heden
42
wat is integratieve remenescentie?
deze slaat meer op life review: mensen iets leren - vb ouderen vertellen over beroepen van vroeger
43
wat zijn adaptatietheorieën?
Theorieën die kijken naar individuele paden
44
wat is de welzijnsparadox?
ouderen hebben, ondanks de (vele) verliezen, een stabiel“welzijn”
45
wat is coping?
het aanpassen aan/omgaan met een stresserende situatie.
46
wat zijn 2 manieren van coping?
- adaptieve coping - maladaptieve coping
47
wat is adaptieve coping?
door op die manier om te gaan met de situatie hebben we een beter welzijn
48
wat is maladaptieve coping?
de situatie niet aanpakken
49
is coping eigen aan de persoon of situatiespecifiek en flexibel?
De waarheid ligt in het midden. Bepaalde persoonlijkheidstrekken beïnvloeden coping: - meer openstaan nieuwe ervaringen -> kunnen beter omgaan met nieuwe situaties - Extraverten -> beter omgaan met nieuwe situatie
50
wat zijn de 3 voornaamste copingstijlen?
- probleemgerelateerd - emoties - cognitie => meestal combinatie v verschillende stijlen
51
copingsstijl beïnvloed door situatie en individuele factoren. Verklaar beide
- individueel: sensorische achteruitgang, economische achteruitgang - situationeel: wat is de kijk op verouderen en hoe ervaren ze dat?
52
wat is het verschil tussen veerkracht en coping?
Coping (situatie): meer een reactie op een specifieke situatie, Veerkracht is breder doordat het verwijst naar de mate waarin iemand steeds kan terugveren na een gebeurtenis
53
wat is veerkracht?
Veerkracht is het patroon van aanpassing dat mensen zich stellen, het terugveren na een gebeurtenis. Iemand veerkrachtig past zijn copingsstijl aan als die ziet dat het niet adaptief werkt.
54
wat is het SOC model?
Selectie, Optimalisatie, Compensatie Deze processen zijn nodig om zichzelf succesvol aan te passen na verlies.
55
wat is selectie? (SOC model)
Selecteren van zaken die van hoge prioriteit zijn voor het individu en gepast zijn voor de vaardigheden en situatie. Dit is vaak een electieve keuze (emotionele of rationele afweging van de opties) op oudere leeftijd zullen de keuzes vaak gemaakt worden op basis van verlies. Dit leidt tot een vernauwing van mogelijkheden. Er vindt een continu herevaluatie van doelen plaats.
56
wat is optimalisatie? (SOC model)
Bestaande situatie optimaliseren ifv de gestelde doelen. vb: revalidatie of zoeken naar versterkende omgeving
57
wat is compensatie? (SOC model)
Situatie compenseren met alternatieven. vb: hulpbronnen van alternatieve middelen deze is vaak het moeilijkst
58
wat is het assimilatie en accomodatie model
het zelf is een dynamisch en een zichzelf beschermend systeem. Dit zelf bestaat uit verschillende onderdelen: - accumulatie - accommodatie - immuniseringsprocessen
59
wat is assimilatie? (assimilatie en accomodatie model)
dit is gelijk te stellen aan het SOC-model, de omgeving zo veel mogelijk aan passen aan de zingeving. vb: je wordt werkloos, maar werken vind je belangrijk dus zoek je nieuw werk. Zolang de verliezen omkeerbaar of aanpasbaar zijn belangrijk om assimilatie toe te passen!
60
wat is accommodatie? (assimilatie en accomodatie model)
Wanneer het niet meer mogelijk is om doelen te veranderen (assimilatie). Obereikbare doelen loslaten en vervangen naar bereikbare doelen, motivationeel en cognitief systeem aanpassen. vb: nieuwe zingeving zoeken, afleiding zoeken, aanvaarden, nieuwe opties zoeken, sociale steun zoeken
61
wat zijn immuniseringsprocessen? (assimilatie en accomodatie model)
Technieken waardoor mensen zich ongevoelig maken voor discrepante informatie tussen het normatieve en het actuele zelf. Mensen krijgen info over zichzelf die niet strookt met wat ze zelf beleven en gaan dit niet zien, geloven en/of ontkennen. Mensen vergelijken hun situatie met anderen -> bewoners in wzc vgl dat ze er beter vanaf zijn dan anderen.
62