Publieke economie Flashcards

(36 cards)

1
Q

Wat is consequentialisme?

A

Een actie wordt beoordeeld enkel op basis van de gevolgen die ze heeft -> iets is moreel goed of slecht als het goede of slechte gevolgen heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is intentionalistisme/deontologie

A

Een actie wordt beoordeeld op basis van de intenties waarmee ze is gerealiseerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een Pareto-verbetering?

A

Een verandering die ertoe leidt dat één individu erop vooruit gaan zonder dat er iemand anders erop achteruitgaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de Pareto efficiënte allocatie

A

Een toestand in de economie of de samenleving is Pareto-efficiënt indien het niet mogelijk is Paretoverbeteringen door te voeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verschil tussen een positieve en normatieve analyse

A
  • Positief: oorzaak-gevolg, vaak model nodig
  • Normatief: gebaseerd op positieve analyse ‘dit zou moeten gebeuren’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom heeft men vaak een model nodig bij een positieve analyse?

A
  • Experimenteren niet mogelijk/wenselijk
  • Verleden is soms niet betrouwbaar
  • Economisch systeem is groot en complex
  • Model laat toe ‘logisch en consistent’ te redeneren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het eerste welvaartstheorema?

A

Als er geen marktmacht is e er is een markt voor alle goederen en diensten, dan is het evenwicht Pareto-efficiënt –> competitief evenwicht leidt automatisch tot efficiëntie, zonder OH ingreep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zegt het tweede welvaartstheorema?

A

Als voorkeuren en technologie convex zijn, dan kan elke Pareto efficiënte allocatie bereikt worden na herverdeling van endowments/resources (=decentralisatie), waarna de markt kan werken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe kan men decentraliseren?

A
  • Startsituaties/endowments aanpassen
  • Lump-sum transfers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Voorwaarden waaronder de markt de beste uitkomst levert:

A
  • Afwezigheid van marktfaling (geen marktmacht, geen externe effecten, geen pg-
  • Perfecte en symmetrische informatie
  • Rationaliteit (behavioural)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Twee manieren om externaliteiten te analyseren

A
  1. Pigou
  2. Een markt voor de ‘externaliteit’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn Marginale Externe Kosten?

A

Externe kost geleden door de gedupeerden van extra eenheid vervuiling: stijgt naarmate er meer schade is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn Marginale ReductieKosten?

A

Kost voor vervuiler om extra eenheid vervuiling te reduceren: stijgt naarmate meer vervuiling wordt gereduceerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Verschil effectiviteit en efficiëntie?

A

Effectiviteit: wordt het doel (V) bereikt?
Efficiëntie: wordt vervuiling gereduceerd aan minimale kost?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is ‘command an control’?

A

De OH legt een norm op waaraan men zich moet houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is ‘cap and trade’?

A

Een recht om een bepaalde hoeveelheid te mogen uitstoten. Het is verboden meer dan deze hoeveelheid uit te stoten

17
Q

Voordelen ‘cap and trade’?

A
  • Hoeveelheid vervuiling wordt beperkt
  • De markt bepaalt de prijs
18
Q

Waarom EU Emission Trading System?

A

Om een prijskaartje op vervuilde lucht te plakken zodat de markt wordt gestimuleerd om emissiereducties te realiseren waar dat het goedkoopst is

19
Q

Wat zijn alternatieven om externaliteiten op te lossen?

A
  • Ze zijn van alle tijden: OH niet noodzakelijk
  • Morele en sociale normen
  • Vrijwilligers en liefdadigheid
  • Patenten en Octrooien
  • Coase theorema
20
Q

Wat zegt het Coase-theorema?

A

Ken eigendomsrechten toe over het milieu; op voorwaarde :
- eigendomsrechten zijn goed omschreven
- er kan onderhandeld worden zonder transactiekosten
- schade moet meetbaar zijn, transactie moet waardeerbaar zijn
- aantal partijen is beperkt

21
Q

Wat zijn ‘internaliteiten’?

A

5 kenmerken: beslissingen met kleine tijdsintervallen, gevolgen zijn klein, ver weg in de tijd en vandaag nog vermijdbaar

22
Q

Het verschil tussen merite en demeritegoederen?

A
  • Meritegoederen: verdienstegoederen, consument onderschat de waarde
  • Demeritegoederen: onverdienstegoederen, consument overschat de waarde
23
Q

2 kenmerken van goederen + betekenis

A

Rivaliteit: als de consumptie v/h ene individu de consumptie v/e ander individu vermindert
Uitsluitbaarheid: als een consument kan uitgesloten worden v/d consumptie v/e goed

24
Q

Wat is het probleem bij publieke goederen?

A

Vrijbuitergedrag: niet-uitsluitbaarheid zorgt ervoor dat het niet mogelijk is iemand uit te sluiten (free-riding)

25
Onder welke voorwaarden werken sociale normen het best als oplossing?
- Bij lokale PG - Als de bijdagers elkaar kennen - Als de bijdragers kunnen communiceren - Als vrijbuiters bestraft kunnen worden
26
Probleem bij common pool goederen
Rivaliteit -> vrijbuitersgedrag: incentive tot gebruik zo lang winstmogelijkheid -> overgebruik
27
Wat is de 'tragedy of the commons'?
Bij gemeenschappelijk eigendom is er een tendens tot overgebruik -> individueel belang <-> collectief belang
28
Bijdrage van Elinor Ostrom aan de tragedy of the commons?
Publiek en privaat beheer zijn uitersten op een continuüm -> polycentrisch beheer van gemeenschappelijke bronnen - vertrouwen en reciprociteit!
29
Hoe beslissen tot voorziening van een publiek goed?
- Kosteneffectiviteitsanalyse - Maatschappelijke kosten baten analyse (MKBA)
30
Wat is de kosteneffectiviteitsanalyse?
Voer die projecten uit die een bepaald doel aan minimale kost bereiken
31
Wat is de maatschappelijke kosten baten analyse?
Een analyse van een publiek goed waarbij de monetaire kosten vergeleken worden met de monetaire baten (voor de maatschappij) -> voer die projecten uit waar het verschil tussen maatschappelijke baten en kosten het grootst is
32
Twee manieren om naar kosteneffectiviteit te kijken:
- Nagaan hoe hetzelfde niveau kan bereikt worden op een goedkopere wijze - Nagaan hoe met dezelfde middelen meer bereikt kan worden
33
Voor- en nadelen v/d kosteneffectiviteitsanalyse:
+ Goed toepasbaar principe: minder informatie vereist dan voor MKBA, enkel vereist: effect van bestedingen op de doelstelling - Moeilijk uitlegbaar - Politiek soms gevoelig - Vergelijking over sectoren/bedrijven/beleidsniveaus... heen
34
4 criteria voor het stijgen van de sociale welvaart:
- Pareto criterium - Kaldor-Hicks compensatiecriterium (utilitarisme) - Gewogen Kaldor-Hicks m - Rawl's criterium
35
Wat is het Kaldor-Hicks compensatiecriterium?
Het is beter als de begunstigden 'in principe' de benadeelden kunnen vergoeden - som van nutsniveaus
36
Wat is het gewogen Kaldor-Hicks compensatiecriterium?
Idem als gewone maar met gewichten voor bepaalde groepen - Gewogen som van nutsniveaus