Quaselecke Wie sag'ich es? NL -> D Flashcards
(20 cards)
Hoe vind je dit computerspel?
Wie findest du das Computerspiel?
Dat vind ik super.
Das finde ich super.
Bevalt de nieuwe film je?
Gefällt dir der neue Film?
Hij is saai.
Er ist doof.
Dat bevalt me (niet).
Das Gefällt mir (nicht).
Vind je shows leuk?
Magst du Shows?
Ik vind ze heel leuk.
Ich mag sie sehr gerne.
Dat vind ik (niet) leuk.
Das mag ich (nicht).
Dat klopt (niet).
Das stimmt (nicht).
Dat vind ik ook.
Das finde ich auch.
Ik heb een andere mening.
Ich habe eine andere Meinung.
Daar ben ik het (niet) mee eens.
Damit bin ich (nicht) einverstanden.
Ik ben het helemaal niet met je eens.
Da bin ich überhaupt nicht deiner Meinung.
Ik ben het helemaal met je eens.
Ich bin ganz deiner Meinung.
Wat vind je van het onderwerp internet?
Was sagst du zum Thema Internet?
Daarover heb ik geen mening.
Dazu habe ich keine Meinung.
Wat vind je van soaps?
Was hältst du van Seifenopern?
Dat vind ik heel leuk.
Davon halte ich sehr viel.
Die kunnen mij niet schelen.
Die sind mir egal.
Hoe bevalt deze DVD je?
Wie gefällt dir diese DVD?
