Rabiësvirus Flashcards

1
Q

Virus

A

Rhabdoviridae

  • kegelvormig
  • enveloppe
  • ZOONOSE
  • urbane en salvatische vorm (vos)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kenmerken

A
  • ontwikkelende lande: controle straathonden + vaccinatieprogramma’s afgenomen en focus wildlife reservoirs
  • transmissie door bijtwonden (kan evt krabben en likken)
  • Virus uitscheiden voordat symptomen beginnen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Epidemiologie

A
  • Twee infectieuze cycli
    1) Urbane rabiës bij honden
    2) Sylvatische bij rode vossen
    Vampiervleermuis belangrijkste reservoir Centraal en zuid amerika
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Pathogenese

A

In weefsel CZC-axonaal transport naar periferie (perifere zenuwuiteinden binnen en xx czs)
xx alle organen

–> klinische symptomen nadat er neuronale schade heeft opgetreden, veroorzaakt door virale replicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Klinische symptomen

A

Incubatieperiode 2-12weken tot 6jaar
Hoe verder de bijtwonde is hoe langer het zal duren

Prodromale fase: gedragsveranderingen: rustige hond wordt onrustige hond en stille hond wordt levidig, verwarring en desoriëntering

Exitatiefase: onrust, happen naar de lucht, bijten, agressief worden, verhoogde geslachtsdrift, vreemde voorwerpen inslikken, huilen

Paralytische fase: slikken wordt moeilijk, paralyse onderkaak, heesheid, paralyse ah spieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Controle

A
  • quarantaine in vrije landen (seropositieven vermijden)
  • endemisch: controle van reservoirsoorten
  • gemodificeerd levend rabiësvaccin (12w), vaccinatie rabies virusglycoproteïne recombinant vaccins (vaccineren reservoirsoorten)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly