reactiesnelheid Flashcards

1
Q

geef 2 vb van snelle reacties en trage reacties

A

snel : ontploffing, bederven van voedsel

traag: afbreken van plastic, composteren van afval

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

aan welke 2 voorwaarden moeten de reagerende deeltjes voldoen zodat te botsingen effectief zijn + wat wordt er gevormd als ze er aan voldoen

A

ze moet krachtig genoeg zijn

ze moet goed georiënteerd zijn

+

dan wordt er een overgangsstructuur of geactiveerd complex gevormd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat krijg je als je aan de 2 voorwaarden voldoet wat krijg je dan

A

een transitiecomplex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoeveel is Ekin ivm de snelheid

A

Ekin = 1/2 m * v²

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

teken de energieverdeling tussen deeltjes met effectieve botsingen

A

P79

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is N

A

aantal botsende deeltjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is Emin

A

dat is de minimale kinetische energie die nodig is om bij van 2 deeltjes een reactie te veroorzaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

formule van reactiesnelheid bij een product als de reactievergelijking A –> B

A

v = ΔC B / Δt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

formule van reactiesnelheid bij een reagens als de reactievergelijking A –> B

A

v = -ΔC A / Δt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

definitie reactiesnelheid

A

de reactiesnelheid is gelijk aan de concentratieverandering van reagens of product per tijdseenheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn de formules voor reacties van het type aA + bB –> cC + dD

A

v = -ΔC A / a * Δt

= v = -ΔC B / b * Δt

= v = ΔC C / c * Δt

= v = ΔC D / d * Δt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is de ogenblikkelijke reactiesnelheid

A

de reactiesnelheid op een bepaald tijdstip

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wanneer is der reactie exo of endotherm

A

exo: ΔH < 0
endo: ΔH > 0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is een katalysator

A

dat is een stof die de reactiesnelheid beïnvloedt, maar zelf onveranderd blijft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

welke soorten katalysators heb je + wat doen ze

A

positieve katalysator + versnelt de reactie

negatieve katalysator + vertraagt de reactie (= inhibitor)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welke 3 voordelen heeft het vergroten van de verdelingsgraad (= vergroten van het contactoppervlak)

A

dan stijgen de ontmoetingskansen

dus de effectieve botsingen gaan stijgen

de reactiesnelheid gaat stijgen

17
Q

van welke factoren is de snelheidsconstante afhankelijk

A

de temperatuur, de verdelingsgraad en het licht

18
Q

van welke factor is de reactiesnelheid afhankelijk

A

van de concentratie van de reagentia

19
Q

algemene formule voor de reactiesnelheid met vb vergelijking

mA + nB = pC –> eindproducten

A

v = k * (A)m * (B)n * (C)p

20
Q

wat is de orde van de reactie

A

dat is de som van de exponenten van de reagens

bv bij reactievergelijking mA + nB = pC –> eindproducten

is m + n + p = de orde

21
Q

op welke manier kun je alleen maar de orde van een reactie berekenen

A

alleen experimenteel

22
Q

wat is er belangrijk met de orde van een reactie bij de algemene formule

A

dat als er geen getal bij de macht staat dat de macht 1 is