Redox h1 Flashcards

(11 cards)

1
Q

Redoxreactie

A

Elektronen worden overgedragen van de ene naar de andere reactant
Opgebouwd uit 2 half reacties samen een netto reactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Reductor

A

Staat elektronen af
(ze ontstaan)
proces heet oxidatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Oxidator

A

Nemen elektronen op
(Ze verdwijnen)
Proces heet reductie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Totaal/Nettoreactie

A

de halfreacties van de oxidator en reductor bij elkaar; nooit elektronen hierin.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Redoxreactie herkennen

A
  • Als van een element de lading voor en na de pijl verschillend is, kan dat alleen doordat er
    elektronen zijn overgedragen.
  • oxidatiegetal van een element te controleren (bijlage 1)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Redoxkoppels

A

Binas T48
oxidator en zijn geconjugeerde reductor.
reductor en diens geconjugeerde oxidator
» gerangschikt op oxidatorsterkte; standaardelektrode-potentiaal (symbool V0)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat gebeurd er als de reductor/oxidator sterkte afneemt

A

naarmate de reductorsterkte en oxidatorsterkte afneemt, zal de neiging om elektronen uit te wisselen ook minder worden. In dat geval ontstaat er een evenwicht of vindt geen reactie plaats.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe kun je voorspellen of de reactie verloopt? (dus evenwicht)

A

Als de oxidator boven de reductor staat in deze tabel, dan kan de redoxreactie verlopen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Totaalreactie opstellen

A
  1. bepaal aanwezige deeltjes
  2. bepaal sterkste ox en red
  3. ga na of de reactie kan verlopen
  4. halfreacties onder elkaar
  5. vermenigvuldigen zodat elektronen kloppen
  6. reacties bij elkaar optellen (zonder e)
    Vergeet niet na het optellen van de halfreacties deeltjes als H2O, H+ en OH- tegen elkaar weg te strepen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bekende en veel gebruikte oxidatoren:
permanganaat-ion, dichromaat-ion en waterstofperoxide

A

(MnO4−), (Cr2O72-) en (H2O2)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bekende en veel gebruikte reductoren:
thiosulfaat-ion, sulfiet- ion en oxaalzuur

A

(S2O32-), (SO32-) en (H2C2O4)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly