REVAKI neuro: Dwarslaesie Flashcards

(117 cards)

1
Q

Tot op welk niveau loopt het RM?

A

L1-L2, daar begint cauda equina

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de etiologie van klinische syndromen bij DL?

A
  • klinische syndromen = ACS, PCS, BSS,..
  • komt voor bij 1/5 vd DL ptn
  • Vnl bij de traumatische ptn
  • 3/4 van deze ptn hebben goede prognose (vanaf begin ASIA D)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke klinische syndromen bij DL zijn traumatisch?

A
  • BSS
  • CCS
  • CMS
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke klinische syndromen bij DL zijn niet-traumatisch?

A
  • CES
  • ACS
  • PCS
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een CES?

A

** Cauda equina syndrome **
* Niet-traumatisch
* L1-L2 of lager
* Zadelanesthesie, blaasft, rectumft -> Urgentie!
* Zwakte OL
* Kan postnataal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de oorzaken van DL?

Welke komen meest voor?

A
  • Meest traumatisch -> 75% (verkeer, sport)
  • Niet traumatisch (Infecties, tumor, bloeding)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een BSS? (DL)

A

** Brown Sequard Syndrome **
* Halfzijdig
* Traumatische oorzaak
* jonge mensen, steekwonden
* Homolateraal: Motoriek, gnostische sens
* Heterolateraal: vitale sens (pijn, temp)

  • tractus corticospinalis (motoriek) -> kruist pas op niveau medulla
  • Fasciculus cutaneus en gracilis (gnostische sensibiliteit) -> kruist pas op niveau medulla
  • tractus spinothalamicus (vitale sensibiliteit) -> kruist op niveau zelf
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is CCS? (DL)

A

** Central Cord Syndrome **
* centraal in RM, inhibitie reflexbogen
* Traumatische oorzaak
* Oudere groep, hyperextensieletsel
* Komt meest voor van alle syndromen
* Minst goede prognose
* Ook perifere verschijnselen als voorhoorncellen (slappe verlamming) of tractus corticospinalis (spasticiteit) aangetast zijn
* Meer last BL dan OL

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is CMS? (DL)

A

** Conus Medullaris Syndrome **
* Traumatische oorzaak
* Niveau T11 tot L1 (conus)
* Blaas- & gevoelsstoornissen
* Slappe verlamming + atrofie OL
* Vitale sens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is ACS? (DL)

A

** Anterior Cord Syndrome **
* Niet-traumatische oorzaak
* Zeldzaamst
* Langste revalidatie (tot 1.5j)
* Voorhoorncellen => motorisch, pijn & temperatuurszin
* bilateraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is PCS? (DL)

A

** Posterior Cord Syndrome **
* Niet-traumatische oorzaak
* Gnostische sensibiliteit (fijne tast, proprio)
* Bilateraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de functie van een ganglion?

A

Autonome functie (Orthosympathicus) -> hogere HF, VC, hogere AH-frequentie, remming spijsvertering, zweet,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom valt bij een BSS de homolaterale motoriek en gnostische sensibiliteit uit & heterolateraal de vitale sensibiliteit?

A
  • tractus corticospinalis (motoriek) -> kruist pas op niveau medulla
  • Fasciculus cutaneus en gracilis (gnostische sensibiliteit) -> kruist pas op niveau medulla
  • tractus spinothalamicus (vitale sensibiliteit) -> kruist op niveau zelf
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het verloop en de werking van de tractus corticospinalis?

A

= Pyramidebaan
* Vertrekt uit cortex, loopt langs de thalamus en kruist thv de medulla, dan neemt het synaps met de motorische voorhoorn
* Functie = motoriek

Een letsel voorbij de voorhoorn zorgt dus voor een perifere verlamming, ervoor is dit centraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het verloop en de werking van de tractus spinothalamicus?

A
  • Loopt langs dorsale wortel naar dorsale hoorn (kruist op niveau zelf), naar de thalamus en naar de sensorische schors
  • Functie = vitale sensibiliteit, pijn- & temperatuurszin
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het verloop en de functie van de fasciculus gracilis & cuneatus?

A
  • Lopen posterior (hoe distaler de baan hoe meer posterior), stijgt ipsilateraal tot medulla oblongata (nucleus gracilis & cuneatus) waar ze kruisen. Dan via thalamus naar sensorische schrors
  • Functie = gnostische sensibiliteit (proprio, vibratie, fijne tast)
  • Gracilis = OL
  • Cuneatus = BL
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is gnostische sensibiliteit?

A

Proprioceptie, fijne tast, vibratie (fasciculus gracilis & cuneatis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is het verloop en de functie van de tractus spinocerebellaris?

A
  • Loopt langs anterior en kruist op het niveau zelf & op het niveau van het cerebellum (2x dus)
  • Functie = deeltje van de proprioceptie

Aangezien zowel de tractus spinocerebellaris als de fasciculus gracilis & cuneatis proprioceptie doen, kan bij een letsel van de ene nog wat proprio overblijven door de andere baan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is de spinale shockfase? (DL)

A

Bij een traumatisch DL letsel zal geen gevoel, geen motoriek, geen plasdrang zijn. Vocht wordt opgehouden en er is obstipatie => lichaam is in overlevingsmodus ter bescherming (niet bewegen & alles bijhouden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Hoelang duurt de spinale shockfase? (DL)

A

Hangt af van de gebruikte definitie:
* Huidreflexen: terug na 2d
* Peesreflexen: terug na 2w
* Vasculaire reflexen: terug na 2m

Hoe vroeger deze reflexen terugkeren, hoe beter de prognose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Welke huidreflexen testen we bij het vaststellen of de spinale shockfase voorbij is? (DL)

A
  • DPR (Deep Plantar Reflex): lat op voet duwen -> tenen open
  • Bulbocavernosus reflex: duwen bulbus -> opheffing balzak
  • Cremaster-reflex: strelen ADD -> opspanning lat balzakspieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat zijn de vasculaire reflexen die we terug verwachten na de spinale shockfase? (DL)

A

Spinale shockfase => OS valt uit => geen VC onder letsel => teveel VD => bloeddrukvallen
Deze VC komt dus terug waardoor men minder zal flauwvallen bij rechtkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Welke 2 zaken zijn cruciale determinanten voor de ernst van een DL?

A

** De laesiehoogte **
* Paraplegie = onder T1 (BL intact)
* Tetraplegie = T1 of hoger

** De uitgebreidheid **
* Complete laesie
* Incomplete laesie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat test de ISCSCI? (DL)

A
  • Motoriek (referentiespieren): 5 OL & 5 BL MMT -> score op 50 L & R
  • Motorisch niveau = laagste niveau waarom spw >= 3 (daarboven normaal 5)
  • Sensoriek: pijnzin testen (score 0 = afwezig, 1 = verminderd, 2 = normaal)
  • Sensorisch niveau: laagste punt waarop waarde 2 is (daaronder 0 of 1)
  • Compleetheid laesie (anaal touché)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat zijn de niveau's van de ASIA-scale? (DL)
** A = Compleet ** Geen sensoriek & motoriek S4-S5 ** B = Incompleet, sensoriek bewaard ** Gevoel Sacrale dermatomen (CMS) ** C = Incompleet, spieren onder letsel zijn zwak ** > helft kernspieren onder letsel < 3 (ACS) ** D = Incompleet, spieren werken goed ** > helft kernspieren onder letsel > 3 (meeste syndromen) ** E = Incompleet ** Normale sens & mot (volledig herstel na trauma)
26
Wat zijn zones van partiële innervatie? (DL)
Complete laesie, waaronder je enkele niveau's niets kan (sens + mot). Enkele niveau's eronder heb je wel weer mot of sens
27
Wat is het neurologisch niveau? (DL)
Het laagste niveau met intacte functie op motorisch niveau (zowel L als R)
28
Wat zijn de 7 prognostische factoren betreffende gang bij DL?
* Volledigheid letsel * Hoogte letsel * Aard letsel (bv. BSS grote kans herstel) * Tijd tot terugkeer reflexen * Leeftijd (jonger = beter) * Geslacht (mannen beter in compenseren, vrouwen beter in herwinnen niveau) * Complicaties
29
Wat zijn onze revalidatiedoelen bij een complete laesie op niveau C1-C3? (DL)
Verbaal-onafh, ERW (O2 nodig)
30
Wat zijn onze revalidatiedoelen bij een complete laesie op niveau C4? (DL)
Ventilatie-onafh, ERW ## Footnote n. Phrenicus (doet AH) = C3
31
Wat zijn onze revalidatiedoelen bij een complete laesie op niveau C5? (DL)
ERW, ADL (tanden, haar) ## Footnote Wel biceps, geen triceps
32
Wat zijn onze revalidatiedoelen bij een complete laesie op niveau C6? (DL)
MRW, transfers gelijke hoogte ## Footnote Geen triceps
33
Wat zijn onze revalidatiedoelen bij een complete laesie op niveau C7? (DL)
MRW, ADL-onafh, auto mss ## Footnote Wel triceps, geen handen
34
Wat zijn onze revalidatiedoelen bij een complete laesie op niveau C8? (DL)
MRW, ADL-onafh, auto ## Footnote Wel vingerflexoren
35
Wat zijn onze revalidatiedoelen bij een complete laesie op niveau T2-T5? (DL)
RW-onafh ## Footnote Romp is intact, dus men kan lange afstanden met rolstoel. Geen buikspieren
36
Wat zijn onze revalidatiedoelen bij een complete laesie op niveau T6-T12? (DL)
Korte afstanden met orthesen/looprek ## Footnote Wel buikspieren
37
Wat zijn onze revalidatiedoelen bij een complete laesie op niveau L2? (DL)
Looprek, krukken, KEVO's in huis ## Footnote Heupbuigers aanwezig => men kan beetje stappen
38
Wat zijn onze revalidatiedoelen bij een complete laesie op niveau L3 en lager? (DL)
(K)EVO's & krukken ## Footnote Qceps aanwezig => trappen mogelijk
39
Wat zijn de indicaties voor chirurgie in de acute fase van een DL? ## Footnote + wat betekent dit voor REVA tov conservatief?
* Er is druk op RM dat snel weg moet (bv. verplaatste wervelstructuren) * REVA kan snel opgestart worden in tegenstelling tot bij conservatief waar eerst 3m ge-immobiliseerd wordt
40
Wat is de FIM? (DL)
** Functional Independace Measurement ** Score van 1 (totale hulp nodig) tot 7 (compleet onafhankelijk) Kijken naar mobiliteit, ADL transfers,..
41
Wat is de FOD? (DL)
** Functionele obeservatie-schaal DL ** * Kijken wat pt kan zonder hulp, schaal van 1 (nvt) tot 5 (zelfstandig) * Dit voor Staan, balans, transfers,...
42
Wat kenmerkt een UMNL? (DL)
* Spastische/stijve verlamming * Reflexboog intact, maar controle op reflexboog weg => verhoogde spierspanningen
43
Wat kenmerkt een LMNL? (DL)
* Slappe verlamming * Reflexboog zelf is beschadigd => areflexie & atonie
44
Wanneer spreekt men van een plegie? (DL)
Bij een totale slappen verlamming
45
Wanneer spreekt men van een parese? (DL)
Indien er nog (verminderde) kracht aanwezig is in het lidmaat
46
Wat is de vitale sensibiliteit? (DL)
Pijn, tast & temperatuur (tractus spinothalamicus)
47
Hoe verloopt de parasympathicus?
Via de craniale zenuwen in de hersenstam en de n. Vagus (n. X). N. Vagus loopt naar hart, bronchiën, maag, darm, blaas,...
48
Wat zijn de functies van de parasympathicus?
* Vernauwen pupillen * Stimuleert speekselprod * Verlaagt HF * Verlaagt AH freq * Vernauwt bronchiën * stimuleert vertering
49
Wat is de functie van de orthosympathicus?
* Verwijdt pupillen * remt speekselprod * verhoogt HF * verhoogt AH freq * verwijdt bronchiën * Remt vertering
50
Hoe verloopt de orthosympathicus?
De orthosympathicus bevindt zich thv de thoracale regio en is opgebouwd uit preganglionaire cellichamen (T1-L2), grensstrengganlia (paravertebrale ganglia) en postganglionaire vezels (innerveren oraganene, spieren, huid, BV, zweetklieren) ## Footnote De bovenste 5 (T1-T5) zorgen voor cardiovasculaire parameters
51
Vanaf wanneer kunnen we het ASIA-niveau betrouwbaar meten? (DL)
Na 72u, anders is de spinale shockfase nog te overheersend
52
Wat is de conus medullaris?
Kegelvormige einde van het ruggenmerg thv L1-L2 waar de cauda equina ontstaat
53
Wat is het sensibiliteitspunt van C2? (DL)
Protuberentia Occipitalis
54
Wat is het sensibiliteitspunt van C3? (DL)
Fossa supraclavicularis
55
Wat is het sensibiliteitspunt van C4? (DL)
Top AC-gewricht
56
Wat is het sensibiliteitspunt van C5? (DL)
Laterale EB-plooi
57
Wat is het sensibiliteitspunt van C6? (DL)
Duim
58
Wat is het sensibiliteitspunt van C7? (DL)
Middelvinger
59
Wat is het sensibiliteitspunt van C8? (DL)
Pink
60
Wat is het sensibiliteitspunt van T1? (DL)
Mediale EB-plooi
61
Wat is het sensibiliteitspunt van T2? (DL)
Okselpunt
62
Wat is het sensibiliteitspunt van T3? (DL)
Derde IC-ruimte (boven tepellijn)
63
Wat is het sensibiliteitspunt van T4? (DL)
Vierde IC-ruimte (tepellijn)
64
Wat is het sensibiliteitspunt van T5? (DL)
Vijfde IC-ruimte (Tussen T4 - tepellijn & T6 - xiphisternum)
65
Wat is het sensibiliteitspunt van T6? (DL)
Zesde IC-ruimte (Xiphisternum)
66
Wat is het sensibiliteitspunt van T7? (DL)
Zevende IC-ruimte (Tussen T6 - xiphisternum & T8)
67
Wat is het sensibiliteitspunt van T8? (DL)
Achtste IC-ruimte (Tussen T6 - xiphisternum & T10 - navel)
68
Wat is het sensibiliteitspunt van T9? (DL)
Negende IC-ruimte (Tussen T8 & T10 - navel)
69
Wat is het sensibiliteitspunt van T10? (DL)
Tiende IC-ruimte (Navel)
70
Wat is het sensibiliteitspunt van T11? (DL)
Elfde IC-ruimte (Tussen T10 - Navel & T12 - lig ing.)
71
Wat is het sensibiliteitspunt van T12? (DL)
Ligamentum ingiunale
72
Wat is het sensibiliteitspunt van L1? (DL)
Tussen T12 (Lig ing.) & L2 (Halverwege bovenbeen ant)
73
Wat is het sensibiliteitspunt van L2? (DL)
Halverwege bovenbeen anterior
74
Wat is het sensibiliteitspunt van L3? (DL)
Condylus femoralis medialis
75
Wat is het sensibiliteitspunt van L4? (DL)
Malleolus medialis
76
Wat is het sensibiliteitspunt van L5? (DL)
Dorsale voet MTP3 gewricht
77
Wat is het sensibiliteitspunt van S1? (DL)
Laterale zijde hiel
78
Wat is het sensibiliteitspunt van S2? (DL)
Midden fossa poplitea
79
Wat is het sensibiliteitspunt van S3? (DL)
Tuberositas ischiadicum
80
Wat is het sensibiliteitspunt van S4-S5? (DL)
Peri-anaal gebied
81
Wat is de motorische kernspier van C5? (DL)
EB Flexoren (Biceps)
82
Wat is de motorische kernspier van C6? (DL)
Pols extensoren
83
Wat is de motorische kernspier van C7? (DL)
EB extensoren (triceps)
84
Wat is de motorische kernspier van C8? (DL)
Flexoren distale phalanx 3
85
Wat is de motorische kernspier van T1? (DL)
ABD dig 5
86
Wat is de motorische kernspier van L2? (DL)
Heupflexoren (iliopsoas)
87
Wat is de motorische kernspier van L3? (DL)
Knie-extensoren (Quadriceps)
88
Wat is de motorische kernspier van L4? (DL)
Enkel DF
89
Wat is de motorische kernspier van L5? (DL)
Dig 1 extensoren
90
Wat is de motorische kernspier van S1? (DL)
Enkel PF
91
Wat zijn externe oorzaken van decubitits? (DL)
Druk- & schuifkrachten (liggen, transfers) ontstaat schade van de huid/onderliggende weefsels. Dit vaak bij botuitsteeksels
92
Wanneer loopt men de grootste kans op decubitis na DL?
Eerste 12m bij complete laesies grootste risico, 6m erna ook nog.
93
Wat zijn interne oorzaken van decubitis? (DL)
Verminderde beweging => verminderde doorbloeding => weefsel te weinig zuurstof => gaat kapot van binnenuit
94
Wat zijn de 4 fases/graden van decubitis (DL)?
1. Roodheid die je niet kan wegduwen 2. Blaar 3. Oppervlakkige wonde (enkel huidlagen) 4. diepere lagen (bot,..) ook aangedaan
95
Wat zijn de meest voorkomende secundaire complicaties bij DL?
1. Contracturen (85%) 2. Pijn (75%) 3. Urinaire incontinetie (50%) 4. Decubitis (15%)
96
Wat doen we best om decubitis te voorkomen? (DL)
* Positionering (semi-fowler, semi-zijlig & ruglig afwisselen om de 4u) * Voeding * Educatie * Mobilisatie * Inspectie & verzorging huid
97
Welke patiënten lopen de grootste kans op contracturen? (DL)
Incomplete laesies, ouderen
98
Welke patiënten lopen de grootste kans op pijn na DL?
Incomplete laesies, ouderen
99
Welke patiënten lopen de grootste kans op urinaire incontinentie na DL?
Complete laesies
100
Wat is de voorkeurslocatie van decubitis? (DL)
Prominente botdelen: Sacrum, Hielen, Tuberositas ischiadicum, occiput
101
Wat is de pathogenese van NHO? (DL)
* Neurogonene heterotrope ossificiatie = botvorming (calcificatie) buiten het gewricht (= heterotroop). Dit kan ontstaan door te mobiliseren over een te grote ROM. * Dit meestal bij de heupen of knieën. * meestal 2-10w na DL * Microtraumata -> prostaglandines verspreiden ontsteking -> pt zegt niet, want voelt het niet -> inflammatie + osteoblasten aanwezig -> NHO
102
Wat zijn de symptomen van NHO? (DL)
Bewegingsbeperking, lokale roodheid, zwelling, pijn
103
Wat is de behandeling van NHO? (DL)
* Preventief: oppassen met mobilisaties * Curatief: mobilisaties stopzetten in warme fase * Chirurgisch: bot verwijderen
104
Wat is een neurogene shock? (DL)
* VD onder letsel => bloed blijft staan => te weinig bloed naar hart & andere organen -> levensbedreigende situatie => we diene BD extern te regelen * Dit wijst dus op een ontregeling van OS en PS * Dit gebeurt in de acute fase van circulatiestoornissen ## Footnote Niet verwarren met spinale shock
105
Wat is autonome dysreflexie? (DL)
* Secundaire stoornis, circulatiestoornis * Er treedt prikkel op onder laesieniveau (blaas, darm) -> VC onder laesie (OS) -> BD stijgt -> hypertensie -> VD boven laesie ter compensatie (PS) -> hoofdpijn, vlekken voor ogen,.. * Dit is dus een waarschuwing voor bv. overvolle blaas
106
Wat is het niveau van innervatie van de blaas voor het OS? (DL)
OS: T11-L2
107
Wat is het niveau van innervatie van de blaas voor het PS? (DL)
PS: S2-S4
108
Wanneer verwachten we een atone of slappe blaas na DL? ## Footnote Wat zijn de gevolgen?
* Tijdens de spinale shockfase * Er ontstaat overloopincontinetie en reflux * Drainage nodig
109
Wanneer verwachten we een automatisch of reflex blaas na DL? ## Footnote Wat zijn de gevolgen?
* In chronische fase bij letsel boven conus medullaris (sacrale mictieniveau, LMNL S2-S4) * Blaas ledigt zich spontaan bij bepaalde vullingsgraad (onbewust) * detrusor reflex herstelt zich * behandeling: blaastapotage of katheterisatie
110
Wat is het detrusor reflex? (DL)
Detrusor is een spier in de blaaswand die relaxeert bij vulling en contraheert bij lediging. Dit gebeurt wanneer de blaas vol zit.
111
Wanneer verwachten we een autonome blaas na DL? ## Footnote Wat zijn de gevolgen?
* In de chronische fase bij een letsel thv conus medullaris of cauda equina (LMNL S2-S4) * Geen detrusorreflex * blaas wordt maar gedeeltelijk geledigd * Crederen nodig (leegduwen blaas)
112
Welk niveau bezenuwd het diafragma? (DL)
C3-C5 => laesies boven C5 zullen steeds meer AH-problemen geven. Boven C4 is AH-apparatuur nodig
113
Wat zijn de behandeldoelen voor arm-en handfunctie bij DL afh van niveau? C3-C5 C6-C8
* C3-C5 - Voorkomen deformiteiten: spalk, mobiliseren * C6-C8 - Herstel functie (tenodesegreep)
114
Welk niveau bezenuwd de buikspieren?
T6 ## Footnote => we bukken ophoesten
115
wat is de tenodesegreep?
Als motorisch niveau C6 (polsextensoren) aanwezig is, kan die persoon DF, maar geen vingerbewegingen. Daarom gebruiken we DF & PF om vingers te plooien en te strekken, om zo bv een beker vast te nemen. ## Footnote Hierbij is het belangrijk dat we de vingerflexoren niet stretchen want dan kan de hand niet meer sluiten
116
Wat is een arthrodese?
Operatie bij arm- handfunctiestoornissen waarbij we een gewricht vastzetten
117
Wat is een tenodese?
Operatie bij arm- handfunctiestoornissen waarbij we een peesverlenging uitvoeren