Samenvatting boek 3 Flashcards

1
Q

Geeft de soorten cultivatoren

A

MET VERENDE TANDEN
tanden kunnen alle kanten uitwijken
op lichte gronden
sterke verkruimeling
onregelmatige werkdiepte

MET VEREND BEVESTIGDE TANDEN
voorzien van veer
regelmatige trekkracht
onregelmatige werkdiepte
sterke verkruimeling
ondiepe stoppelbewerking

MET VASTE TANDEN
diepe grondbewerking
tanden bewegen niet
= alternatief voor ploeg

DIEPTECULTIVATOR
45cm diep -> zwaar gebouwd
bodem moet voldoende droog zijn (slechte bodemstructuur)

AANGEDREVEN CULTIVATOR

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Soorten tanden aan cultivator

A
  • beitels voor wortelvuil
  • ganzevoeten voor zaadonkruiden en distels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Functie van de woel:

A
  • breken van harde lagen ondergrond
  • verwijderen ploegzool
  • breken aandruk van trekker machine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

soorten woelers:

A
  • diepwoelers
  • gewone woelers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wanneer woelen?

A

ALTIJD onder droge omstandigheden
nadien grond met rust laten
50-100cm diep voor goede luchtvoorziening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

functie FREESS:

A
  • gewasverkleining (structuurschade)
  • zaaibedbereiding
  • combinatiewerktuig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is de reden van een freeskap?

A

beveiliging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waarom is de frees een moordwapen?

A

bodemstructuur verdwijnt door verfijning -> bodem kan uitdrogen -> kan geen water meer intrekken -> geen capillaire opstijging.
er kan ook verslemping optreden + bij warm weer kunnen de bodemdeeltjes gaan vervliegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Door welke factoren wordt verkruimeling beïnvloed?

A
  • hapgrootte
  • kaphoogte
  • diameter freeskrans
  • vorm van werkende delen
  • lengte van werkende delen
  • werkdiepte
  • toerental en draairichting freesas
  • rijsnelheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

door wat wordt de hapgrootte bepaald?

A

rijsnelheid
toerental van de frees
aantal werkende delen per krans van de frees

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

geef de soorten FREZEN:

A

HAKENFREES = frees met haken, verkruimeld fel
= geschikt voor zaaibedbereiding
= geschikt voor zware gronden
MESSENFREES = frees met vlakke messen aan rotor
wordt gebruikt bij stoppelbewerking om toplaag oppervlakkig te bewerken
HAKKENFREES = mes is tussenvorm messenfrees en bladenfrees
gaat gewas verkleinen en mengen met grond, werkt ondiep
BLADENFREES= grote hoekige freesmessen om gewasresten te verkleinen, gaat minder verkruimelen en werken dieper
TANDENFREES = rechte pinnen als messen, verkruimeld enkel toplaag = alternatief voor rotoreg
OVERTOPFREES= draait in tegengestelde richting, grond gaat over rotor
gewasresten vormen laag in ondergrond (verzuring)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de nadelen van overtopfrees?

A
  • gewas als laag in ondergrond (verzuring)
  • onvoldoende groei in wortelstelsel
  • snelle verslemping
  • capillaire opstijging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe diepte regelen van FREESS?

A
  • rol achter FREESS
  • WIEL
  • zijslof
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat zijn de voor en nadelen van een spitmachine

A

voordelen
- alles in 1 werkgang
- meer structuurbehoud
- geen ploegvoor
- weinig of geen slip en sporen in het land

nadelen:
- duur
- meer onkruid
- tijd en weersafhankelijk
- niet alle trekkers kunnen langzaam genoeg rijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

soorten spitmachines

A

ROTERENDE SPITMACHINES:
alternatief voor ploegen = frees met grote rotor
- met gestuurde spaden
- met vaste spaden
- spitfrees
KRUKASSPITMACHINES= wordt enkel op zware grond gebruikt om natte gronden te kunnen bewerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly