Scheikunde HS 4 Flashcards

1
Q

chemische reactie

A

als de beginstoffen verdwijnen en er nieuwe stoffen ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de reactieproducten

A

de nieuwe stoffen die ontstaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

reactieschema:

A

beginstoffen > reactieproducten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

ontledingsreactie

A

Als er uit één stof meerdere nieuwe stoffen ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

ontledingsreactie van verhitting van brood

A

brood > koolstof + water + witte rook

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

reactieschema van verhitten van hout

A

hout > koolstof + water + witte rook

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

reactieverschijnselen

A

de veranderingen na of tijdens een reactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

reactieschema van verbranden van hout

A

hout + zuurstof > verbrandingsproducten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

thermolyse

A

als een stof door verhitten ontleedt, spreek je van een thermolyse. dat betekent: ontleding door middel van warmte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

elektrolyse

A

een ontleding met behulp van elektrische gelijkstroom. (water > waterstof + zuurstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

knalgas

A

een mengsel van waterstof en zuurstof is een explosief gasmengsel het gasmengsel van waterstof en zuurstof wordt daarom knalgas genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

fotolyse

A

wanneer er een stof ontleedt als er licht opvalt, noem je dat fotolyse. betekent: ontleding door middel van licht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

ontleding van zilverbromide

A

zilverbromide > zilver + broom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

waterperoxide

A

het bleekt haren/ het doodt bacteriën in de mond/ het bleekt wasgoed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

zuivere stoffen

A

de ontleedbare stoffen: BVB> waterperoxide en water

de niet-ontleedbare stoffen: BVB> waterstof en zuurstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

vast fase

A

een ‘s’.

17
Q

vloeibare fase

A

een ‘l’

18
Q

gasfase

A

een ‘g’

19
Q

stof in water is opgelost

A

een ‘aq’

20
Q

betekenis: mono

A

1

21
Q

betekenis: di

A

2

22
Q

coëfficiënten

A

de getallen voor de molecuulformules