Schema and coping Flashcards
Schema: Verlating/instabiliteit
de subjectieve ervaren instabiliteit van banden met belangrijke andere
Schema: Wantrouwen/Misbruik
overtuiging dat andere mensen de patient voor hun eigen zelfzuchtige doeleiden te gebruiken
Schema: Emotioneel tekort
de verwachting dat je verlange naar emotionele binding onvoldoende zal worden vervuld
Schema: Tekortschieten/Schaamte
verwijst naar een diepgeworteld gevoel dat iemand op fundamenteel niveau gebrekkig, waardeloos, of inferieur is
Schema sociaal isolement/vervreemding
gevoel dat je anders bent dan het grotere sociale gebeuren buiten het gezin en daar niet past.
Schema: Afhankelijkheid/incompetentie
voelen zich niet in staat om hun dagelijkse verantwoordelijkheden uit te voeren zonder aanzienlijke externe hulp
Schema Kwetsbaarheid voor ziekte en gevaar
is de overtrokken angst dat er elk moment een ramp kan plaats vinden en dat je daar niet tegenop gewassen bent
- Medische ramp
- Emotionele ramp
- Externe situaties/natuur rampen
Schema kluwen/onderontwikkeld
vaak overmatig betrokken op een of meer belangrijke andere ten nadelen van hun volledige indivuatie en sociale ontwikkeling
Schema: Mislukken
opvatting dat je onherroepelijk zult falen in je presteren/ tekort schiet
Schema veeleisend/grootsheid
De veronderstelling dat je beter bent dan andere mensen en daarom aanspraak kan maken op speciale rechten en privileges
Schema onvoldoende zelf-controle/zelfdiscipline
Kunnen of willen niet genoeg zelfcontrole uitoefenen en frustratie verdragen om hun persoonlijke doelen te bereiken.
Schema onderwerping
Je geeft de controle bovenmatig uit handen omdat je daartoe gedwongen voelt. Dient meestal om woede, vergelding of verlating te voorkomen. zijn twee belangrijke vormen
- Onderwerping van behoeften: eigen voorkeuren onderdrukken
- Onderwerping van emoties: eigen emoties onderdrukken
schema zelfopoffering
Komen uit eigen beweging tegemoet aan de behoefte van andere ten koste van hun eigen behoeftebevrediging. Zij doen dit om andere pijn te besparen
schema goedkeuring/erkenning zoeken
hechten meer waarde aan het verkrijgen van de goedkeuring van anderen dan aan het ontwikkelen van een veilig en waarachtig zelfgevoel
schema negativisme/pessimisme
Een indringende levenslange gerichtheid op de negatieve kanten van het leven. terwijl de positieve kanten gebagateliseerd worden. hierbij buitensporige angst voor het maken van fouten.
Schema emotionele inhibitie
Beperken hun spontane gedrag, gevoelens en communicatie. Meestal met als doel kritiek vermijden. meest voorkomende gebieden
- Inhibitie van woede
- Inhibitie van positieve impulsen
- Moeite met uiting geven aan kwetsbaarheid
- Nadruk op rationaliteit met het voorbijgaan van emoties
schema strenge normen/over kritisch zijn
Betreft gevoel dat je zeer hoge geïnternaliseerde normen moet nastreven, meestal om afkeuring of schaamte te voorkomen. komt meestal op volgende manieren tot uiting
- Perfectionsime
- Starre regels en dingen die moeten op vele levensgebieden
- preoccupatie met tijd en efficiency
schema bestraffendheid
De overtuiging dat mensen streng gestraft moeten worden voor de fouten die zij maken.
Domein 1: onverbondenheid en afwijzing
Schema Verlating/instabiliteit
schema wantrouwen/misbruik
schema emotioneel tekort
schema sociaal isolement/vervreemding
Domein 2: Verzwakte autonomie en functioneren
Schema afhankelijkheid/incompetentie
schema kwetsbaarheid voor ziekte en gevaar
schema kluwen/onderontwikkeld
schema mislukken
domein 3: verzwakte grenzen
schema veeleisendheid/grootsheid
schema onvoldoende zelfcontrole
Domein 4: gerichtheid op andere
schema onderwerping
schema zelfopoffering
schema goedkeuring/erkenning
Domein 5: overmatig waakzaamheid en inhibitie
schema negativisme/pessimisme
schema emotionele inhibitie
schema strenge normen/overkritisch
schema bestraffendheid
Voorwaardelijke schema’s
Voorwaardelijke schema’s zijn patronen van denken, voelen en handelen die geactiveerd worden onder specifieke omstandigheden. Ze zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden en beïnvloeden hoe we situaties interpreteren en erop reageren. Hieronder drie belangrijke aspecten van voorwaardelijke schema’s:
Voorwaardelijke overtuigingen: Deze schema’s bevatten vaak overtuigingen in de vorm van “als… dan…“-stellingen.
Vaak later onstane schemas