SE Flashcards

(36 cards)

1
Q

Informatica

A

Informatie verwerkende systemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Invoer

A

Gegevens die buiten het systeem komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geheugen

A

Systemen kunnen de informatie bewaren in het geheugen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Uitvoer

A

Resultaat van de verwerking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Communicatie

A

Uitwisselen van informatie tussen informatiesystemen. Berichten worden van de zenger naar de ontvanger gestuurd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Informatie

A

Heeft betekenis voor de ontvanger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bit

A

Eenheid van 0 & 1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Byte

A

Een groep van 8 bits

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Resoltutie

A

Kwalititeit wordt bepaald door het aantal pixels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Datacompressie

A

Informatie wordt weggelaten om het bestand kleiner te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Niet-exact omkeerbare compressie/lossy compression

A

Als uit het gecomprimeerde bestand is het oorspronkelijke bestand niet exact terug te krijgen is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Exact omkeerbare compressie/Lossless compression

A

Als uit het gecomprimeerde bestand is het oorspronkelijke bestand exact terug te krijgen is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Procesgeoriënteerde systemen

A

Systeem die een taak heel goed kan. Vb> thermostaat. Ze regelen iets specifieks. Vaak werken ze met sensoren(voelt) en actuator(voort uit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Real-time systeem

A

Systeem die constant het precies bijhoudt. Bv> hartslagmeter. Embedded systeem is een eigenschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Gegevens georiënteerde systeem

A

Een systeem met een heel data. Dan wordt een vraag gesteld en dan reageert het systeem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Model georiënteerde systeem

A

Een systeem die de toekomst probeert te voorstellen. Het is een simulatie. Vb> weersvoorspellingen.

17
Q

And-poort

A

A B X
0 0 0
1 0 0
0 1 0
1 1 1

18
Q

Or-poort

A

A B X
0 0 0
1 0 1
0 1 1
1 1 1

19
Q

Not-poort

20
Q

Xor-poort

A

A B X
0 0 0
1 0 1
0 1 1
1 1 0

21
Q

Bus

A

De kabel waar de communicatie langs plaats vindt.

22
Q

Schrijftransactie

A

Als de CPU een letter naar de printer wil sturen

23
Q

Databus

A

Transporteer de gegevens tussen verschillende componenten

24
Q

Adresbus

A

Verstuut het adres van de componenten

25
Controlbus
Zorgt voor het versturen van stuurgegevens
26
Busarbiter
Geregeld het verkeer
27
Processor
ALU voert de rekundige en logisch bewerkingen uit De registers functioneren als tijdelijk geheugen De Control unit gebruiken de ALU en de registers de instructies uit te voeren
28
Principe processor
1. De Control unit kopieert een instructie uit het werkgeheugen naar een special register 2. De instructie wordt geanalyseert door de Control Unit 3. De ALU voert de bewerkingen uit
29
Operatiecode
Staat wat met de date gebruikt moet worden
30
Operaatcode
Op wat het moet uitgevoerd worden
31
RAM
Werkgeheugen
32
ROM
ROM is een afkorting van Read Only Me-mory, wat betekent dat het computersysteem dit geheugen wel kan lezen, maar dat de gebruiker er niets aan kan veranderen.
33
Plotter
Een plotter is een uitvoerapparaat om grote afbeeldingen of tekeningen te printen. Er zijn twee soorten: * penplotters Deze werken met een groot aantal pennen * inkjetplotters Deze werken net als inkjetprinters.
34
Netwerkcomputers
Pc's zonder achtergrondgrondheugen
35
Supercomputers
Heeft tientallen processors
36
Terminals
Bestaat alleen uit een toetsbord en een monitor.