Sehenswürdigkeit Flashcards
(58 cards)
1
Q
bezienswaardigheid
A
die Sehenswürdigkeit
2
Q
attractie
A
die Attraktion
3
Q
herkenningsteken
A
das Wahrzeichen
4
Q
symbool
A
das Symbol
5
Q
indruk
A
der Eindruck
6
Q
verblijf
A
der Aufenthalt
7
Q
stadcentrum
A
die Altstadt / das Stadtzentrum / die Innenstadt
8
Q
gebouw
A
das Gebäude
9
Q
kasteel
A
das Schloss / die Burg
10
Q
toren
A
die Turm
11
Q
tentoonstelling
A
die Ausstellung
12
Q
theater
A
das Schauspielhaus
13
Q
laan
A
die Allee
14
Q
plein
A
der Platz
15
Q
markt
A
der Markt
16
Q
brug
A
die Brücke
17
Q
uitzicht
A
die Aussicht
18
Q
wijk
A
das Viertel
19
Q
ontmoetingspunt
A
der Treffpunkt
20
Q
voorstel
A
der Vorschlag
21
Q
voorkeur
A
der Vorzug
22
Q
stadsrondleiding
A
die Stadtführung
23
Q
gids
A
der Stadtführer
24
Q
op reis gaan
A
verreisen
25
ontmoeten
begegnen
26
beweren
behaupten
27
verkiezen
bevorzugen
28
voorstellen
vorschlagen
29
beleven
erleben
30
kiezen voor
sich entscheiden für
31
iets bekijken
sich etwas anschauen
32
plaatsvinden
stattfinden
33
bewaren
erhalten
34
zich bevinden
sich befinden
35
krijgen
bekommen
36
boeken
buchen
37
verkennen
erkunden
38
overschrijven
überweisen
39
beschikken over
verfügen über
40
behoren tot
gehören zu
41
geraken naar
gelangen zu
42
afspreken
sich verbreden
43
beroemd
berümt
44
belangrijk
bedeutend
45
gelijkaardig
ähnlig
46
spannend
aufregend
47
...gelegen
entfert
48
in de buurt van
in der Nähe von
49
inbegrepen
inbegriffen
50
levendig
lebhaft
51
veelzijdig
vielseitig
52
talrijk
zahlreich
53
op een ander(e) ...
irgend
54
nergens
nirgends
55
ooit
je
56
nooit
nie
57
voor niets
umsonst
58
tamelijk
ziemlich
