SM4. Stability Flashcards

1
Q

Wat is stabiliteit?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Het vermogen om onder alle vluchtomstandigheden bestuurd te kunnen worden.
B)) Het vermogen om manoeuvres uit te voeren zonder de controle te verliezen.
C)) Het vermogen om manoeuvres uit te voeren.
D)) Het vermogen om na een verstoring (uiteindelijk) terug naar evenwicht te keren.
E)) Het vermogen om (al-dan-niet) in evenwichtspositie te kunnen blijven wanneer er een verstoring optreedt.

A

Oplossing;
D)) Stabiliteit is het vermogen om na een verstoring (uiteindelijk) terug naar evenwicht te keren.

Opmerking(en):
Algemeen: Het terugkeren naar evenwichtspositie, om daar tot rust te komen, moet niet noodzakelijk in één beweging gebeuren. In de praktijk zijn er namelijk meestal meerdere heen-en-weergaande bewegingen rond de evenwichtspositie nodig vooraleer het voorwerp effectief tot rust komt in die evenwichtspositie. Een bekend voorbeeld hiervan is een schommel.
A)) Dit noemt men beheersbaarheid of controleerbaarheid. Een slecht voorbeeld hiervan is een zweefvliegtuig wat zeer moeilijk te beheersen is bij slechte vliegcondities.
C)) Dit noemt men wendbaarheid of manoeuvreerbaarheid.
E)) Dit is een zeer lastige stelling aangezien de details het verschil maken. Stel je hebt een schommel in evenwicht. Hierbij zal er geen kracht zijn die de schommel in evenwicht houdt. Het is pas wanneer de schommel uit evenwicht is, dat er een (zeer kleine) component van de zwaartekracht is die de schommel terug naar de evenwichtspositie trekt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is statische stabiliteit?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) De initiële neiging om na een verstoring (al-dan-niet) terug naar de evenwichtspositie te keren.
B)) Het (al-dan-niet) terugkeren naar de evenwichtstoestand.
C)) De initiële neiging om (al-dan-niet) in evenwichtspositie te blijven wanneer er een verstoring optreedt.
D)) Het vermogen om na een verstoring (uiteindelijk) terug te keren naar evenwicht zonder dat iets of iemand ingrijpt.
E)) Het vermogen om doorheen de tijd in evenwichtsvlucht te kunnen blijven door het gebruik van artificiële hulpmiddelen.

A

Oplossing;
A)) De initiële neiging om na een verstoring (al-dan-niet) terug naar de evenwichtspositie te keren.

Opmerking(en):
Algemeen: Let op; dit wil niet zeggen dat het vliegtuig dan ook uiteindelijk zal eindigen in de evenwichtspositie. Bij statische stabiliteit neem je gewoon een momentopname/’foto’ van één situatie en kijk je of er een herstellende kracht is en naar waar die dan naar toe werkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is dynamische stabiliteit?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) De initiële neiging om na een verstoring (al-dan-niet) terug naar de evenwichtspositie te keren.
B)) De stabiliteit van het vliegtuig tijdens een manoeuvre.
C)) (de amplitude van) de beweging rond de evenwichtspositie na het wegvallen van de verstoring.
D)) Het (al-dan-niet) terugkeren naar de evenwichtstoestand.
E)) Het vermogen om in evenwicht te blijven en om daar eventueel naar terug te keren.

A

Oplossing;
C)) Dynamische stabiliteit gaat over (de amplitude van) de beweging rond de evenwichtspositie na het wegvallen van de verstoring.

Opmerking(en):
A)) Dat is de statische stabiliteit.
D)) Uit de dynamische stabiliteit kan men wel afleiden of het vliegtuig (uiteindelijk!) terugkeert naar de evenwichtspositie, maar bij dynamische stabiliteit gaat het over de beweging rond de evenwichtspositie, niet noodzakelijk of deze daar uiteindelijk in belandt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is passieve stabiliteit?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Bij passieve stabiliteit is het vliegtuig onstabiel als men enkel rekening houdt met de structurele ontwerpkeuzes die gemaakt zijn.
B)) Bij passieve stabiliteit zal een vliegtuig ontworpen zijn met de focus op wendbaarheid i.p.v. stabiliteit.
C)) Bij passieve stabiliteit zal een vliegtuig na een verstoring terug naar evenwichtspositie gaan zonder de hulp van artificiële hulpmiddelen.
D)) Bij passieve stabiliteit zal een vliegtuig na een verstoring in zijn nieuwe positie/oriëntatie blijven.
E)) Bij passieve stabiliteit zal een vliegtuig enkel terug naar evenwicht kunnen keren door het ingrijpen van de piloot of de boordcomputer.

A

Oplossing;
C)) Bij passieve stabiliteit zal een vliegtuig na een verstoring terug naar evenwichtspositie gaan zonder de hulp van artificiële hulpmiddelen.

Opmerking(en):
Algemeen: Bij passieve stabiliteit zal een vliegtuig na een verstoring terug naar evenwichtspositie gaan zonder de hulp van artificiële hulpmiddelen. Dit wil zeggen dat het vliegtuig enkel en alleen al stabiel is o.w.v. de ontwerpkeuzes, waardoor de (automatische) piloot hierbij niet dient in te grijpen.
E)) Dit is actieve stabiliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is actieve stabiliteit?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Bij actieve stabiliteit zal een vliegtuig terug naar evenwichtspositie kunnen keren zonder dat de piloot of de boordcomputer hierbij moet ingrijpen.
B)) Bij actieve stabiliteit zal een vliegtuig ontworpen zijn met de focus op wendbaarheid i.p.v. stabiliteit.
C)) Bij actieve stabiliteit zal een vliegtuig na een verstoring terug naar evenwichtspositie gaan door de hulp van artificiële hulpmiddelen.
D)) Bij actieve stabiliteit zal een vliegtuig na een verstoring terug naar evenwichtspositie kunnen keren door de structurele ontwerpkeuzes die gemaakt zijn.
E)) Bij actieve stabiliteit zal een vliegtuig na een verstoring in zijn nieuwe positie/oriëntatie blijven.

A

Oplossing;
C)) Bij actieve stabiliteit zal een vliegtuig na een verstoring terug naar evenwichtspositie gaan door de hulp van artificiële hulpmiddelen.

Opmerking(en):
Algemeen: Bij actieve stabiliteit zal een vliegtuig na een verstoring terug naar evenwichtspositie gaan met de hulp van artificiële hulpmiddelen. Dit wil zeggen dat de (automatische) piloot er oor zorgt dat het vliegtuig stabiel is.
A)) Dit is passieve stabiliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Rond welke as spreekt men over richtingsstabiliteit (= directional stability)?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) richtingsas
B)) dwarsas
C)) langsas
D)) verticale as
E)) horizontale as

A

Oplossing;
D)) verticale as

Opmerking(en):
Algemeen: Stabiliteit rond de dwarsas (= lateral axis = pitch axis) noemt men langsstabiliteit (= longitudinale stabiliteit = longitudinal stability). |||| Stabiliteit rond de langsas (= longitudinal axis = roll axis) noemt men dwarsstabiliteit (= lateral stability). |||| Stabiliteit rond de verticale as (= vertical axis = yaw axis) noemt men richtingsstabiliteit (= directional stability)
A)) De richtingsas is een begrip dat niet bestaat of gebruikt wordt.
E)) De horizontale as is een begrip dat niet bestaat of gebruikt wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welk begrip beschrijft de stabiliteit rond de verticale as (= vertical axis)?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) statische stabiliteit
B)) dynamische stabiliteit
C)) langsstabiliteit of longitudinale stabiliteit (= longitudinal stability)
D)) richtingsstabiliteit (= directional stability)
E)) dwarsstabiliteit of laterale stabiliteit (= lateral stability)

A

Oplossing;
D)) richtingsstabiliteit (= directional stability)

Opmerking(en):
Algemeen: Stabiliteit rond de dwarsas (= lateral axis = pitch axis) noemt men langsstabiliteit (= longitudinale stabiliteit = longitudinal stability). |||| Stabiliteit rond de langsas (= longitudinal axis = roll axis) noemt men dwarsstabiliteit (= lateral stability). |||| Stabiliteit rond de verticale as (= vertical axis = yaw axis) noemt men richtingsstabiliteit (= directional stability)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Rond welke as spreekt men over langsstabiliteit (= longitudinal stability)?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) verticale as
B)) laterale as (= lateral axis)
C)) longitudinale as (= longitudinal axis)
D)) horizontale as
E)) richtingsas

A

Oplossing;
B)) laterale as (= lateral axis)

Opmerking(en):
Algemeen: Stabiliteit rond de dwarsas (= lateral axis = pitch axis) noemt men langsstabiliteit (= longitudinale stabiliteit = longitudinal stability). |||| Stabiliteit rond de langsas (= longitudinal axis = roll axis) noemt men dwarsstabiliteit (= lateral stability). |||| Stabiliteit rond de verticale as (= vertical axis = yaw axis) noemt men richtingsstabiliteit (= directional stability)
D)) De horizontale as is een begrip dat niet bestaat of gebruikt wordt.
E)) De richtingsas is een begrip dat niet bestaat of gebruikt wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welk begrip beschrijft de stabiliteit rond de dwarsas (= lateral axis)?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) dwarsstabiliteit
B)) langsstabiliteit
C)) richtingsstabiliteit (= directional stability).
D)) dynamische stabiliteit
E)) statische stabiliteit

A

Oplossing;
B)) langsstabiliteit

Opmerking(en):
Algemeen: Stabiliteit rond de dwarsas (= lateral axis = pitch axis) noemt men langsstabiliteit (= longitudinale stabiliteit = longitudinal stability). |||| Stabiliteit rond de langsas (= longitudinal axis = roll axis) noemt men dwarsstabiliteit (= lateral stability). |||| Stabiliteit rond de verticale as (= vertical axis = yaw axis) noemt men richtingsstabiliteit (= directional stability)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Rond welke as spreekt men over dwarsstabiliteit (= lateral stability)?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) verticale as
B)) dwarsas
C)) richtingsas
D)) langsas
E)) horizontale as

A

Oplossing;
D)) langsas

Opmerking(en):
Algemeen: Stabiliteit rond de dwarsas (= lateral axis = pitch axis) noemt men langsstabiliteit (= longitudinale stabiliteit = longitudinal stability). |||| Stabiliteit rond de langsas (= longitudinal axis = roll axis) noemt men dwarsstabiliteit (= lateral stability). |||| Stabiliteit rond de verticale as (= vertical axis = yaw axis) noemt men richtingsstabiliteit (= directional stability)
C)) De richtingsas is een begrip dat niet bestaat of gebruikt wordt.
E)) De horizontale as is een begrip dat niet bestaat of gebruikt wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welk begrip beschrijft de stabiliteit rond de langsas (= longitudinal axis)?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) dwarsstabiliteit of laterale stabiliteit (= lateral stability)
B)) statische stabiliteit
C)) langsstabiliteit of longitudinale stabiliteit (= longitudinal stability)
D)) richtingsstabiliteit (= directional stability)
E)) dynamische stabiliteit

A

Oplossing;
A)) dwarsstabiliteit of laterale stabiliteit (= lateral stability)

Opmerking(en):
Algemeen: Stabiliteit rond de dwarsas (= lateral axis = pitch axis) noemt men langsstabiliteit (= longitudinale stabiliteit = longitudinal stability). |||| Stabiliteit rond de langsas (= longitudinal axis = roll axis) noemt men dwarsstabiliteit (= lateral stability). |||| Stabiliteit rond de verticale as (= vertical axis = yaw axis) noemt men richtingsstabiliteit (= directional stability)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Voor welke vorm van stabiliteit zorgt een horizontale stabilisator? (m.a.w. hoe noemt men de stabiliteit rond die as.)
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Een horizontale stabilisator zorgt niet voor stabiliteit.
B)) Longitudinale stabiliteit.
C)) Richtingsstabiliteit.
D)) Laterale stabiliteit.

A

Oplossing;
B)) longitudinale stabiliteit

Opmerking(en):
Algemeen: Langsstabiliteit (= longitudinale stabiliteit) is stabiliteit rond de laterale as. (= dwarsas = pitch-as) |||| Dwarsstabiliteit (= lateral stability) is stabiliteit rond de langsas (= longitudinale as = roll axis) |||| Richtingsstabiliteit (= directional stability) is stabiliteit rond de verticale as (= vertical axis = yaw axis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe legt men het zwaartepunt t.o.v. het drukpunt als men voor stabiliteit wil zorgen?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Het zwaartepunt ‘op’ het drukpunt.
B)) Het zwaartepunt voor het drukpunt.
C)) Er is geen echte voorkeur naar de onderlinge ligging van het zwaartepunt van het vliegtuig en het drukpunt.
D)) Het zwaartepunt van het vliegtuig achter het drukpunt.

A

Oplossing;
B)) In de praktijk kiest men er meestal voor om het zwaartepunt van het vliegtuig voor het drukpunt te leggen.

Opmerking(en):
Algemeen: Dit zorgt voor dwarsstabiliteit. De horizontale stabilisator zal dan wel een liftkracht naar onder toe moeten genereren, maar hierdoor kan er bij een verstoring wel een herstellend koppel ontstaan. Zo zal bij een nose-up verstoring de invalshoek groter worden waardoor de vleugels meer liftkracht naar boven toe genereren en waarbij de horizontale stabilisator minder liftkracht naar onder genereerd. Deze twee effecten samen zorgen voor een resulterend koppel die de neus terug naar onder doet pitchen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Uit welke beweging(en) bestaat de zogenaamde ‘Dutch-roll’
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) enkel roll.
B)) roll, pitch en yaw.
C)) roll en yaw.
D)) Geen correct antwoord.
E)) roll en pitch.

A

Oplossing;
C)) roll en yaw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly