Spaans Flashcards
zinnen (45 cards)
? Vamos de compras?
Zullen we gaan winkelen?
? Cuál es tu tienda favorita?
Wat is je favoriete winkel?
? Es una tienda cara/barata?
Is het een dure/ goedkopen winkel?
?Qué quieres comprar?
Wat wil je kopen?
?Qué color prefieres?
Welke kleur wil je?
? Qué talla tienes?
Welke maat heb je?
Claro, me encanta ir de compras .
Natuurlijk, ik vind winkelen gezellig.
Mi tienda favorita es Zara.
Mijn lievelingswinkel is de zara.
No, es una tienda barata/ cara.
Nee, het is een goedkopen/ dure winkel.
Quiero comprarun vestido.
Ik wil een jurk kopen.
Prefiero el amarillo
ik wil liever een gele.
Tengo la talla S/M/L/XL
Ik heb maat S/M/L/XL
?Qué vais a hacer esta tarde?
Wat gaan jullie vanmiddag doen?
? Adónde vais?
Waar gaan jullie heen?
?Vas a comprar algo?
Ga je iets kopen?
? Cuánto cuestan las botas?
Hoeveel kosten de laarzen?
? Y qué vais a hacer después?
Wat gaan jullie daarna doen?
El parque,? Cómo es?
Hoe ziet het park eruit?
Vamos a dar un paseo.
we gaan een stukje lopen.
Vamos a la tienda nueva de BLANCO.
We gaan naar een nieuwe winkel van BLANCO.
Sí, quiero comprar unas botas.
Ja, ik wil een paar laarzen kopen.
Las botas cuestan 111 euros .
De laarzen kosten 111 euro.
Después vamos a tomar algo en el parque.
Daarna gaan we iets drinken in het park.
Es grande y bonito
Het is groot en mooi.
