Spieren Flashcards

1
Q

Als je een zware koffer opheft, moet dit zo snel mogelijk gebeuren zodat je een zo kort mogelijke isometrische contractie hebt.
Vraag 4

A

Fout. Tijdens de isometrische contractie wordt de contractiekracht ontwikkeld. Hoe langer deze is, hoe groter de isometrische contractie en krachtsontwikkeling. Vanaf het moment dat de krachtsontwikkeling > externe arbeid (koffer), kan de koffer opgetild worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Tijdens een isometrische contractiefase zullen de sarcomeren lichtjes verkorten.
Vraag 5

A

Juist, de sarcomeren verkorten maar de spier zelf verkort niet. De verkorting wordt opgevangen door de elastische componenten tussen de myofilamenten, de beenderen die het gewricht vormen en de individuele spiere, bindweefsel en pezen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Een titanische contractie kan, omdat de AP’s komen in een tijd korter dan de duur van een single twitch.
Vraag 54

A

Juist. De contractie zal pas plaatsvinden enkele miniseconden na de AP. Omdat AP snel op elkaar kunnen opvolgen (rekening houdend met de absolute en refractie periode), kunnen deze de contractie blijven aanhouden van een spier.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Een externe belasting en spierverkortingssnelheid variëren omgekeerd evenredig met elkaar.
Vraag 49.

A

Juist. Als de externe belasting groter wordt, zal de isometrische contractie veel groter en langer moeten duren. Daardoor zal de absolute contractiesnelheid afnemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Een hypocalcemie is gevaarlijk omdat de ademhalingsspieren het als eerste laten weten.
Vraag 48.

A

Geen idee, de ademhalingsspieren zal waarschijnlijk een van de laatste spieren zijn die daar last van zal hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Als je een zware koffer optilt gaat dit gemakkelijker als de koffer op een trapje/verhoging staat dan op de grond.
Vraag 44.

A

Juist. De arbeid = kracht * de afstand. Als de afstand afneemt, zal de verrichte arbeid ook afnemen. Het is dus gemakkelijker om dan een koffer op te tillen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Een konijn zou makkelijker een marathon kunnen lopen dan een haas.
Vraag 40.

A

Fout. Een konijn bevat voornamelijk witte spiervezels. Witte vezels zijn glycolytische vezels. Deze verbruiken de glycolyse om ATP te vormen. Het resultaat hiervan is => melkzuur productie + pH daling wat de conformatie van de enzymes in het cythosol kunnen wijzigen + Snelle vermoeidheid. Voor een marathon zijn er ideaal rode vezels nodig of oxidatieve vezels die minder snel vermoeid geraken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Skeletspieren zijn specialisten in een langdurige, gecoördineerde actie.
Vraag 36

A

Fout, skeletspieren zijn niet met elkaar elektrisch verbonden en kunnen daardoor niet gecoördineerd actie voeren. Gladde spieren in single-unit kunnen dit wel door middel van GAP-junctions + lage ATP verbruik door tonus + verlengde isometrische contractie. Daarbij kunnen skeletspieren afhankelijk van hun soort vezel ook gaan langdurige contracties verrichten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De contractuele kracht van een spier is afhankelijk van hoeveel individuele spiervezels er gerekruteerd worden.
Vraag 32.

A

Ik denk fout. Het is afhankelijk van het aantal gerekruteerde motorische units. Een motorunit is de verzameling van alle individuele spiervezels die door dezelfde motorneuron werd geïnnerveerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Een koe met hypocalcemie: Ca2+ wordt toegediend. Het SVS maakt dier als eerste gebruik van.
Vraag 27

A

Fout, eerst zullen essentiële spieren voor het voortleven bevloeid worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

In de latente periode is de spiervezels opnieuw helemaal ontspannen.
Vraag 26

A

Fout. De latente periode is de periode tussen het begin van de AP en het begin van de contractie. Hierbij zal de spier zijn spanning opheffen en niet ontspannen zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De spier is zo opgehangen in het skelet dar het de hoogste rendement kan halen.
Vraag 19.

A

Fout. De spieren zijn zo opgehangen dat ze de optimale bewegingsamplitude + kracht hebben ten koste van energie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Een haas kan langere afstanden afleggen dan een konijn.

Vraag 14

A

Juist. Een haas beschikt over rode vezels voornamelijk op zijn rug. Dit betekend dat een haas een type I of een type IIA vezels beschikt die ATP oxidatief fosforyleert. De contractie kan zo langer aangehouden worden en minder vermoeid geraken. Een oxidatieve vezels heeft veel moto’s + een goed uitgebreid capillair netwerk. Het beschikt ook over myoglobine die gemakkelijk O2 opneemt uit het bloedbaan + Een O2 reserve aanbouwt. Witte vezels zoals die van een konijn zullen glycolytisch ATP gaan vormen met de vorming van melkzuur + pH daling + stijging van de concentratie van anorganisch fosfaat waardoor de brugvorming verhinderd wordt. Hierdoor is het sneller vermoeid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Titanische contractie is altijd pathologisch.

Vraag 10

A

Fout. Titanische contracties komen altijd voor, zelfs bij kleine en korte contracties. Het is een normaal fysiologisch gebeuren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Een spierverkortingssnelhied varieert evenredig met de externe belasting.
Vraag 9.

A

Fout, zie vraag 49.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Ca inducend Ca2+ release houdt in dat niet alle ryanodine receptoren verbonden zijn met stroomgevoelige eixtten in de membraan.
Vraag 8

A

Juist. Sommige ryanodine receptoren worden gestimuleerd door het vrijlaten van een hoeveelheid Ca2+ door de stroomgevoelige ryanodine receptoren, waardoor het SPR nog meer Ca2+ vrijlaat.